EP blikt met gemengde gevoelens terug op het Tsjechisch voorzitterschap
De Tsjechische eerste minister Jan Fischer bood de Europarlementariërs woensdagmorgen een overzicht van de afgelopen zes maanden Tsjechisch voorzitterschap. De belangrijkste uitdagingen waren daarbij de economie, het energiebeleid en de rol van de EU in de wereld.
Namens de Raad i
Premier Jan Fischer i ving zijn betoog aan met de opmerking: "Ik geloof niet dat de regeringscrisis in Tsjechië de EU heeft geschaad. We hebben het voorzitterschap zonder al te grote schokken weten voort te zetten".
Fischer ging in op de drie prioriteiten van het voorzitterschap. Wat het economisch beleid betreft, noemde hij de maatregelen die genomen waren om de mondiale economische crisis te bestrijden, zoals het economisch herstelplan, steun voor de bankensector, het verwerpen van het protectionisme en de regulering van de financiële markten. Aan de hand van de gascrisis begin 2009 was duidelijk geworden hoe belangrijk het energiebeleid was. De EU had zich ingezet om de energiezekerheid van de hele EU te versterken door € 4 miljard vrij te maken voor fondsen voor energiebevoorradingsprojecten en steun voor de diversificatie van energiebronnen. Tenslotte zei Fischer over het buitenlands beleid van de EU, dat de crisis in Gaza had aangetoond dat de Unie "nog moet leren om met één stem te spreken".
Namens de Commissie i
Commissievoorzitter José Manuel Barroso isprak lof uit voor de maatregelen van het Tsjechisch voorzitterschap om de economische en financiële crisis en de klimaatverandering te bestrijden. Over het Verdrag van Lissabon i zei hij, dat op de vorige top de noodzakelijke garanties waren overeengekomen, waarmee de Ierse regering een tweede referendum kon instellen. Hij loofde ook de Tsjechische senaat dat die het Verdrag tijdens het voorzitterschap had goedgekeurd. De estafettestok was doorgegeven aan het Zweedse voorzitterschap, want "de uitdagingen gaan door".
Fractiewoordvoerders
Het kersverse Parlementslid Ádám KÓSÁ (PPE, HU) zei dat hij "diep ontroerd was, dat hij als eerste dove Europarlementariër in het Europees Parlement i gebarentaal kon gebruiken. Ik spreek voor iedereen doe een handicap heeft. Ik hoor bij een Europese gemeenschap, ook al ben ik een minderheid". Een paar weken geleden had het Slowaakse Parlement wetgeving goedgekeurd om het gebruik van minderheidstalen te beperken. Hij riep de EU op tot het waarborgen van gelijke rechten en kansen voor minderheden en mensen met handicaps.
Volgens Libor ROUCEK (S&D, CZ) had het Tsjechische voorzitterschap inderdaad instabiliteit vertoond. Er waren ook successen geboekt, bijvoorbeeld met betrekking tot het energievraagstuk. Maar Europa en het Europees Parlement hadden nog meer verwachtingen en de Tsjechische respons op de economische crisis had daar niet aan voldaan. Hij sloot af door premier Fischer te bedanken dat hij het gezicht van het voorzitterschap had gered.
Alexander GRAF LAMBSDORFF (ALDE, DE) zei: "Het is de verdienste van het voorzitterschap dat de EU niet in het protectionisme van de jaren '30 is vervallen". Er waren "telkens stoorfactoren geweest", maar "u heeft laten zien dat net als in het voetbal, het spel door kan gaan, ook al wordt er gewisseld tijdens de rust". Toch zou het Tsjechische voorzitterschap "niet die plaats in de geschiedenis krijgen die we allemaal hadden gehoopt".
Rebecca HARMS (GREENS/EFA, DE) zei met spijt: "Wat we gewenst hadden als antwoord op de grote uidagingen, hebben we helaas niet gekregen. Zelfs een slakketempo halen we nog niet". Het Europees herstelplan noemde ze een "alibiprogramma". Hoe kwam dat nu allemaal? "Een land heeft heel zwak gehandeld, en voorzitter Barroso, waar was uw kracht dan in tijden van zwakte van het raadsvoorzitterschap? Wij hebben uw kracht niet gevoeld", zei ze.
Jan ZAHRADIL (ECR, CZ) zwaaide het Tsjechische voorzitterschap lof toe: "De Tsjechische regering is erin geslaagd om resultaten te boeken en continuïteit te verzekeren ondanks de problemen". Het voorzitterschap had het protectionisme bestreden en de gascrisis aangepakt. Volgens Zahradil had het Tsjechisch voorzitterschap "laten zien dat een land van middelbare grootte en een middelgrote lidstaat zeer goed werk kan leveren".
Miloslav RANSDORF (GUE /NGL, CZ) vond dat het Tsjechisch voorzitterschap was "gered door de regering van premier Fischer en premier Fischer persoonlijk". "Premier Fischer is de eerste politicus die dat laat zien", zei hij.
Nigel Paul FARAGE (EFD, UK) was het niet eens met de wetgeving die het voorzitterschap had voorbereid: "Voortdurend wil men nieuwe wetgeving, daar moeten we altijd maar trots op zijn, we hebben overregulering". Hij had grote kritiek op de garanties die Ierland na de afgelopen top had gekregen: "U bent een opsteller van een afschuwelijke tekst waarmee de Ieren moeten worden overgehaald om voor het Verdrag te stemmen. Het gaat allemaal over macht, Barroso en de Europese instellingen die altijd meer macht willen".
Andreas MÖLZER (NI, AT) zei: "In de zin van de Europese integratie was het te begroeten dat met Tsjechië één van de nieuwe lidstaten voorzitter werd". Maar, "politiek leiderschap blijkt vooral uit het omgaan met problemen, daar heeft het aan ontbroken". Zo was er geen akkoord gevonden tussen Kroatië en Slovenië en de toetredingsonderhandelingen met Kroatië waren daardoor gestaakt. Het was ook betreurenswaardig, dat Zweden de pogingen niet wilde voortzetten, dat had "Kroatië echt niet verdiend".
Debat: 15 juli 2009