Antwoorden op vragen GL over bescherming van de vrijheid van meningsuiting van het Nederlands Olympisch team in China

publicatie datum 28 april 2008
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Buitenlandse Zaken i
Volksgezondheid, Welzijn en Sport i
beantwoordende ministerie Buitenlandse Zaken i
Volksgezondheid, Welzijn en Sport i
kamerleden M. (Mariko) Peters i
partijen GroenLinks i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2007–2008

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2113

Vragen van het lid Peters (GroenLinks) aan de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over bescherming van de vrijheid van meningsuiting van het Nederlands Olympisch team in China.(Ingezonden 17 maart 2008)

1

Bedoelt u met uw oordeel dat het universeel recht op vrijheid van meningsuiting van toepassing «moet zijn» voor Nederlandse sporters tijdens de Olympische Spelen dat deze op hen ook van toepassing

«is»?1

2

Hoe luidt uw antwoord op de eerder gestelde, maar niet beantwoorde vraag, of u de waarschuwing van het NOC*NSF kunt bevestigen dat het gevaar bestaat dat sporters door de Chinese autoriteiten worden opgepakt en vastgezet als zij zich kritisch uitlaten over de mensenrechten- of politieke situatie in China?

3

Welke maatregelen (in uw antwoord schrijft u over «beperkte mogelijkheden tot maatregelen») kan en zal Nederland nemen in het geval dat de Chinese autoriteiten actie ondernemen jegens Nederlandse leden van het Olympisch team indien

zij zich kritisch uitlaten over de mensenrechten- of politieke situatie in China?

4

Waarom kiest u ervoor u grotendeels neer te leggen bij de gevaren die de Nederlandse sporters lopen in China door te antwoorden dat China haar eigen regels en wetten mag uitvoeren op het gebied van mensenrechten? Deelt u het oordeel dat u daarmee de sporters ontmoedigt om van hun universeel recht op vrijheid van meningsuiting gebruik te maken als zij dat willen?

5

Bent u bereid u via diplomatieke wegen in te zetten voor een garantie van de Chinese autoriteiten dat de sporters in geen geval worden ondervraagd, opgepakt en/of vastgehouden? Zo neen, waarom niet? Bent u in dat geval bereid u in te zetten voor een garantie van de Chinese autoriteiten dat de sporters niet worden ondervraagd, opgepakt en/of vastgehouden zonder voorafgaande tussenkomst van de Nederlandse ambassade?

6

Bent u bereid de leden van het Nederlands Olympisch team, die tijdens de Olympische Spelen Nederland vertegenwoordigen en zodoende gezien kunnen worden als ambassadeurs van Nederland, een tijdelijk diplomatiek paspoort af te geven (zoals het ministerie dit ook in

sommige andere gevallen doet), opdat zij extra bescherming genieten tijdens hun verblijf in China? Zo neen, waarom niet?

1 Aanhangsel handelingen nr. 1665, vergaderjaar 2007–2008.

Antwoord

Antwoord van minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) en staatssecretaris Bussemaker (Volksgezondheid, Welzijn en Sport). (Ontvangen 22 april 2008)

1

Het recht op vrijheid van

meningsuiting is universeel, maar

materieel niet in alle landen volledig

gerealiseerd. China is één van die

landen.

2

Zoals reeds aangegeven heeft het NOC*NSF geen brief gestuurd, maar een mondelinge briefing verzorgd. Het ging om een eigen initiatief van NOC*NSF onder hun eigen verantwoordelijkheid waarbij geen vertegenwoordigers van onze ministeries aanwezig waren. Voor nadere informatie over het tijdens die bijeenkomst besprokene verwijzen wij derhalve naar NOC*NSF. De afspraken met betrekking tot de wijze waarop Nederlandse sporters zich tijdens de Olympische Spelen wel en niet kunnen uiten bij sportevenementen en officiële Olympische bijeenkomsten zijn een

KVR31721 2070814740 0708tkkvr2113 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2008

Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, Aanhangsel

4329

zaak van IOC, NOC*NSF en de Olympische sporters zelf.

3

In het algemeen kan Nederland China aanspreken op de universaliteit van de vrijheid van meningsuiting. Daarnaast zal Nederland leden van het Nederlands Olympisch team uiteraard bijstaan in geval de Chinese autoriteiten actie tegen hen ondernemen. Wij achten het verder niet wenselijk of zinvol om vooruit te lopen op specifieke hypothetische situaties.

4

Nederlandse Olympische sporters die China bezoeken hebben te maken met enerzijds de afspraken die voortvloeien uit het Olympisch Handvest en anderzijds de Chinese wet- en regelgeving. De leden van het Nederlands Olympisch team worden niet ontmoedigd zich uit te spreken, maar de regering heeft de verantwoordelijkheid een zo goed mogelijk beeld te schetsen van de wijze waarop China zijn wet- en regelgeving uitoefent en de wijze waarop het invulling en uitvoering geeft aan de mensenrechten. Het zou getuigen van naïviteit als de regering de indruk zou wekken dat zij kan voorkomen dat personen die Chinese wet- en regelgeving overtreden in China worden ondervraagd, gearresteerd of vastgehouden.

5

Het is niet realistisch te veronderstellen dat de Chinese autoriteiten bereid zouden zijn toe te zeggen dat zij in geen geval Nederlandse sporters zouden ondervragen, arresteren of vasthouden. Dat zou Nederlandse sporters volledige immuniteit geven, ook bij misdrijven die geheel los staan van de Olympische Spelen, zoals bij wijze van spreken diefstal of inbraak. De Chinese autoriteiten zijn op grond van het Verdrag van Wenen inzake Consulaire Relaties verplicht de Nederlandse ambassade te informeren indien een Nederlander is gearresteerd en de Nederlandse arrestant te wijzen op zijn recht contact te leggen met de Nederlandse ambassade zodat hem consulaire bijstand kan worden verleend. Mocht een Nederlandse sporter worden ondervraagd, opgepakt en/of vastgehouden, dan zal de Nederlandse ambassade hen dus bijstaan.

6

Het verstrekken van een tijdelijk diplomatiek paspoort aan de leden van het Nederlands Olympisch team leidt niet tot extra bescherming in China. Een diplomatiek paspoort biedt namelijk geen immuniteit van strafvervolging. Alleen in geval van diplomatieke accreditatie, zoals bedoeld in het Verdrag van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer, genieten de betreffende houders van een diplomatiek paspoort immuniteit van strafvervolging in de ontvangende Staat. Daarbij geldt dat ook geaccrediteerde houders van een diplomatiek paspoort zich (in beginsel) aan lokale wet- en regelgeving dienen te houden. In dit licht acht ik het zinvol noch wenselijk om leden van het Nederlands Olympisch team voor de duur van de Olympische Spelen een tijdelijk diplomatiek paspoort te verstrekken.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, Aanhangsel

4330