Brief inzake ontwerpbesluit prostitutie en seksbranche - Regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche (Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche) - Hoofdinhoud

Deze brief is onder nr. N toegevoegd aan wetsvoorstel 32211 - Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche i.

Officiële titel	Regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche (Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche); Brief inzake ontwerpbesluit prostitutie en seksbranche
Document­datum	12-12-2013
Publicatie­datum	12-12-2013
Nummer	KST32211N
Kenmerk	32211, nr. N
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2013–2014

32 211

Regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche (Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche)

N

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 december 2013

Bij brief van 26 maart 2013¹ verzocht de voorzitter van de vaste commissie van Veiligheid en Justitie onder meer om de inhoud van de amvb gebaseerd op het wetsvoorstel regulering prostitutie en bestrijding mensenhandel. In mijn brief van 19 april 2013 deed ik u reeds een schematisch overzicht van deze amvb toekomen en heb ik aangegeven dat het definitieve ontwerp ter kennis van beide kamers zal worden gebracht. Bijgevoegd ontwerpbesluit² bevat een uitwerking van de zedelijkheidseisen aan de exploitant, eisen aan het bedrijfsplan van prostitutiebedrijven en regels over het beheer van het landelijk register van vergunningen. De grondslag voor regeling hiervan blijft ook na aanpassing van het wetsvoorstel middels de toegezegd novelle bestaan. Bij brief van 24 oktober 2013 heb ik de Tweede Kamer hierover geïnformeerd.

Het ontwerpbesluit is tevens ter consultatie aan de meest betrokken partijen aangeboden. De consultatietermijn eindigt op 15 januari 2014, waarna het College bescherming persoonsgegevens op grond van artikel 51, tweede lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens zal adviseren.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

¹  Zie EK 32 211, J

²  Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 148330.37.1