Tweede nota van wijzigingen - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake provincies en gemeenten
Inhoudsopgave van deze pagina:
Nr. 10
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGINGEN Ontvangen 22 december 1978
-
-Artikel II wordt als volgt gewijzigd: A. Het eerste lid van artikel 7.2 wordt gelezen: Voor provincies en gemeenten wordt de bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake openbare belangen aan hun besturen overgelaten. Zij nemen daarbij in acht hetgeen bij of krachtens de wet is voorzien. B. In artikel 7.9, vierde lid, wordt tussen «door» en «provincies» ingevoegd: de besturen van.
-
-Aan het in artikel III voorgestelde artikel A7.6 wordt de volgende volzin toegevoegd: Het tijdstip waarop de afwijking, bedoeld in de vorige volzin, ophoudt te gelden wordt bij koninklijk besluit vastgesteld.
Toelichting De onder 1 voorgestelde wijzigingen zijn reeds in de nota naar aanleiding van het eindverslag toegelicht. De wijziging onder 2 strekt ertoe artikel A7.6 in overeenstemming te brengen met het in wetsontwerp 14223 voorgestelde artikel A3.1.7. Daarin wordt het tijdstip waarop volgens de Grondwet de leeftijd van achttien jaar voor het lidmaatschap van de Staten-Generaal vereist is, bij Koninklijk besluit vastgesteld. Het is wenselijk dat ook het tijdstip waarop de Grondwet het bereiken van genoemde leeftijd voorschrijft als vereiste voor het lidmaatschap van provinciale staten en gemeenteraad bij Koninklijk besluit wordt vastgesteld. Het onderhavige voorstel strekt daartoe.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, A. A. M. van Agt De Minister van Binnenlandse Zaken, H. Wiegel
Tweede Kamer, zitting 1978-1979,13990, nr. 10