Hoofdstuk 8 - Wijziging van het statuut en aanvullende regelgeving
Inhoudsopgave van deze pagina:
40: Vereenvoudigde wijzigingsprocedure
-
1.Overeenkomstig artikel III-187, lid 3, van de Grondwet kunnen artikel 5, leden 1, 2 en 3, de artikelen 17 en 18, artikel 19, lid 1, de artikelen 22, 23, 24 en 26, artikel 32, leden 2, 3, 4 en 6, artikel 33, lid 1, onder a), en artikel 36 van dit statuut bij Europese wet worden herzien:
-
a)hetzij op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank;
-
b)hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank en na raadpleging van de Commissie.
-
-
2.Artikel 10, lid 2, kan bij Europees besluit van de Europese Raad, hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank en na raadpleging van het Europees Parlement en de Commissie, hetzij op aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank, met eenparigheid van stemmen worden gewijzigd. De wijzigingen treden pas in werking nadat zij door de lidstaten overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen zijn goedgekeurd.
-
3.Tot een aanbeveling van de Europese Centrale Bank uit hoofde van dit artikel wordt in de Raad van bestuur met eenparigheid van stemmen besloten.
41: Aanvullende regelgeving
Overeenkomstig artikel III-187, lid 4, van de Grondwet stelt de Raad de Europese verordeningen en besluiten vast betreffende de maatregelen bedoeld in artikel 4, artikel 5, lid 4, artikel 19, lid 2, artikel 20, artikel 28, lid 1, artikel 29, lid 2, artikel 30, lid 4, en artikel 34, lid 3, van dit statuut. De Raad besluit na raadpleging van het Europees Parlement:
-
a)hetzij op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank;
-
b)hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank en na raadpleging van de Commissie.