H. (Hendrik) van Boeijen

foto H. (Hendrik) van Boeijen
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Beeldbank Nationaal Archief
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Vriendelijke, arbeidzame en bescheiden CHU-bewindsman. Vrome protestant van de Veluwe. Werd na een loopbaan bij de PTT en de provincie Zuid-Holland in 1937 verrassend minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Colijn IV i. Bleef daarna acht jaar minister en maakte ook deel uit van de Londense kabinetten i, onder andere als minister van Oorlog. Had nauwelijks kennis van de militaire organisatie. Werd allengs sterk gehinderd door doofheid. Stond, hoewel hij op administratief gebied verdienstelijk was, niet bekend als een krachtig bestuurder, maar werd door zijn ambtgenoten wel geacht als persoon.

CHU
in de periode 1937-1945: minister

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Hendrik (Hendrik)

geboorteplaats en -datum
Putten, 23 mei 1889

overlijdensplaats en -datum
Soesterberg (gem. Soest), 30 maart 1947

2.

Partij/stroming

partij(en)
CHU (Christelijk-Historische Unie)

3.

Hoofdfuncties/beroepen (10/14)

  • wethouder (onder meer van openbare werken, grondbedrijf en sociale zaken) van Voorburg, van 2 september 1919 tot 3 september 1925
  • sous-chef (rang: referendaris) afdeling uitgaven, Posterijen en Telegrafie, van 1 juli 1922 tot 1 september 1925
  • lid Provinciale Staten van Zuid-Holland, van 3 juli 1923 tot 24 juni 1937
  • lid Gedeputeerde Staten (belast met verkeer en volkshuisvesting) van Zuid-Holland, van 3 september 1925 tot 24 juni 1937
  • minister van Binnenlandse Zaken, van 24 juni 1937 tot 31 mei 1944
  • minister van Algemene Zaken ad interim, van 3 september 1940 tot 31 mei 1944 (na het aftreden van minister De Geer)
  • minister van Defensie ad interim, van 12 juni 1941 tot 27 juli 1941 (na het aftreden van minister Dijxhoorn)
  • minister van Oorlog ad interim, van 27 juli 1941 tot 15 september 1942
  • minister van Algemene Zaken, van 31 mei 1944 tot 23 februari 1945
  • minister van Binnenlandse Zaken ad interim, van 27 januari 1945 tot 23 februari 1945 (na het aftreden van minister Burger)

takenpakket (bewindspersoon)
  • Was als minister van Binnenlandse Zaken (1937-1944) tevens belast met aangelegenheden betreffende de Posterijen, Telefonie en Telegrafie (inclusief radio-aangelegenheden) en met volkshuisvesting
  • Was als minister in Londen ook belast met evacuatie en uitgewekenen

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/15)

  • redacteur tijdschrift "Gemeentebeleid"
  • voorzitter COZO (Centraal Orgaan voor de Zuivering van Overheidspersoneel), van 1945 tot november 1945 (bedankte uit onvrede over de voorgenomen decentralisatie van de zuivering)

afgeleide functies, presidia etc.
secretaris van de ministerraad (kabinetten-Colijn IV en V en -De Geer II), van 24 juni 1937 tot 3 september 1940

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Belangrijkste benoeming tijdens zijn ministerschap (1937-1944): P.J. Oud (vdb, burgemeester van Rotterdam)

als bewindspersoon (wetgeving)
  • Bracht in 1937 een wet tot vereniging van de gemeenten Veur en Stompwijk tot vorming van een nieuwe gemeente Leidschendam tot stand
  • Bracht in 1938 een wet tot vereniging van de gemeenten Lith, Lithoijen en Oijen en vorming van een nieuwe gemeente Lith tot stand
  • Maakte in 1939 door een wijziging van de begroting de stichting mogelijk van een centraal vluchtelingenkamp in Westerbork, met name voor de opvang van joodse vluchtelingen uit Duitsland

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/8)
  • Was begin 1942 enkele maanden uitgeschakeld vanwege een operatie aan zijn schildklier
  • Diende op 23 februari 1944 zijn ontslag in, omdat hij als minister van Binnenlandse Zaken op grond van zijn gezondheid niet tot de ministers-kwartiermakers zou gaan behoren, wat hij vanwege de verantwoordelijkheid voor het lokale bestuur onaanvaardbaar vond. Bleef uiteindelijk toch aan, maar verwisselde in mei 1944 wel Binnenlandse Zaken voor Algemene Zaken (wat hij tot dan ad interim had beheerd). Hij behield wel verantwoordelijkheid voor P.T.T.-aangelegenheden, en werd ook belast met huisvesting en overheidspensioenen.
  • Werd in 1946 door de Eerste Kamer als tweede op de voordracht geplaatst voor het vervullen van de vacature-De Savornin Lohman (CHU, Eerste Kamer). Benoemd werd Baron Van der Feltz, de nummer één van de voordracht.

uit de privésfeer (3/4)
  • Zette zich in voor betere organisatie van de zwakzinnigenzorg. Het Hendrik van Boeijen-Oord in Assen is naar hem vernoemd.
  • In zijn 'Engelse jaren" ging hij regelmatig op zondag preken in militaire kampen en zelfs een keer, nadrukkelijk aangekondigd, op de puinhopen van de Nederlandse kerk in Londen.
  • Zijn zoon Jaap was burgemeester van burgemeester van Tholen (1964-1978) en van Harderwijk (1978-1992)

anekdotes en citaten
  • Zijn doofheid was in Londen erg hinderlijk. Gezegd werd dat hij, als er een bom viel, "binnen" riep, omdat hij dacht dat er op de deur werd geklopt.
  • Had geen enkele kennis van de militaire organisatie. Zo dacht hij dat met de 'officier van piket' iemand werd bedoeld, die als achternaam 'Van Piket' had. (zie: L. de Jong, "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog", deel 9, eerste helft)

verkiezingen
  • Stond in 1922 en 1925 bij de Tweede Kamerverkiezingen op een onverkiesbare plaats

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • L. de Jong, "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog", deel I, 622
  • D. Hillenius, "Hendrik van Boeijen", in: VNG-Magazine, 1999
  • Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.