Eerste Afdeeling. Van de Zamenstelling der Staten-Generaal.

Inhoudsopgave van deze pagina:

74: Staten-Generaal vertegenwoordigen het geheele Nederlandsche volk

De Staten-Generaal vertegenwoordigen het geheele Nederlandsche volk.

75: Twee Kamers

De Staten-Generaal zijn verdeeld in eene Eerste en Tweede Kamer.

76: Kiesregt

De leden der Tweede Kamer worden in de kiesdistricten, waarin het Rijk verdeeld wordt, gekozen door de meerderjarige ingezetenen, Nederlanders, in het volle genot der burgerlijke en burgerschapsregten, en betalende in de directe belastingen eene som, die overeenkomstig met de plaatselijke gesteldheid, doch niet beneden het bedrag van f 20, noch boven dat van f 160, in de kieswet zal worden vereischt.

77: Omvang Tweede Kamer is bevolkingsafhankelijk

Het getal van de leden der Tweede Kamer wordt bepaald naar de bevolking, voor ieder 45.000 één.

De verdere regels ten aanzien van het kiesregt stelt de kieswet.

78: Omvang Eerste Kamer; Eisen leden; Wijze van verkiezing; Herkomst leden

De Eerste Kamer bestaat uit 39 leden.

Zij moeten behooren tot de hoogst aangeslagenen in de rijks-directe belastingen. Het getal dezer hoogst aangeslagenen, waaruit zij worden gekozen, wordt in elke provincie zoo bepaald, dat op iedere drie duizend zielen één, die tevens de overige vereischten bezit om lid dezer Kamer te zijn, verkiesbaar is.

Deze overige vereischten zijn dezelfde, welke voor de leden der Tweede Kamer worden gevorderd.

Zij worden verkozen door de Provinciale Staten, in de volgende verhouding:

Noordbrabant 5

Gelderland 5

Zuidholland 7

Noordholland 6

Zeeland 2

Utrecht 2

Friesland 3

Overijssel 3

Groningen 2

Drenthe 1

Limburg 3

39 leden.

Ingeval van vereeniging of splitsing van provinciën voorziet dezelfde wet, die dit beveelt, in de wijziging, welke daardoor in deze verhouding noodig zal worden bevonden.