Antwoorden op vragen VVD over terahertzcamera's (2040510190)

publicatie datum 8 april 2005
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Justitie i
beantwoordende ministerie Justitie i
kamerleden R. (Ruud) Luchtenveld i
partijen Volkspartij voor Vrijheid en Democratie i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2004–2005

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1315

Vragen van het lid Luchtenveld (VVD) aan de minister van Justitie overterahertzcamera’s.(Ingezonden 9 maart 2005)

1

Hebt u kennisgenomen van het artikel «Iedereen naakt»1, waarin melding wordt gemaakt van terahertzcamera’s en «through-the-wallradar» waarmee dwars door iemands kleding kan worden gekeken en iemand in volle naaktheid kan worden aanschouwd en waarmee ook door muren kan worden gekeken?

2

Mag iemand zomaar «naaktfoto’s» van een ander maken, zonder dat die ander dat weet? Is het toegestaan met de in vraag 1 bedoelde technieken door muren van gebouwen heen te kijken? Zijn er bepalingen in het Wetboek van Strafrecht die beide handelingen verbieden? Zo ja, welke?

3

Overweegt u een verbod op het gebruik maken van de in vraag 1 bedoelde technieken? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?

4

Hoe beoordeelt u het gebruik van technieken als terahertzcamera’s en «through-the-wallradar» in relatie tot artikel 10 van de Grondwet (recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer) en artikel 11 van de

Grondwet (recht op onaantastbaarheid van het menselijk lichaam)?

5

Is het waar dat enige tijd geleden op de Londense luchthaven Heathrow een proef is gehouden met het gebruik van een terahertzcamera? Zo ja, wat waren de bevindingen?

6

Wordt ook in Nederland door de bevoegde autoriteiten, al dan niet via een proef, gebruik gemaakt van de in vraag 1 bedoelde technieken dan wel wordt dat overwogen? Zo ja, op basis van welke wetgeving is dat toegestaan?

7

Mocht de overheid in Nederland van deze technieken gebruik willen gaan maken, behoeft onze wet- en regelgeving dan wijziging? Zo ja, welke wet- en regelgeving?

1 Intermediair, 24 februari 2005.

Antwoord

Antwoord van minister Donner (Justitie). (Ontvangen 1 april 2005)

1

Ja. In deze vraag worden twee verschillende technieken genoemd. Ik zal deze hieronder toelichten. De Terahertzcamera betreft een zogenaamde passieve technologie die in wetenschappelijke kring ook wel wordt aangeduid als Passive Millimetre Wave techniek. Hierbij wordt gebruik gemaakt van natuurlijke straling in een bepaald frequentie-gebied. Deze straling is alom aanwezig en bevindt zich aan de voorkant van het infrarood-spectrum. Deze straling wordt door verschillende stoffen/weefsels meer of minder geabsorbeerd dan wel gereflecteerd of doorgelaten. Door de natuurlijke straling die bijvoorbeeld door een menselijke gedaante wordt gereflecteerd te interpreteren kan een beeld worden gemaakt. Kleding laat de straling voor een deel door. Het doorgelaten deel van de straling komt daadwerkelijk op het lichaam terecht en zal daardoor op haar beurt weer voor een deel reflecteren. Dit beeld is overigens niet te vergelijken met een reguliere (naakt)foto. Er is dus bij de mij bekende technieken geen sprake van – zoals de vragensteller veronderstelt – het aanschouwen van een persoon in zijn volle naaktheid. Door de reflecties op te vangen en middels software tot een beeld te vormen is het wel mogelijk metalen voorwerpen (wapens e.d.) die zich onder de kleding bevinden te onderscheiden.

De aanwezigheid van de genoemde natuurlijke straling is essentieel voor de werking van het systeem. Inpandig is deze straling minder aanwezig. Om deze techniek dan toch te kunnen toepassen verdient het bij inpandig gebruik de voorkeur een kunstmatige bron te gebruiken. Zowel de natuurlijke als de kunstmatig te genereren straling is volgens de

KVR22657 2040510190 0405tkkvr1315 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2005

Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, Aanhangsel

2789

meeste deskundigen geheel ongevaarlijk voor de mens. Deze techniek verkeert overigens nog in de ontwikkelingsfase. De verwachting is dat er binnen enkele jaren praktisch bruikbare systemen voorhanden zullen zijn. Het is nog te vroeg om te kunnen zeggen of deze techniek praktisch toepasbaar is op terreinen als de beveiliging van de burgerluchtvaart en de opsporing van strafbare feiten.

De «through-the-wall» radar is een aktief systeem waarbij radargolven worden uitgezonden door middel van een antenne. Een terugkerende (gereflecteerde) radargolf zegt iets over voorwerpen/materialen en hun positie in het ruimtelijk vlak ten opzichte van de antenne. Door een verfijning van deze reeds langer bekende techniek is het mogelijk (zij het met de nodige beperkingen) om door een muur te «kijken». Dit betreft echter een waarneming die niet te vergelijken is met een beeld van bijvoorbeeld een (digitale/analoge) camera. Middels de nodige software is uit de radarreflecties wel een enigszins herkenbaar beeld te creëren en kan «door de muur» de positie waar mensen en voorwerpen zich bevinden worden vastgesteld.

2

Nee, het is – kort gezegd – niet toegestaan heimelijk een afbeelding van een persoon te maken. De artikelen 441ben 139f van het Wetboek van Strafrecht zijn de toepasselijke verbodsbepalingen. Gezien de huidige stand van de techniek is het nog maar de vraag of bij de toepassing van de bedoelde technieken daadwerkelijk sprake is van het maken van een afbeelding van een persoon.

3

Zie antwoord op vraag 7.

4

Zie antwoord op vraag 7.

5 en 6

Er heeft op de luchthaven London Heathrow een test met dergelijke apparatuur plaats gevonden. De uitkomsten hiervan voor wat betreft detectie en praktische toepasbaarheid zijn door een vertegenwoordiger van het Engelse Department for Transport (DFT) mondeling meegedeeld in het kader van internationaal overleg. De inhoud hiervan is als vertrouwelijk geclassificeerd. Ik kan hierover dan ook geen mededelingen doen. In

ieder geval wordt op basis van onder meer de resultaten van dit onderzoek op korte termijn de inzet van dergelijke apparatuur voor de beveiliging van de burgerluchtvaart in Nederland niet overwogen.

7

Ik acht een verbod op deze technieken niet aan de orde. Zoals uit mijn antwoord op vraag 1 blijkt zijn de onderhavige technieken nog in ontwikkeling.

Het behoeft geen betoog dat dergelijke technieken een inbreuk met zich kunnen brengen op het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Indien onomstotelijk vast komt te staan dat deze technieken ongevaarlijk zijn voor de mens is er geen sprake van een inbreuk op het recht op onaantastbaarheid van het menselijk lichaam.

Indien de overheid deze technieken in de toekomst zou gaan gebruiken is het afhankelijk van het doel en de wijze van de toepassing daarvan of er aanvullende wetgeving nodig is.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, Aanhangsel

2790