Voorbereidingen voor de Europese top met de Europese verkiezingen voor de deur
In het debat dinsdag over de Europese Raad i van 18-19 juni spraken Europarlementariërs i, de Raad i en de Commissie i niet alleen over de agenda van de top, maar ook over het belang van de ratificatie van het Verdrag van Lissabon i en vooral van de komende Europese verkiezingen van 4-7 juni.
Namens de Raad
Vicepremier Alexandr VONDRA i sprak eerst over institutionele zaken. Hij was hoopvol dat de Tsjechische Senaat het Verdrag van Lissabon "ergens vanavond of bijna morgenochtend" zou ratificeren en voegde eraan toe "ik ben ervan overtuigd dat die resultaten een positieve boodschap zullen uitsturen naar andere lidstaten i". Wat de benoeming van de volgende Voorzitter van de Europese Commissie betrof, na de Europese verkiezingen, zei hij zich bewust te zijn van het feit dat het Europees Parlement i daarbij betrokken wilde worden, maar dat de kwestie ingewikkeld was en dat het Voorzitterschap zich moest bezinnen over de manier waarop het te werk wilde gaan. Natuurlijk zou de top ook in grote mate over de economische en financiële crisis gaan. Meer specifiek zouden de staatshoofden en regeringsleiders zich buigen over regels voor een beter toezicht en een betere regulering van de financiële instellingen en maatregelen om de reële economie en de werkgelegenheid te ondersteunen.
Namens de Commissie
Voorzitter van de Europese Commissie José Manuel BARROSO i ging in op de Europese verkiezingen: "we moeten uitleggen waarom de EU zo belangrijk is, waarom ze moeten gaan stemmen". Hij verwees naar de wetgeving die het Europees Parlement de afgelopen vijf jaar had aangenomen - over het klimaat, de interne energiemarkt, veiligheid op zee, energieveiligheid, vrijheid en veiligheid en de financiële markten - en zei "we moeten de kiezers duidelijk maken dat deze resultaten geboekt zijn".
De Raad moest verder moeten blijven werken aan de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. Het belangrijkste agendapunt van de top zou de economische crisis zijn. Tussen nu en de Europese Raad moest men aan twee werkterreinen aandacht schenken: de heropbouw van een regelgevend toezichtsstelsel voor financiële diensten en de werkgelegenheid.
Fractiewoordvoerders
Ook Joseph DAUL i (EVP-ED, FR) ging in op de benoeming van de nieuwe Commissievoorzitter. Die moest volgens hem, "conform de Europese verkiezingen, uit de rangen van de grootste parlementaire fractie" komen. Hij wilde Vicepremier Vondra lof toezwaaien voor hoe het Tsjechisch Voorzitterschap tijdens zijn eerste maanden moeilijke situaties had aangepakt en hij voegde eraan toe: "ik hoop dat het Tsjechisch Voorzitterschap in net zo'n constructieve geest kan worden afgerond".
"Wij willen een koerswijziging", zei Hannes SWOBODA i (PES, AT) over de benoeming van de nieuwe Commissievoorzitter. "Wij willen een Commissie die meer aandacht schenkt aan de sociale problematiek". Ook de Raad moest de bevoegdheid krijgen "om meer te doen aan de sociale problematiek". Het was duidelijk geworden dat het "gebrek aan economische coördinatie van de Commissie en de Raad mede schuld droeg aan de zwakke aanpak van de crisis" en hij riep ze op om de stijgende jeugdwerkloosheid aan te pakken.
"We bekijken de Europese Raad met angst en ambitie", zei Graham WATSON i (ALDE/ADLE, UK). De samenstelling van de nieuwe Europese Commissie moest volgens Watson gebeuren "of op basis van het Verdrag van Nice i, of op basis van het Verdrag van Lissabon". Tegen Vondra zei hij: "uw Voorzitterschap is niet slecht geweest, maar het feit is dat ondanks de grootse inspanningen van u en uw team, dat we de eerste eurosceptische voorzitter van de Europese Raad hebben en het eerste instorten van de regering (die het Voorzitterschap waarneemt), dat is toch een beetje moeilijk om te vergeten". Maar natuurlijk zouden institutionele zaken de Europese campagne niet definiëren, want "de Europese burger vraagt dat we de last zouden verlichten van de economische crisis en het milieu dat in gevaar is".
Brian CROWLEY i (UEN, IE) vond dat de voorstellen die op de Europese Raad werden ingediend om de economische situatie te verbeteren snel ten uitvoer moesten worden gelegd. "99 % van de mensen denken niet aan over toekomst van de EU, ze denken na over hun eigen toekomst", zei hij. Samen moest aan een nieuwe weg voorwaarts worden gewerkt. "We moeten creatief en eerlijk zijn met de mensen ten aanzien van wat wij kunnen doen en opleveren". Hij bedankte Vondra voor het respect dat die het Parlement betoond had en "dat hij verder ging met het programma ondanks de problemen aan het thuisfront".
Monica FRASSONI i (GROENEN/EVA, IT) zei tegen Vondra: "morgen zal u beslissen of u al dan niet het Verdrag van Lissabon gaat goedkeuren. Wij wensen natuurlijk dat u uit de netelige kwestie komt". Wat de nieuwe Commissievoorzitter betrof, hoopte ze naast de huidige Voorzitter Barroso op een andere kandidaat: "blijkbaar is de heer Barroso helemaal alleen in deze campagne, dat is een grote fout". Ten aanzien van de klimaatwijziging en de conferentie van Kopenhagen riep ze de EU op om leiderschap te tonen.
"Bij de Europese Raad moet de ernst van de economische en sociale situatie op tafel liggen", zei Ilda FIGUEIREDO i (EVL/NGL, PT). De crisis was veroorzaakt door het neoliberale beleid. Daar was een breuk in nodig. "In plaats van te blijven hameren op het Verdrag van Lissabon en de soevereiniteit van het Ierse volk af te zwakken, moeten we het stabiliteitspact vervangen door een pact voor sociale vooruitgang". "Als we willen dat alle burgers deelnemen aan de verkiezingen moet je een antwoord geven op al die vragen", zei Figueiredo nog.
Volgens Hanne DAHL i (IND/DEM, DK) gaf de EU werkloze mensen de indruk dat de Europese leiders niet in de werkloosheid geïnteresseerd waren. Ze uitte grote kritiek op de euro: "veel landen hebben problemen door de gemeenschappelijke munt, dat is versterkt door de internationale crisis. De top moet aangeven hoe die landen uit de greep van de euro kunnen geraken. Hoeveel mensen in de EU moeten lijden onder het euro-engagement? Ze hebben het recht om te weten dat ze ook uit het eurokorset kunnen geraken".
Jana BOBOŠÍKOVÁ i (NI, CZ) zei: "wij zien nu dat diegenen die het Verdrag niet hebben geratificeerd gelijk hadden", want de EU en de lidstaten nemen maatregelen tegen de economische crisis en ze hebben daar het Verdrag niet voor nodig. "Iedereen maakt zich zorgen over het verdwijnen van de soevereiniteit van de lidstaten", zei ze en ze vergeleek de voorstanders van het Verdrag met de Comecon en Moskou. "U brengt het hele democratische proces in diskrediet. Alstublieft, zorgt u voor waarheid. Twintig jaar geleden zijn de mensen toch niet zomaar voor niks op straat gekomen".
Overige spreker
Frank VANHECKE i (NI, BE) zei: "we nemen eigenlijk een beetje in mineur afscheid van het Tsjechische voorzitterschap, dat nochtans schitterend begonnen was met de toespraak van President Klaus i in dit Parlement. Jammer genoeg is na die toespraak eigenlijk zo goed als niets wezenlijks gevolgd. Indien morgen het Tsjechische parlement ook nog Lissabon goedkeurt, waren we destijds helemaal blij met een dode mus". "Wat we eigenlijk nodig hebben, is een Unie die bereid is om zich tot zijn kerntaken te beperken en die niet per sé een grote superstaat in wording wil spelen".
Debat: 5 mei 2009