Artikel 180: Toezicht over regtsgang bij lagere hoven

179
Artikel 180
181

De Hooge Raad heeft het toezigt op den geregelden loop en de afdoening van regtsgedingen, mitsgaders op de nakoming der wetten bij alle hoven en regtbanken, en kan derzelver handelingen, dispositiën en vonnissen, daarmede strijdig, vernietigen en buiten effect stellen, volgens de bepaling door de wet daaromtrent te maken.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Staatsblad

De gronden tot opbouw der regterlijke verordeningen in de eerste grondwet gelegd, waren grootendeels overeenkomstig met de oude Hollandsche instellingen en weken niet wezenlijk van die der Belgische provinciën af. Wij hebben dezelve behouden.

Tot beslissing van burgelijke zaken bestaan er regtbanken van eersten aanleg naar het meeste gerijf der twistende partijen geplaatst (art 134 [165]). Een hof van hooger beroep spreekt regt over een of meer provinciën, (art. 182).

Een opperste geregtshof heeft het toezigt over de handelingen van alle regterlijke kollegiën, en is bekleed met zodanig gezag als de wet aan hetzelve nader zal toekennen (art. 180).

De vervolging en bestraffing der misdaden is in elk regtsgebied toebetrouwd aan regters, die ook in burgerlijke geschillen uitspraak doen, en alzoo matigt deze hunne dubbele betrekking eene te groote helling tot strengheid, welke door eene uitsluitende oefening van het strafregt welligt bij hen zoude kunnen geboren worden.

Een hoog militair geregtshof uit regtsgeleerden en krijgslieden zamengesteld, bestemd om de vonnissen der krijgsraden nategaan, en zelve de regtsmagt door de wet aan hetzelve toetekennen te beoefenen, terwijl zeer belangrijke bedenkingen ons hebben doen besluiten, de kennisneming van alle misdaden door het krijgsvolk begaan aan die regtbank optedragen (art. 186).

Voorts zullen de bepalingen van bet burgerlijk en lijfstraffelijk regt, van de regten des koophandels en bet beleid en het zamenstel van bet justitiewezen, voor het geheele Rijk in algemeene wetboeken vervat worden (art. 163).

De onafhankelijkheid der regters is gewaarborgd; zij worden op eenen vasten en wettelijken voet bezoldigd, door den Koning benoemd, en wel de meesten hunner voor hun leven, op voordragt der Provinciale Staten, of van de tweede kamer der Staten-Generaal (art. 126 [113?], 182 en 183). Zie daar, Sire! de gronden van een stelsel 't welk door Uwe Majesteit overwogen, en door de Staten-Generaal aangenomen, eene nieuwe weldaad voor dit volk wezen zal.

2.

Ontwikkeling artikel

1798

In geval van misdrijf, schorst de voornoemde Agent het Vonnis, en draagt zijne aanklagt voor aan het Vertegenwoordigend Lichaam, met eisch van regtsvervolging.

1801

Hetzelve heeft het speciaal toezigt over de Gerechtshoven en Rechtbanken in de Bataafsche Republiek. Het kan derzelver Vonnissen en handelingen voorzooverre deze met de Wetten aangaande de administratie van Justitie en de form van Rechtspleging strydig zyn, schorsen en vernietigen; en reden tot aanklagt vindende, den publieken Aanklager gelasten, het recht van het Bataafsche Volk waar te nemen; hetzelve zal echter nimmer bevoegd zyn, zich in de beëordeeling der zaak zelve in te laten.

1805

Het Nationaal Geregtshof heeft het speciaal toezigt over de Geregtshoven en Regtbanken in het Bataafsch Gemeenebest. Het kan derzelver vonnissen en handelingen, voor zoo verre deze met de Wetten aangaande de administratie der Justitie, en de form van Regtspleging strijdig zijn, schorsen en vernietigen; hetzelve zal echter nimmer bevoegd zijn zich in de beoordeeling der zaak zelve intelaten.

1806

Het Nationaal Geregtshof heeft speciaal toezigt over de Geregtshoven en Regtbanken in het Koningrijk; het kan derzelver Vonnissen en Handelingen, voor zoo verre deze met de Wetten, aangaande de administratie der Justitie, en de form van Regtspleging strijdig zijn, schorsen en vernietigen; hetzelve zal echter nimmer bevoegd zijn, zich in de heoordeeling der zaak zelve intelaten.

1814

De Hooge Raad heeft het toezigt op den geregelden loop en de afdoening der regtsgedingen; op de nakoming van de wetten, betreffende de administratie der Justitie en den vorm van regtspleging bij alle Hoven, Regtbanken en Regters, en kan derzelver handelingen, dispositiën en vonnissen, daarmede openlijk strijdig, vernietigen en buiten effect stellen, zonder zich nogtans in de beoordeeling der zaken intelaten.

1815

De Hooge Raad heeft het toezigt op den geregelden loop en de afdoening van regtsgedingen, mitsgaders op de nakoming der wetten bij alle hoven en regtbanken, en kan derzelver handelingen, dispositiën en vonnissen, daarmede strijdig, vernietigen en buiten effect stellen, volgens de bepaling door de wet daaromtrent te maken.

1840: art 178, 1848: art 162
1887

De Hooge Raad heeft het toezigt op den geregelden loop en de afdoening van regtsgedingen, alsmede op het nakomen der wetten door de leden der regterlijke magt.

Hij kan hunne handelingen, beschikkingen en vonnissen, wanneer die met de wetten strijdig zijn, vernietigen en buiten werking stellen volgens de bepaling door de wet daaromtrent te maken, en behoudens de door de wet te stellen uitzonderingen.

De overige bevoegdheden van den Hoogen Raad worden geregeld bij de wet.

1917: art 165
1922

De Hooge Raad heeft het toezicht op den geregelden loop en de afdoening van rechtsgedingen, alsmede op het nakomen der wetten door de leden der rechterlijke macht en door de personen, bedoeld aan het slot van artikel 156 i.

Hij kan hunne handelingen, beschikkingen en vonnissen, wanneer die met de wetten strijdig zijn, vernietigen en buiten werking stellen volgens de bepaling door de wet daaromtrent te maken, en behoudens de door de wet te stellen uitzonderingen.

De overige bevoegdheden van den Hoogen Raad worden geregeld bij de wet.

1938: art 172, 1948: art 172, 1953: art 179, 1956: art 179, 1963: art 179, 1972: art 179