Artikel 128: Toekenning bevoegdheden aan andere organen

127
Artikel 128
129

Behoudens in de gevallen bedoeld in artikel 123 i, kan de toekenning van bevoegdheden, als bedoeld in artikel 124 i, eerste lid, aan andere organen dan die, genoemd in artikel 125 i, alleen door provinciale staten onderscheidenlijk de gemeenteraad geschieden.


In andere talen:

English

Except in cases laid down in Article 123, the powers referred to in Article 124, paragraph 1 may be assigned to bodies other than those specified in Article

125 only by the provincial or municipal councils respectively.

Français

Sauf dans les cas visés à l'article 123, seuls les États provinciaux ou, selon les cas, le conseil municipal, peuvent conférer des compétences comme visées à l'article 124, paragraphe 1, à d'autres organes que ceux mentionnés à l'article 125.

Deutsch

Außer in den in Artikel 123 bezeichneten Fällen kann die Übertragung von Befugnissen im Sinne von Artikel 124 Absatz 1 auf andere als die in Artikel 125 genannten Organe nur von den Provinzialstaaten beziehungsweise vom Gemeinderat vorgenommen werden.

Español

Salvo en los casos a que se refiere el artículo 123, la atribución de competencias a que se refiere el apartado primero del artículo 124 a órganos distintos de los citados en el artículo 125 sólo podrá efectuarse por los Estados Provinciales y el Concejo Municipal.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting

Bevoegdheden van provincies en gemeenten i kunnen niet met een wet i worden overgedragen, behalve als het bestuur van provincies en gemeenten wordt opgeheven of opnieuw wordt ingesteld, of als er een grenswijziging wordt doorgevoerd.

Dit betekent dat bijvoorbeeld alleen een gemeente mag beslissen over binnengemeentelijke decentralisatie, zoals de instelling van deelgemeenteraden of wijkraden.

2.

Formele toelichting

In artikel 128 wordt in aanvulling daarop nog bepaald dat autonome bestuursbevoegdheden niet door de wetgever kunnen worden overgedragen aan provinciale of gemeentelijke commissies, behoudens in geval van opheffing van bestaande, of instelling van nieuwe provincies en gemeenten of bij grenswijziging.

3.

In eenvoudig Nederlands

  • 1. 
    Provinciale staten, gedeputeerde staten en de commissaris van de Koning besturen de provincie. Alleen provinciale staten kunnen beslissen wie de provincie nog meer bestuurt. Als de regering en de Eerste en Tweede Kamer een nieuwe provincie maken, of de grenzen van een provincie veranderen, mogen zij ook beslissen wie de provincie nog meer bestuurt.
  • 2. 
    De gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester besturen de gemeente. Alleen de gemeenteraad kan beslissen wie de gemeente nog meer bestuurt. Wanneer de regering en de Eerste en Tweede Kamer een nieuwe gemeente maken, of de grenzen van een gemeente veranderen, mogen zij ook beslissen wie de gemeente nog meer bestuurt.

Uitleg

In dit artikel staat eigenlijk dat provinciale staten en de gemeenteraad de baas zijn. En dat alleen zij mogen beslissen wie de provincie of de gemeente nog meer mogen besturen. Bijvoorbeeld, sommige grote gemeenten (zoals Amsterdam) hebben deelgemeenteraden.

Maar als de regering en de Eerste en Tweede Kamer een nieuwe provincie of gemeente maken, of de grenzen veranderen, dan mogen zij bepalen dat andere overheidsorganisaties dit soort beslissingen mogen nemen.

4.

Literatuur

Wetenschappelijk

  • Handboek van het Nederlandse staatsrecht, Van der Pot (bewerkt door D.J. Elzinga, R. de Lange), 15e druk, De decentrale rechtsgemeenschappen, 833 t/m 958.

5.

Ontwikkeling artikel

1798

Het getal en de jaarwedden der Leden, de tijd en wijze hunner Verkiezing door de stembevoegde Burgers, tot iedere Gemeente behoorende, en de tijd der zittingneming, zoo van allen voor de eerste maal, als ten aanzien der nieuwe Leden jaarlijks, word door het Vertegenwoordigend Lichaam, bij een Reglement, op voordragt van het Uitvoerend Bewind, bepaald.

1801

Iedere Gemeente heeft de vrye beschikking over deszelfs huishoudelyke belangen en bestuur, en maakt daaromtrent alle de vereischte Plaatselyke bepalingen.

1806

De Gemeente-Besturen zijn bevoegd tot het regelen van hunne huishoudelijke belangen, op den voet en wijze bij de Wet bepaald.

1814

De besturen van Steden, Districten, Heerlijkheden en Dorpen hebben, overeenkomstig den inhoud hunner reglementen, de vrije beschikking over hunne huishoudelijke belangen en maken daaromtrent de vereischte plaatselijke bepalingen.

Deze bepalingen echter mogen niet strijdig zijn met de algemeene wetten of het algemeen belang der Ingezetenen.

1815

De Plaatselijke Besturen hebben, overeenkomstig den inhoud hunner reglementen, de vrije beschikking over hunne huishoudelijke belangen, en maken daaromtrent de vereischte plaatselijke verordeningen, welke echter in geen geval met de algemeene wetten of het algemeen belang strijdig mogen zijn.

Zij zenden afschriften van dezelven aan de Staten der Provinciën, blijvende het voorts den Koning onverlet, om ten allen tijde inzage te vorderen, en zoodanige bevelen te geven, als hij vermeent te behooren.

1840: art 153
1848

Aan den raad wordt de regeling en het bestuur van de huishouding der gemeente overgelaten. Op de verordeningen, welke hij te dien aanzien maakt en aan de Provinciale Staten moet mededeelen, is art. 133 i van toepassing.

1887

Aan den raad wordt de regeling en het bestuur van de huishouding der gemeente overgelaten.

Hij maakt de verordeningen, die hij in het belang der gemeente noodig oordeelt.

Wanneer de wetten, algemeene maatregelen van bestuur of provinciale verordeningen het vorderen, verleenen de gemeentebesturen hunne medewerking tot uitvoering daarvan.

Wanneer de regeling en het bestuur van de huishouding eener gemeente door den gemeenteraad grovelijk worden verwaarloosd, kan eene wet de wijze bepalen, waarop in het bestuur dier gemeente, met afwijking van de beide eerste zinsneden van dit artikel, wordt voorzien.

De wet bepaalt, welk gezag het gemeentebestuur vervangt, wanneer dit in gebreke blijft in de uitvoering der wetten, der algemeene maatregelen van bestuur of der provinciale verordeningen te voorzien.

1917: art 144
1922

Aan den raad wordt de regeling en het bestuur van de huishouding der gemeente overgelaten. Hij kan in te bepalen gevallen, met inachtneming van te stellen regels, onder zijn toezicht het bestuur van te bepalen takken van de huishouding der gemeente geheel of ten deele aan andere organen opdragen.

Hij maakt de verordeningen, die hij in het belang der gemeente noodig oordeelt.

Wanneer de wetten, algemeene maatregelen van bestuur of provinciale verordeningen het vorderen, verleenen de gemeentebesturen hunne medewerking tot uitvoering daarvan.

Wanneer de regeling en het bestuur van de huishouding eener gemeente door den gemeenteraad grovelijk worden verwaarloosd, kan eene wet de wijze bepalen, waarop in het bestuur dier gemeente, met afwijking van het eerste en tweede lid van dit artikel, wordt voorzien.

De wet bepaalt, welk gezag het gemeentebestuur vervangt, wanneer dit in gebreke blijft in de uitvoering der wetten, der algemeene maatregelen van bestuur of der provinciale verordeningen te voorzien.

1938: art 146, 1948: art 146, 1953: art 153, 1956: art 153, 1963: art 153, 1972: art 153
1983

Behoudens in de gevallen bedoeld in artikel 123 i, kan de toekenning van bevoegdheden, als bedoeld in artikel 124 i, eerste lid, aan andere organen dan die, genoemd in artikel 125 i, alleen door provinciale staten onderscheidenlijk de gemeenteraad geschieden.

1987: art 128, 1995: art 128, 1999: art 128, 2000: art 128, 2002: art 128, 2005: art 128, 2006: art 128, 2008: art 128, 2017: art 128, 2018: art 128, 2022: art 128