Pensionado's klagen Nederlandse staat aan bij Europees Hof voor de Rechten van de Mens

Nederlandse gepensioneerden die in het buitenland wonen, hebben bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens i een klacht ingediend tegen de Nederlandse staat. Inzet is het al jaren slepende conflict over de verplichte ziektekostenverzekering.

Sinds de invoering van de zorgwet in 2006 betalen zo’n 40.000 geëmigreerde Nederlandse gepensioneerden in Nederland verplicht honderden euro’s premie. Dat geeft hen het recht om gebruik te maken van het zorgstelsel van het land waar ze wonen.

Dubbel verzekerd

Veel pensionado’s maken daar echter geen gebruik van. De communicatie met lokale artsen is vaak moeizaam of de zorg die door de verzekeraars wordt vergoed is in hun ogen niet de juiste of onvoldoende. Veel gepensioneerden zijn daarom dubbel verzekerd, een keer verplicht en een keer vrijwillig voor de zorg die ze wel willen hebben.

De klacht bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens is ingediend door twee gepensioneerden. Die worden daarin ondersteund door de Stichting Belangenbehartiging Nederlandse Gepensioneerden in het Buitenland, SBNGB. De klacht is een ultieme poging om recht te halen, zegt voorzitter Cees van der Wiel. De SBNGB procedeert al zes jaar tegen de nadelige gevolgen van de zorgwet voor Nederlandse pensionado’s.

Discriminatie

Dat leidde in 2010 tot het oordeel van het Europese Hof van Justitie i dat de Nederlandse staat de geëmigreerde gepensioneerden discrimineert ten opzichte van inwoners van Nederland. Volgens het Hof was het vervolgens aan de Nederlandse rechter om daar een definitief oordeel over te vellen.

Van der Wiel: ‘Maar de Nederlandse rechter, de Centrale Raad van Beroep, vond dat de Nederlandse staat niet met opzet heeft gediscrimineerd en dat er hooguit sprake was van bestuurlijke naïviteit.’ Volgens de CRB wordt de verplichte premie dan ook terecht ingehouden. ‘Ondanks het oordeel van het hoogste Europese rechtscollege verandert er dus niets’, zegt Van der Wiel.

Snelle behandeling

Wanneer het Europese Hof voor de Rechten van de Mens de zaak behandelt, is nog niet bekend. Wel heeft de SBGNB aangedrongen op haast vanwege de leeftijd van de klagers. Van der Wiel: ‘Een van hen is al 86 jaar oud’.

Op een mogelijke uitkomst wil Van der Wiel niet teveel vooruitlopen: ‘Daar is weinig over te zeggen. We hopen uiteraard dat we in het gelijk worden gesteld en dat de Nederlandse staat wordt gedwongen om deze situatie recht te zetten.’