Visserijakkoord met Mauritanië: duurzame ontwikkeling moet prioriteit zijn volgens Europarlementariërs

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op donderdag 12 mei 2011, 12:30.

Voorafgaand aan onderhandelingen met Mauritanië over de vernieuwing van één van de belangrijkste visserijakkoorden van de EU, benadrukken de Europarlementsleden dat het evenwicht tussen economische voordelen en de instandhouding van de visbestanden hun grootste prioriteit is. In een niet-wetgevende resolutie die de leden donderdag hebben aangenomen, wijzen ze op het belang van duurzaamheid en steun voor de ontwikkeling van de infrastructuur in Mauritanië.

De Europarlementsleden zijn bezorgd om overbevissing van bepaalde bestanden, zoals het octopusbestand. Ze vragen de Commissie om met Mauritanië de ontwikkeling van op de lange termijn gerichte beheersplannen voor de visserij te bespreken, die alle visserijrechten zouden omvatten die door de Mauritaanse autoriteiten zowel aan de nationale vloot als aan de vloten uit derde landen (ook onder EU vlag) worden toegekend. Duurzame ontwikkeling van de lokale visserij moet ook financieel ondersteund worden, waarbij het geld in het bijzonder naar onderzoek, controle of infrastructuur moet gaan.

Schepen onder EU-vlag mogen alleen hoeveelheden die de Mauritaanse vloot zelf niet kan vangen of resthoeveelheden exploiteren, stelt de resolutie.

Steun voor de ontwikkeling van infrastructuur

De EU moet de ontwikkeling van infrastructuur in Mauritanië volgens de Europarlementsleden verder ondersteunen. Dat kan door de bouw te steunen van adequate faciliteiten voor het aanvoeren van vis aan de centrale en zuidelijke kust van Mauritanië. Bovendien zou het moderniseren van de haven van Nouabidou volgens hen de EU-vloot in staat stellen doelmatiger te opereren, de investeringsstromen vergemakkelijken en de weerslag van het visserijakkoord op de plaatselijke economie vergroten.

De huidige overeenkomst, die op 1 augustus 2012 vervalt, is van toepassing op schepen uit Nederland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Polen, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Onderhandelingen over een nieuw akkoord zullen naar verwachting in juni van start gaan. Zodra er eenmaal een overeenkomst is bereikt, moet die eerst nog door het Parlement worden goedgekeurd om van kracht te kunnen gaan.