Vragen en antwoorden: De arbeidsomstandigheden van platformwerkers verbeteren

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op donderdag 9 december 2021.

Welke belangrijke uitdagingen wil de Commissie met haar voorstellen aanpakken en hoe?

Het doel is de arbeidsomstandigheden van platformwerkers te verbeteren en tegelijkertijd de mogelijkheden, innovatie en flexibiliteit van de platformeconomie te ondersteunen.

De uitdagingen kunnen variëren van het in de verkeerde arbeidscategorie onderbrengen van mensen tot een gebrek aan transparantie en voorspelbaarheid van hun contractuele regelingen, naast gezondheids- en veiligheidsrisico's en onvoldoende toegang tot sociale bescherming.

De voorstellen van de Commissie hebben tot doel:

  • de arbeidssituatie van platformwerkers correct te bepalen aan de hand van een reeks duidelijke criteria, waardoor ze toegang krijgen tot bestaande arbeids- en sociale rechten, waaronder het recht op een minimumloon (indien dat bestaat), collectieve onderhandelingen, bescherming van de gezondheid en de werktijd, het recht op betaald verlof of betere toegang tot bescherming tegen arbeidsongevallen, werkloosheids- en ziekte-uitkeringen, en ouderdomspensioen. Dit zal ook zorgen voor meer rechtszekerheid voor digitale arbeidsplatformen die lagere proceskosten en minder administratieve lasten zullen ondervinden doordat individuele rechtszaken worden vermeden;
  • meer transparantie, rechten en verantwoordingsplicht te bieden met betrekking tot het algoritmisch beheer van digitale arbeidsplatformen door mensen te helpen beter te begrijpen hoe taken worden toegewezen en prijzen worden vastgesteld, en hen in staat te stellen zo nodig beslissingen die hun arbeidsomstandigheden beïnvloeden aan te vechten;
  • de handhaving en traceerbaarheid van platformwerk te verbeteren, ook in grensoverschrijdende situaties, door platformen te vragen het werk te declareren in het land waar het wordt uitgevoerd en bepaalde gegevens over de personen die via de platformen werken en hun arbeidsvoorwaarden ter beschikking te stellen van de nationale autoriteiten;
  • collectieve onderhandelingen en sociaal overleg te versterken. In de voorgestelde richtlijn wordt ook de noodzaak naar voren gebracht om werknemers en hun vertegenwoordigers te informeren en te raadplegen over besluiten van algoritmisch beheer. Digitale arbeidsplatformen worden verzocht communicatiekanalen ter beschikking te stellen van mensen die via hen werken om zichzelf te organiseren en in contact te komen met werknemersvertegenwoordigers. De ontwerprichtsnoeren stellen zelfstandigen zonder personeel - ook zij die via digitale arbeidsplatformen werken - in staat hun arbeidsomstandigheden te beïnvloeden en te verbeteren door middel van collectieve onderhandelingen en meer sociaal overleg.

Hoe kan een EU-maatregel de arbeidsomstandigheden in de platformeconomie helpen verbeteren?

Tot dusver hebben zeer weinig EU-lidstaten nationale wetgeving vastgesteld die specifiek gericht is op de verbetering van de arbeidsomstandigheden en/of de toegang tot sociale bescherming bij platformwerk. Meestel pakt de nationale wetgeving problemen met platformwerk alleen indirect aan. Als nationale wetgeving inzake platformwerk is ingevoerd, concentreert die zich daarenboven alleen op specifieke sectoren, met name onlinetaxidiensten en bezorgdiensten.

Anderzijds komen geschillen vaker voor. Tot op vandaag zijn er in de EU meer dan 100 rechterlijke uitspraken en 15 administratieve besluiten over de arbeidssituatie van mensen die via platformen werken. In de meeste gevallen hebben de rechters geoordeeld dat onafhankelijke contractanten moeten worden aangemerkt als werknemers en platformen als werkgevers. Enkele hebben de status van zelfstandige bevestigd. Veel rechtszaken lopen nog.

Een gemeenschappelijk rechtskader van de EU zal platformen en zelfstandigen de juridische duidelijkheid bieden die zij nodig hebben om hun activiteiten uit te voeren.Het zal hen ook helpen om hun activiteiten gemakkelijker uit te breiden in de eengemaakte markt en de mogelijkheden die deze biedt ten volle te benutten. Het zal ook zorgen voor een gelijk speelveld onder platformbedrijven en ten aanzien van traditionele bedrijven die werknemers in dienst hebben. Een EU-rechtskader stelt ook minimumrechten vast voor alle mensen die via platformen in de EU werken, wat hun arbeidsomstandigheden zal verbeteren.

Wat zijn digitale arbeidsplatformen?

Digitale arbeidsplatformen zijn internetbedrijven die als tussenpersoon het werk organiseren dat door werknemers of zelfstandigen aan derden wordt geleverd. Het werk kan worden verricht op een specifieke fysieke locatie “ter plaatse” (bv. levering van maaltijden, onlinetaxidiensten) of online (bv. invoeren van gegevens, vertaaldiensten).

Het bedrijfsmodel van digitale arbeidsplatformen is gebaseerd op technologieën op basis van algoritmen om vraag en aanbod van arbeid of diensten efficiënt op elkaar af te stemmen. Deze platformen bieden mensen mogelijkheden om in hun levensonderhoud te voorzien of extra inkomsten te genereren. Vooral mensen die anders moeilijkheden zouden kunnen ondervinden om de arbeidsmarkt te betreden, kunnen er baat bij hebben, zoals jongeren, mensen met een migratieachtergrond of personen met zorgtaken.

Hoever staat het met de platformeconomie in de EU?

Er zijn meer dan 500 digitale arbeidsplatformen actief in de EU. Die omvatten internationale ondernemingen en kleine nationale of lokale start-ups. De meeste platformen leveren diensten “ter plaatse”. De inkomsten van de platformeconomie in de EU worden op 20 miljard euro geraamd. Vandaag worden digitale arbeidsplatformen echter geconfronteerd met een lappendeken van verschillende wetten en regels in de hele EU. Dat maakt het voor hen moeilijk om hun activiteiten over de grenzen heen uit te breiden.

Meer dan 28 miljoen mensen in de EU werken via digitale arbeidsplatformen. In 2025 zal dat aantal naar verwachting 43 miljoen bedragen. Ongeveer 55 % van de platformwerkers verdient echter minder dan het netto uurloon van het land waar zij werken. Gemiddeld verrichten platformwerkers 8,9 uur per week onbetaalde taken (bv. onderzoek naar taken, wachten op opdrachten), tegenover 12,6 uur betaald werk.

Wat is de relatie tussen platformbedrijven en de mensen die via deze bedrijven werken?

Platformwerk kan in verschillende mate door het platform worden gecontroleerd. Afhankelijk van de mate van toezicht kunnen digitale arbeidsplatformen worden beschouwd als werkgevers van de mensen voor wie ze werk organiseren en controleren.

Onder “platformwerkers” of “personen die platformwerk verrichten” wordt verstaan: personen van wie het werk wordt georganiseerd via een digitaal arbeidsplatform, ongeacht hun wettelijke arbeidssituatie (werknemer, zelfstandige of een derde categorie die mogelijk op het niveau van de lidstaat bestaat).

Tot op vandaag merkt meer dan 90 % van de digitale arbeidsplatformen in de EU de mensen die via hen werken aan als zelfstandigen. Van de naar schatting 28 miljoen mensen die via platformen in de EU werken, zijn er momenteel waarschijnlijk 5,5 miljoen in de verkeerde categorie ondergebracht. De overige 22,5 miljoen mensen zijn waarschijnlijk goed ingedeeld, bij de werknemers of de zelfstandigen.

Daardoor worden sommige mensen die via digitale arbeidsplatformen werken de arbeids- en sociale rechten ontzegd die aan een bepaalde arbeidssituatie gekoppeld zijn. Die omvatten het recht op een minimumloon (indien dat bestaat), collectieve onderhandelingen, de bescherming van de gezondheid en de werktijd, het recht op betaald verlof of betere toegang tot bescherming tegen arbeidsongevallen, werkloosheid, ziekte en ouderdomspensioen.

De echte zelfstandigen die via platformen werken zullen meer duidelijkheid krijgen over hun arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden. Zij zullen meer inzicht krijgen in de mechanismen die ten grondslag liggen aan de toewijzing en voorstelling van taken. Dat zou hun inkomenszekerheid en de voorspelbaarheid moeten verbeteren.

Wat zijn de belangrijkste elementen van de voorgestelde richtlijn?

De richtlijn die de Commissie vandaag voorstelt:

  • bevat een lijst van criteria om te bepalen of een digitaal arbeidsplatform controle uitoefent over een persoon en die persoon daardoor wordt geacht een werknemer te zijn. Als aan ten minste twee van de criteria is voldaan, wordt het platform als werkgever beschouwd.
  • vraagt de lidstaten ervoor te zorgen dat het vermoeden van de arbeidssituatie effectief is en kan worden gehandhaafd en weerlegd. Dit houdt in dat een kader wordt vastgesteld om ervoor te zorgen dat het wettelijk vermoeden van toepassing is in alle relevante administratieve en gerechtelijke procedures en dat handhavingsautoriteiten, zoals arbeidsinspecties of socialebeschermingsinstanties, zich op dat vermoeden kunnen beroepen. De lidstaten moeten ook ondersteunende maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat het wettelijk vermoeden daadwerkelijk wordt toegepast, zoals de ontwikkeling van relevante richtsnoeren voor digitale arbeidsplatformen, platformwerkers, sociale partners en handhavingsautoriteiten. De lidstaten moeten ook de controles en inspecties ter plaatse versterken.
  • stelt een nieuwe reeks rechten vast voor mensen die in het kader van platformwerk onderworpen zijn aan algoritmisch beheer. Dergelijke rechten geven werknemers en hun vertegenwoordigers de nodige informatie over de manier waarop hun werk en opdrachten worden toegewezen en accounts worden beoordeeld of beëindigd. De nieuwe rechten zullen ook zorgen voor menselijk toezicht op en evaluatie van besluiten die van grote invloed zijn op de arbeidsomstandigheden.
  • vraagt digitale arbeidsplatformen het werk te declareren in het land waar het wordt uitgevoerd en gegevens over de personen die via hen werken en hun arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden ter beschikking te stellen van de nationale autoriteiten. Dit zal leiden tot betere monitoring en handhaving.

Hoe werkt het “weerlegbaar vermoeden” van de arbeidssituatie in de praktijk?

De regels die vandaag door de Commissie zijn voorgesteld concentreren zich op het platform en niet op de individuele platformwerker. Als een platform een zekere mate van controle uitoefent op de personen die via het platform werken, dan wordt het platform “verondersteld” werkgever te zijn. Dit betekent dat platformwerkers die onder dezelfde voorwaarden via het platform werken, “verondersteld” worden werknemers te zijn.

In de voorgestelde richtlijn wordt verduidelijkt dat de juiste bepaling van de arbeidssituatie gebaseerd moet zijn op het beginsel van het primaat van de feiten. Dat wil zeggen dat men zich in de eerste plaats laat leiden door de feiten die verband houden met de daadwerkelijke uitvoering van het werk en de beloning, rekening houdend met het gebruik van algoritmen bij platformwerk, en niet door de wijze waarop de relatie in het contract wordt gedefinieerd.

Het voorstel bevat een lijst van criteria. Aan ten minste twee daarvan moet worden voldaan om platformen als werkgever te kunnen beschouwen. De criteria in de ontwerprichtlijn zullen helpen bij het bepalen van de mate van controle, bijvoorbeeld door te onderzoeken of mensen eventueel in hun vrijheid beperkt worden bij het organiseren van hun werk. De criteria zijn:

  • het niveau van de vergoeding bepalen of bovengrenzen vaststellen;
  • langs elektronische weg toezicht houden op de uitvoering van het werk;
  • de vrijheid beperken om te kiezen voor werktijden of perioden van afwezigheid, om taken te aanvaarden of te weigeren of om te werken met onderaannemers of vervangers;
  • specifieke bindende regels vaststellen met betrekking tot het uiterlijk, het gedrag ten aanzien van de afnemer van de dienst of de uitvoering van het werk;
  • de mogelijkheid beperken om een klantenbestand op te bouwen of werk voor derden uit te voeren.

In de praktijk betekent dit dat alle nationale autoriteiten, ook de socialezekerheidsinstanties, digitale arbeidsplatformen die aan ten minste twee criteria voldoen, zullen beschouwen en behandelen als werkgevers. Die platformen zullen daarom aan hun verplichtingen als werkgever uit hoofde van nationaal en EU-recht ten aanzien van hun vermoedelijke werknemers moeten voldoen. Zij moeten hen bijvoorbeeld een minimumloon toekennen (als dat bestaat) of de werktijden en jaarlijks en gezinsverlof respecteren. Sommige platformen kiezen er mogelijk voor hun voorwaarden aan te passen om met zelfstandigen te kunnen werken.

Het zal echter altijd mogelijk zijn om het vermoeden van de arbeidssituatie aan te vechten (“weerleggen”) en daarmee de rechtsgevolgen ervan ongedaan te maken. Om dat te doen, moet het betrokken platform of de betrokken persoon bewijzen dat de relatie geen arbeidsverhouding is in de zin van nationale definities en dat de persoon of bepaalde categorie personen als zelfstandige moet worden beschouwd. Als het digitaal arbeidsplatform aanvoert dat de contractuele verhouding in kwestie geen arbeidsverhouding is, ligt de bewijslast bij het platform. Als de platformwerker aanvoert dat de contractuele verhouding in kwestie geen arbeidsverhouding is, zal het platform worden verzocht bij te dragen aan de goede afwikkeling van de procedure, met name door alle relevante informatie te verstrekken.

Bij de omzetting van de richtlijn moeten de lidstaten niet alleen het vermoeden en de weerlegbaarheid omzetten in hun nationale juridische en administratieve procedures, maar ook maatregelen nemen die de richtlijn helpen uitvoeren. Zij moeten informatie openbaar maken over het vermoeden van de arbeidssituatie, richtsnoeren ontwikkelen voor de digitale arbeidsplatformen en platformwerkers en de controles en inspecties door arbeidsinspecties en andere instanties versterken.

Wat is algoritmisch beheer en wat zijn de nieuwe rechten die in dit verband worden voorgesteld?

Onder algoritmisch beheer wordt verstaan: door informatietechnologie gestuurde systemen voor automatische monitoring en besluitvorming die in toenemende mate de functies van managers in bedrijven vervangen, bv. het toewijzen van taken, het monitoren en evalueren van het geleverde werk, het bieden van stimulansen of het opleggen van sancties.

Digitale arbeidsplatformen gebruiken algoritmische systemen om platformwerkers te organiseren en te beheren via hun applicaties of websites. Platformwerkers hebben vaak te weinig informatie over hoe de algoritmen werken en hoe besluiten worden genomen. Ook over het gebruik van persoonsgegevens hebben ze te weinig informatie.

De voorgestelde richtlijn heeft tot doel:

  • meer transparantie: Platformwerkers hebben het recht om door digitale arbeidsplatformen te worden geïnformeerd over de geautomatiseerde monitoring- en besluitvormingssystemen die worden gebruikt en over de gevolgen daarvan voor hun arbeidsomstandigheden. Zij zullen bijvoorbeeld informatie ontvangen over de manier waarop zij onder toezicht staan, worden gemonitord en geëvalueerd, ook door klanten. Zij zullen ook informatie krijgen over de elementen die leiden tot belangrijke besluiten of deze ondersteunen, zoals de toewijzing van taken, tarieven en bonussen. Werknemersvertegenwoordigers en arbeidsautoriteiten krijgen ook toegang tot dergelijke informatie.
  • bescherming van persoonsgegevens: Digitale arbeidsplatformen zullen geen persoonsgegevens kunnen verzamelen of verwerken die niet rechtstreeks verband houden met het verrichte werk. Ze mogen ook geen gegevens verzamelen terwijl de persoon niet op de desbetreffende app of website is ingelogd.
  • zorgen voor menselijk toezicht: Digitale arbeidsplatformen moeten de gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden, zoals loon of arbeidstijd, van individuele besluiten die zijn genomen of ondersteund door geautomatiseerde monitoring- en besluitvormingssystemen monitoren en evalueren.
  • mogelijkheid om geautomatiseerde besluiten aan te vechten: Platformwerkers hebben recht op uitleg over belangrijke geautomatiseerde beslissingen die van invloed zijn op hun arbeidsomstandigheden. Ze hebben ook het recht om deze aan te vechten. Digitale arbeidsplatformen moeten ervoor zorgen dat platformwerkers toegang hebben tot een menselijk contact op het digitaal arbeidsplatform om besluiten te bespreken die aanzienlijke gevolgen voor hen hebben. Als het platform wordt verzocht zijn besluit te herzien, moet het binnen een week antwoorden. Indien de beslissing inbreuk maakt op de rechten van de persoon, moet het digitale arbeidsplatform het besluit corrigeren of schadeloosstelling bieden.

Vallen alle soorten platformen en alle mensen die via digitale platformen werken onder de nieuwe regels?

De voorgestelde richtlijn is van toepassing op digitale arbeidsplatformen zoals gedefinieerd in de richtlijn, d.w.z. platformen die werk organiseren dat door individuele personen wordt verricht. De richtlijn is niet van toepassing op onlineplatformen die alleen aanbiedingen van of vraag naar diensten publiceren of beschikbare dienstverleners op een specifiek gebied weergeven. Ze is evenmin van toepassing op aanbieders van diensten die als hoofddoel hebben activa te exploiteren of te delen (bv. kortetermijnverhuur van woonruimte).

De voorgestelde richtlijn is van toepassing op alle aldus gedefinieerde digitale arbeidsplatformen die diensten verrichten in de EU, ongeacht hun plaats van herkomst, op voorwaarde dat het platformwerk dat via dat digitale arbeidsplatform wordt georganiseerd in de EU wordt uitgevoerd.

Het weerlegbare vermoeden van de arbeidsrelatie geldt alleen voor een deel van de digitale arbeidsplatformen, namelijk diegene die een zekere mate van controle uitoefenen op de mensen die via hen werken. Het voorstel bevat een lijst van criteria. Aan ten minste twee daarvan moet worden voldaan om platformen als werkgever te kunnen beschouwen.

Alle mensen die via digitale arbeidsplatformen werken, krijgen nieuwe rechten op het gebied van algoritmisch beheer, ongeacht hun arbeidssituatie. Dat betekent ook dat alle digitale arbeidsplatformen moeten voldoen aan de nieuwe verplichtingen inzake algoritmisch beheer ten aanzien van de mensen die via hen werken. Die platformen, die als werkgever worden aangemerkt, zullen meer verplichtingen hebben dan anders, zoals verplichtingen inzake de bescherming van veiligheid en gezondheid en de rechten op informatie en raadpleging.

Ten slotte moeten alle digitale arbeidsplatformen voldoen aan nieuwe transparantieverplichtingen door het werk te declareren waar het wordt uitgevoerd en gegevens over de personen die via hen werken en hun arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden ter beschikking te stellen.

Wat betekent de richtlijn voor zelfstandigen die via platformen werken?

Tot op vandaag merkt meer dan 90 % van de digitale arbeidsplatformen in de EU de mensen die via hen werken aan als zelfstandigen. De meeste van die mensen zijn echt autonoom in hun werk en kunnen platformwerk gebruiken om hun ondernemersactiviteiten te ontwikkelen. Dergelijk echt zelfstandig werk draagt positief bij tot het scheppen van banen, bedrijfsontwikkeling, innovatie, toegankelijkheid van diensten en digitalisering in de EU.

Sommige digitale platformen die momenteel een zekere mate van controle uitoefenen over de mensen die via hen werken, moeten mogelijk hun voorwaarden aanpassen om ervoor te zorgen dat ze met echte zelfstandigen werken. Daardoor worden de werkregelingen van zelfstandigen mogelijk herzien zodat zij de volledige autonomie krijgen die een zelfstandig statuut met zich meebrengt. Dat zal zelfstandigen nog beter in staat stellen hun ondernemingskansen te benutten, bijvoorbeeld door hun eigen tarieven vast te stellen of hun eigen klantenbestand op te bouwen. Voor wie al echt als zelfstandige werkt, verandert er niets. Deze personen behouden hun voordelen.

Wat algoritmisch beheer betreft, krijgen alle zelfstandigen die via platformen werken dezelfde rechten als werknemers. Dit omvat met name het recht op een grotere transparantie van de gebruikte geautomatiseerde tools en op mechanismen om verhaal te zoeken en op algoritmen gebaseerde besluiten te laten herzien.

Wat zijn de gevolgen van het voorstel voor het bedrijfsleven?

De nieuwe regels zullen digitale arbeidsplatformen ten goede komen doordat zij rechtszekerheid bieden voor hun bedrijven in de hele EU en hun duurzame groei ondersteunen. Ze zullen ervoor zorgen dat de nieuwe economie geen concurrentievoordeel heeft ten opzichte van “fysieke” ondernemingen doordat ze op kosten kunnen besparen door platformwerkers verkeerdelijk als zelfstandigen aan te merken en hun de sociale uitkeringen waarop ze recht hebben niet te betalen. Tijdens een aanpassingsfase kunnen platformbedrijven besluiten hun praktijken aan te passen om elk risico op herindeling van hun platformwerkers te vermijden.

Wat zijn de gevolgen van het voorstel voor de lidstaten?

De voorgestelde regels brengen duidelijkheid over waar platformwerk wordt verricht, door wie en welke lidstaten verantwoordelijk zijn voor de handhaving van de relevante wetgeving inzake belastingen en sociale bescherming. Duidelijkheid over de arbeidssituatie en de daarmee samenhangende belastingen en socialezekerheidsbijdragen zal de houdbaarheid van socialebeschermingsstelsels en overheidsbegrotingen ondersteunen. Naar schatting zullen de lidstaten tussen 1,6 miljard en 4 miljard euro aan jaarlijkse bijdragen ontvangen als schijnzelfstandigen correct als werknemer worden aangemerkt, afhankelijk van het aantal personen van wie de arbeidssituatie wordt gecorrigeerd.

Waarom heeft de Europese Commissie gekozen voor een richtlijn en wat is de rechtsgrondslag daarvoor?

Een richtlijn heeft het voordeel dat zij zekerheid biedt over de minimumvereisten en procedurele verplichtingen die de lidstaten moeten toepassen. Tegelijkertijd laat een richtlijn de lidstaten de ruimte om te beslissen over de beste manier om deze minimumvereisten in te voeren zonder afbreuk te doen aan hun bevoegdheden en de autonomie van de sociale partners.

De lidstaten kunnen altijd besluiten verder te gaan dan de minimumnormen van de richtlijn. Het voorstel laat de lidstaten ruimte om binnen hun begrippen “werknemer” en “zelfstandige” te werken. Er komt geen EU-definitie van “werknemer” en er zullen geen nieuwe administratieve procedures worden opgelegd. De lidstaten zullen het vermoeden van de arbeidssituatie in hun bestaande juridische en administratieve stelsels kunnen opnemen.

Het voorstel voor een richtlijn is gebaseerd op artikel 16 en artikel 153, lid 1, punt b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), respectievelijk over gegevensbescherming en arbeidsvoorwaarden.

Zal de Commissie in de toekomst atypische en onzekere vormen van werk aanpakken, ook buiten platformen?

Bepaalde atypische vormen van werk zijn al op EU-niveau gereguleerd. Dit biedt een minimumniveau van bescherming voor de betrokken werknemers en bestrijdt daarmee onzekerheid en segmentatie van de arbeidsmarkten.

De drie EU-richtlijnen over atypische vormen van werk (deeltijdwerk, arbeid voor bepaalde tijd en uitzendarbeid) hebben bijvoorbeeld tot doel de bescherming te verbeteren voor een groeiend aantal betrokken werknemers en tegelijkertijd de rol van deze flexibele vormen van werk op de arbeidsmarkt te erkennen. Bovendien moderniseert de richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden het arbeidsrecht van de EU en past zij dat recht aan de nieuwe arbeidswereld aan. Zij kent nieuwe rechten toe, met name aan oproepwerkers, huishoudelijk personeel en platformwerkers die als werknemers worden aangemerkt. De aanbeveling van de Raad inzake toegang tot sociale bescherming voor werknemers en zelfstandigen pakt de uitdagingen op het gebied van de toegang tot sociale bescherming aan, ook voor platformwerkers.

De voorgestelde richtlijn inzake platformwerk vormt een aanvulling op dergelijke instrumenten die onzeker en atypisch werk aanpakken. Aangezien de arbeidswereld snel verandert en de technologische ontwikkelingen versnellen, ontstaan nieuwe uitdagingen die in de toekomst wellicht moeten worden aangepakt. De Commissie zal het fenomeen blijven analyseren en nauwlettend toezien op eventuele toekomstige behoeften om het gebruik van algoritmen in de bredere arbeidswereld te reguleren.

Hoe heeft de Commissie ervoor gezorgd dat de stem van platformbedrijven en van de mensen die via hen werken voldoende werd gehoord?

Naast de raadpleging in twee fasen van de Europese sociale partners overeenkomstig artikel 154 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) heeft de Commissie uitwisselingen georganiseerd met veel betrokken partijen om informatie te verzamelen voor dit initiatief. Dit omvatte specifieke vergaderingen met platformbedrijven, verenigingen van platformwerkers, vakbonden, vertegenwoordigers van de lidstaten, deskundigen van de academische wereld en internationale organisaties en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld.

Meer informatie

Persbericht: De arbeidsomstandigheden van platformwerkers verbeteren

Factsheet: De arbeidsomstandigheden van platformwerkers verbeteren

Persbericht: Ontwerprichtsnoeren inzake de toepassing van het mededingingsrecht van de EU

Vragen en antwoorden: Ontwerprichtsnoeren inzake de toepassing van het mededingingsrecht van de EU

Voorstel voor een richtlijn betreffende de verbetering van de arbeidsomstandigheden van platformwerkers

Mededeling over betere arbeidsomstandigheden voor een sterker sociaal Europa: de voordelen van digitalisering voor de toekomst van werk optimaal benutten

Ontwerprichtsnoeren inzake de toepassing van het mededingingsrecht van de EU op zelfstandigen zonder personeel in een zwakke positie