Artikel 69: Voordragt wetten en voorstellen; Besluit over voordragten van de Staten-Generaal

68
Artikel 69
70

De Koning draagt aan de Staten-Generaal wetten voor, en doet zoodanige andere voorstellen, als Hij noodig oordeelt.

Hij heeft het regt om de voordragten, aan Hem door de Staten-Generaal gedaan, al of niet goed te keuren.

1.

Ontwikkeling artikel

1798

Het ontwerpen en voorstellen van alle wetten en besluiten behoort alleen, en bij uitsluiting, aan de Eerste Kamer, en het al of niet bekragtigen van dezelven, aan de Tweede Kamer.

1801

Het Staats-Bewind zal gehouden zyn, het ontwerp van alle Wetten aan het Wetgevend Lichaam voortedragen; dezelve, goedgekeurd zynde, worden door het Staats-Bewind afgekondigd.

1805

De Raadpensionaris kan in Persoon de door hem ontworpene en voorgestelde Wetten in de Vergadering van Hun Hoog Mogenden komen adstrueeren, of zulks in zijn naam laten doen door Leden van den Staatsraad.

1806

De Koning begeeft zich in Persoon naar de Vergadering van Hun Hoog Mogenden, zoo dikwijls hij zulks zal goedvinden.

De Functiën van President der Vergadering houden op gedurende den tijd, dat de Koning zich in dezelve bevindt.

De Vergadering van Hun Hoog Mogenden raadpleegt nimmer in tegenwoordigheid des Konings.

De Concept-Wetten worden namens den Koning bij deze Vergadering ingediend, door eene Commissie uit den Staatsraad.

1814

De Souvereine Vorst heeft het regt om aan de Staten Generaal wetten voor te dragen en andere voorstellen te doen, alsmede om de voordragten door de Staten Generaal Hem gedaan al of niet goed te keuren.

De goedkeuring wordt op deze wijze uitgedrukt:

"De Souvereine Vorst bewilligt in het voorstel."

Ingevalle Hij meent het voorstel niet te kunnen goedkeuren, wordt zulks in dezer voege te kennen gegeven:

"De Souvereine Vorst houdt het gedaan voorstel in overweging."

1815: art 70, 1840: art 69, 1848: art 69
1887
1917: art 71, 1922: art 71, 1938: art 73, 1948: art 73, 1953: art 80, 1956: art 80, 1963: art 80, 1972: art 80
1983
  • 1. 
    Voorstellen van wet kunnen worden ingediend door of vanwege de Koning en door de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
  • 2. 
    Voorstellen van wet waarvoor behandeling door de Staten-Generaal in verenigde vergadering i is voorgeschreven, kunnen worden ingediend door of vanwege de Koning en, voor zover de betreffende artikelen van hoofdstuk 2 dit toelaten, door de verenigde vergadering.
  • 3. 
    Voorstellen van wet, in te dienen door de Tweede Kamer onderscheidenlijk de verenigde vergadering, worden bij haar door een of meer leden aanhangig gemaakt.
1987: art 82, 1995: art 82, 1999: art 82, 2000: art 82, 2002: art 82, 2005: art 82, 2006: art 82, 2008: art 82, 2017: art 82, 2018: art 82, 2022: art 82