Antwoorden op vragen PVV over een uitgelekte brief over godslastering

publicatie datum 9 juni 2008
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Justitie i
beantwoordende ministerie Justitie i
kamerleden R. (Raymond) de Roon i
partijen Partij voor de Vrijheid i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2007–2008

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2562

Vragen van het lid De Roon (PVV) aan de minister van Justitie over een uitgelekte brief over godslastering. (Ingezonden 7 mei 2008)

1

Klopt het dat uw op 6 mei 2008 gedateerde brief over godslastering abusievelijk is verzonden naar de Kamer?1 Waarom heeft u deze brief weer «ingetrokken»?

2

Realiseert u zich dat de grootste catastrofes die zich hebben voltrokken, vaak gebaseerd waren op een godsdienst of een levensovertuiging? Waarom wilt u dan bepalingen in het leven roepen die critici van een godsdienst of levensovertuiging dwingen tot zelfcensuur? Wilt u afstand nemen van de passages in de brief, waarin het «zich beledigend uitlaten ten aanzien van een bepaalde godsdienst of levensovertuiging» met strafbaarstelling wordt bedreigd?

3

Bent u van mening, dat de in de brief aangekondigde introductie van het openbare-ordekarakter ter bepaling van de strafwaardigheid van godslastering en als legitimatie van ingrijpen door de overheid, tot nog meer zelfscensuur zal leiden, omdat talloze groeperingen met ordeverstoringen kunnen dreigen als iemand iets ten nadele van hun

godsdienst of levensovertuiging zou willen zeggen?

4

Kunt u zich voorstellen dat mensen zich in vrij gekozen bewoordingen, naar eigen keuze zo scherp als maar nodig wordt geoordeeld, moeten kunnen uiten over godsdiensten en levensovertuigingen die naar hun oordeel een bedreiging inhouden voor de mensenrechten, de vrijheid van het individu, de levens en het zelfbeschikkingsrecht van mensen enz. enz.?

5

Ziet u in, dat de hierboven gewraakte voornemens in de brief, vooral de op wereldhegemonie uit zijnde islam in de kaart speelt en de critici van de islam in ons land dwingt tot zelfcensuur en dhimmitude? Waarom wilt u het zo opnemen voor de islam?

6

Is het uw bedoeling om met deze voornemens uit de brief, in de toekomst preventief op te kunnen treden tegen de voorgenomen productie of het uitbrengen van islam-kritische uitingen, zoals de film Fitna?

1 http://www.elsevier.nl/nieuws/politiek/ artikel/asp/artnr/204084/index.html

Antwoord

Antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie). (Ontvangen 27 mei 2008)

1 tot en met 6

Op 29 april jl. is abusievelijk een concept-versie van de door mij in het Algemeen Overleg over het WODC-onderzoek naar godslastering aan de Tweede Kamer toegezegde brief gereed gemaakt voor verzending aan de Kamer en op de website van mijn ministerie geplaatst. Onmiddellijk nadat dit was gebleken, zijn maatregelen getroffen om de fout te herstellen. De concept-brief – tot dan toe alleen in een digitale versie verzonden aan de Tweede Kamer – is ingetrokken.

Met de vaststelling dat er een ongelukkige fout is gemaakt die heeft geleid tot het verzenden van een concept-versie van de brief, kan ik de eerste vraag van de heer De Roon beantwoorden. De overige vragen die de heer De Roon stelt zien op de inhoud van het betreffende concept. Nu het hier gaat om een abusievelijk verzonden concept, dat nog geen voorwerp was geweest van besluitvorming, noch van de benodigde afstemming en beraadslaging in het kabinet, is het niet aangewezen om deze door de heer De Roon gestelde vragen op dit moment te beantwoorden. Dit kan geschieden in het kader van de voortzetting van het bovengenoemde Algemeen Overleg, aan de hand van de brief zoals die op dat moment door de Kamer zal zijn ontvangen.

KVR32200 2070819680 0708tkkvr2562 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2008

Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, Aanhangsel

5255