Decreet van 5 junij 1806

LOUIS NAPOLEON, door de Gratie Gods en de Constitutioneele Wetten van den Staat, Koning van Holland, aan allen die genen, welke deze zullen zien en lezen, Salut!

Doen te weten aan allen, dat Wij, met goedkeuring van Zijne Majesteit den Keizer en Koning NAPOLEON, onzen Doorluchtigen Broeder, hebben aangenomen en aannemen de Koninklijke waardigheid van Holland, overeenkomstig met de wensch van het land, met de Constitutioneele Wetten, en met het tractaat, op heden met de wederzijdsche Ratificatiën door de Gedeputeerden van de Hollandsche Natie aan ons aangeboden.

Bij onze komst op den Troon zal onze dierbaarste zorge zijn voor de belangen van ons Volk te waken. Wij zullen steeds ter harte nemen om aan hetzelve gedurige en menigvuldige blijken te geven van onze liefde en van onze bezorgdheid; handhavende ten dien einde de vrijheid van alle onze Onderdanen, mitsgaders hunne Regten, en ons geduriglijk met hun welzijn bezig houdende.

De onafhankelijkheid van het Koninkrijk is gewaarborgd door zijne Majesteit den Keizer en Koning. De Constitutioneele Wetten, mitsgaders onze vaste wil, strekken niet minder aan een iegelijk, ten waarborge voor zijne Schuldeischen op den Staat, voor zijne Persoonlijke veiligheid, en voor zijne gewetens vrijheid.

Het is na deze verklaring, dat wij gedecreteerd heb¬ben en decreteeren bij deze.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1: Benoeming Ver Huell en Gogel

Onze Ministers van de Marine en Financiën, benoemd bij ons Decreet van heden, zullen dadelijk hunne functiën aanvaarden. De overige Ministers zullen voortgaan met hunne functiën tot naderen last waar te nemen.

2: Autoriteiten blijven tot nader order in plaats

Alle de Geconstitueerde Autoriteiten hoegenaamd, Burgerlijke en Militaire, zullen voortgaan hunne functiën waartenemen, totdat daarin nader of andere zal zijn voorzien.

3: Publicatie Constitutionele Wetten van Staat en Tractaat

Dadelijk worden op de meest volledige wijze openbaar gemaakt, de Constitutioneele Wetten van Staat, met het Tractaat, den 24 Mei dezes Jaars te Parijs gesloten, tusschen Zijne Majesteit den Keizer en Koning, en de Bataafsche Republiek, zoo als dezelve hier achter zijn uitgedrukt, mitsgaders het tegenwoordig Decreet.

Dien volgens gelasten en bevelen Wij, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort, met last aan allen dien het aangaat, om te zorgen, dat aan den inhoud dezes stiptelijk worde voldaan.