Artikel 129: Verkiezing leden provinciale staten en gemeenten; zittingsduur; incompatibiliteiten; stemmen zonder last

128
Artikel 129
130
  • 1. 
    De leden van provinciale staten en van de gemeenteraad worden rechtstreeks gekozen door de Nederlanders, tevens ingezetenen van de provincie onderscheidenlijk de gemeente, die voldoen aan de vereisten die gelden voor de verkiezing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Voor het lidmaatschap gelden dezelfde vereisten.
  • 2. 
    De leden worden gekozen op de grondslag van evenredige vertegenwoordiging binnen door de wet te stellen grenzen.
  • 4. 
    De zittingsduur van provinciale staten en de gemeenteraad is vier jaren, behoudens bij de wet te bepalen uitzonderingen.
  • 5. 
    De wet bepaalt welke betrekkingen niet gelijktijdig met het lidmaatschap kunnen worden uitgeoefend. De wet kan bepalen, dat beletselen voor het lidmaatschap voortvloeien uit verwantschap of huwelijk en dat het verrichten van bij de wet aangewezen handelingen tot het verlies van het lidmaatschap kan leiden.
  • 6. 
    De leden stemmen zonder last.

In andere talen:

English

  • 1. 
    The members of provincial and municipal councils shall be directly elected by Dutch nationals resident in the province or municipality as the case may be who satisfy the requirements laid down for elections to the Lower House of the States General. The same conditions apply to membership.
  • 2. 
    The members shall be elected by proportional representation within the boundaries to be laid down by Act of Parliament.
  • 3. 
    Articles 53, paragraph 2, and 59 shall apply. Article 57a shall apply mutatis mutandis.
  • 4. 
    The duration of provincial and municipal councils shall be four years unless otherwise provided for by Act of Parliament.
  • 5. 
    The positions which may not be held simultaneously with membership shall be specified by Act of Parliament. The Act may also provide that obstacles to membership will arise from family ties or marriage and that the commission of certain acts designated by Act of Parliament may result in loss of membership.
  • 6. 
    The members shall not be bound by a mandate or instructions when casting their votes.

Français

  • 1. 
    Les membres des États provinciaux et du conseil municipal sont élus directement par les Néerlandais qui résident dans la province ou, selon les cas, dans la commune et répondent aux conditions qui s'appliquent à l'élection de la Seconde Chambre des États généraux. Les mêmes conditions s'appliquent à l'éligibilité.
  • 2. 
    Les membres sont élus sur la base de la représentation proportionnelle dans des limites à établir par la loi.
  • 3. 
    Les articles 53, paragraphe 2, et 59 sont applicables. L'article 57a s'applique par analogie.
  • 4. 
    La durée des pouvoirs des États provinciaux et du conseil municipal est de quatre ans, sauf exceptions à déterminer par la loi.
  • 5. 
    La loi stipule quelles fonctions sont incompatibles avec le mandat de membre des États provinciaux ou du conseil municipal. La loi peut stipuler que la parenté ou le mariage constituent un empêchement au mandat de membre et que l'accomplissement d'actes spécifiés par la loi peut entraîner la perte de ce mandat.
  • 6. 
    Les membres votent sans mandat impératif.

Deutsch

  • 1. 
    Die Mitglieder der Provinzialstaaten und des Gemeinderats werden unmittelbar von den in der Provinz beziehungsweise in der Gemeinde ansässigen Niederländern gewählt, die die für die Wahl der Zweiten Kammer der Generalstaaten geltenden Voraussetzungen erfüllen. Für die Mitgliedschaft in einem der beiden Gremien gelten dieselben Voraussetzungen.
  • 2. 
    Die Mitglieder werden auf der Grundlage des Verhältniswahlrechts innerhalb der durch Gesetz festzulegenden Grenzen gewählt.
  • 3. 
    Artikel 53 Absatz 2 und Artikel 59 sind anzuwenden.
  • 4. 
    Die Wahlperiode der Provinzialstaaten und des Gemeinderats dauert außer in den durch Gesetz zu bezeichnenden Ausnahmefällen vier Jahre.
  • 5. 
    Das Gesetz bestimmt, welche Ämter nicht gleichzeitig mit der Mitgliedschaft ausgeübt werden können. Das Gesetz kann bestimmen, dass sich für die Mitgliedschaft Hindernisse durch Verwandtschaft oder Eheschließung ergeben und dass die Vornahme durch Gesetz bezeichneter Handlungen zum Verlust der Mitgliedschaft führen kann.
  • 6. 
    Die Mitglieder sind bei der Stimmabgabe nicht weisungsgebunden.

Español

  • 1. 
    Los miembros de los Estados Provinciales y del Concejo Municipal serán elegidos directamente por los holandeses que residan en la respectiva provincia o el respectivo municipio y que reúnan los requisitos de aplicación a la elección de la Segunda Cámara de los Estados Generales. Los mismos requisitos serán de aplicación a la elegibilidad de los miembros.
  • 2. 
    Los miembros son elegidos sobre la base de la representación proporcional dentro de los límites que la ley establezca.
  • 3. 
    Los artículos 53, apartado segundo, y 59 serán de aplicación. Artículo 57a será de aplicación por analogía.
  • 4. 
    El mandato de los Estados Provinciales y del Concejo Municipal es de cuatro años, salvo las excepciones que la ley establezca.
  • 5. 
    La ley establecerá el régimen de incompatibilidades de los miembros de los Estados Provinciales y Concejos Municipales. La ley podrá disponer que el parentesco o el matrimonio constituya obstáculo para ser miembro y que la realización de actos designados por la ley puedan tener por efecto la pérdida de la condición de miembro.
  • 6. 
    Los miembros votarán sin mandato imperativo alguno.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting

De vereisten voor het actief i en passief kiesrecht i voor de Provinciale Staten i en de gemeenteraad i zijn dezelfde als die voor de Tweede Kamer i. Als extra voorwaarde geldt wel dat de kiesgerechtigde woont in de desbetreffende provincie of gemeente.

De Provinciale Staten en de gemeenteraad worden op basis van evenredige vertegenwoordiging i elke vier jaar gekozen. Tijdelijke vervanging wegens zwangerschap is mogelijk.

In de (Kies)wet i staan de voorwaarden voor het lidmaatschap van de provinciale staten en de gemeenteraad. Zo bepaalt de wet dat bijvoorbeeld huwelijk of verwantschap een aanleiding kan zijn tot het verlies van het lidmaatschap.

2.

Formele toelichting

De vereisten voor het actief en passief kiesrecht voor provinciale staten en de gemeenteraad zijn ingevolge artikel 129 nagenoeg gelijk aan die voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Wel dient men voor de uitoefening van het kiesrecht voor provinciale staten en de gemeenteraad ingezetene van de desbetreffende provincie, onderscheidenlijk gemeente te zijn.

De zittingsduur van provinciale staten en de gemeenteraad is vier jaren, behoudens bij de wet te bepalen uitzonderingen.

Ingevolge het vijfde lid bepaalt de wet welke betrekkingen niet gelijktijdig met het lidmaatschap kunnen worden uitgeoefend. Verder kan de wet bepalen dat beletselen voor het lidmaatschap voortvloeien uit verwantschap of huwelijk en dat het verrichten van bij de wet aangewezen handelingen tot het verlies van het lidmaatschap kan leiden.

3.

In eenvoudig Nederlands

  • 1. 
    Nederlanders die mogen stemmen bij verkiezingen voor de Tweede Kamer mogen ook stemmen bij verkiezingen van provinciale staten en de gemeenteraad. Zij mogen alleen stemmen voor de provincie en de gemeente waarin zij wonen. Zij mogen ook lid zijn van provinciale staten en de gemeenteraad.
  • 2. 
    Het deel van het aantal kamerzetels dat een politieke partij krijgt in de provinciale staten en de gemeenteraad, is net zo groot als het deel van alle stemmen dat een politieke partij bij de verkiezingen heeft gekregen. In de wet staat de precieze berekening.
  • 3. 
    De verkiezingen zijn geheim. Alle andere zaken van het kiesrecht en van verkiezingen staan in de wet. En er is ook een wet waarin staat dat iemand een lid van provinciale staten en de gemeenteraad tijdelijk kan vervangen.
  • 4. 
    De kiezers kiezen provinciale staten en de gemeenteraad voor vier jaar. In de wet kunnen uitzonderingen staan.
  • 5. 
    In de wet staat welke banen de leden van provinciale staten en de gemeenteraad niet mogen hebben. In de wet kan staan dat iemand geen lid kan zijn van provinciale staten of de gemeenteraad als hij familie is van iemand of met iemand getrouwd is. In de wet kan ook staan dat je geen lid meer mag zijn van provinciale staten of de gemeenteraad als je bepaalde dingen doet.
  • 6. 
    Leden van provinciale staten en de gemeenteraad beslissen zelf hoe ze stemmen.

Uitleg

In artikel 54 staat welke Nederlanders mogen stemmen bij verkiezingen voor de Tweede Kamer. Deze regels gelden ook voor verkiezingen van provinciale staten en de gemeenteraad.

Ons kiesstelsel is een stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Dit geldt niet alleen voor de Tweede Kamer (artikel 53), maar dit geldt ook voor provinciale staten en de gemeenteraad. Dit betekent dat het totale aantal stemmen in de verkiezingen bepaalt hoeveel zetels iedere politieke partij heeft in provinciale staten en in de gemeenteraad.

Daarnaast gelden alle regels die ook gelden voor de verkiezingen van de Tweede Kamer:

  • a. 
    de verkiezingen zijn geheim;
  • b. 
    we kiezen provinciale staten en de gemeenteraad voor vier jaar;
  • c. 
    sommige banen mag je niet hebben als je lid bent van provinciale staten of de gemeenteraad;
  • d. 
    de leden van provinciale staten en de gemeenteraad mogen zelf weten wat ze stemmen. Niemand mag hun vertellen wat ze moeten doen.

4.

Literatuur

Wetenschappelijk

  • Handboek van het Nederlandse staatsrecht, Van der Pot (bewerkt door D.J. Elzinga, R. de Lange), 15e druk, De decentrale rechtsgemeenschappen, 833 t/m 958.

5.

Praktijkvragen

Via de Rijksoverheid komen veel vragen over binnen, zoals:

Hebt u een andere vraag? Bel 1400 (U betaalt alleen de gebruikelijke belkosten).

6.

Ontwikkeling artikel

1798

Ieder Departement heeft zijn eigen Bestuur, bestaande uit zeven Leden. Dezen moeten zijn Stem-bevoegde Burgers, ten vollen vijf en twintig Jaaren oud, en zederd de laatste zes Jaaren, Inwooners van het Departement, waarin zij gekozen zijn.

1801

Ieder Departementaal Bestuur bestaat, naar gelang der talrykheid van deszelfs Ingezetenen, uit niet minder dan zeven en niet meer dan vyftien Personen, binnen hetzelve woonachtig en voorts alle de vereischten bezittende, welke by Art. 54 i in de Leden van het Wetgevend Lichaam vereischt worden. Dezelve treden op eene regelmatige wyze jaarlyks af, en worden verkozen op zodanige wyze als de Wet, overeenkomstig Art. 22 i nader zal bepalen; tot welken tyd toe en tot dat de keuze der nieuwe Leden dienvolgens zal zijn geschied, het thans plaats hebbend Bestuur der tegenwoordige Departementen zal blyven voortduren.

1805

De Departementale Besturen behouden bij provisie hunne tegenwoordige organisatie. Deze organisatie echter zal aan herziening onderworpen zijn, voornamelijk ten oogmerk hebbende de juiste bepaling van derzelver gezag, vooral met betrekking tot de magt van het Nationaal Gouvernement, de vereenvoudiging der Administratie, en de invoering van de hoogstmogelijke bezuiniging in alle deelen van dezelve. De maatregelen, daartoe strekkende, zullen door den Raadpensionaris aan de Vergadering van Hun Hoog Mogenden worden voorgedragen.

1806

De Wet bepaalt de wijze, waarop de Leden der Vergadering van Hun Hoog Mogenden, van de Departementale- en Gemeente-Besturen verkozen worden.

Het Gemeente-Bestuur van de Residentie wordt benoemd, volgens de bepaling bij Art. 46 i gemaakt.

1814

Derzelver zamenstelling wordt, naar aanleiding van deze grondwet, geregeld door den Souvereinen Vorst, die uit elke Provincie of Landschap eene commissie benoemt, om Hem dienaangaande te dienen van advies.

1815

De Staten der provinciën zijn zamengesteld uit leden, gekozen door de volgende drie standen, namelijk:

Door de Edelen of Ridderschappen,

Door de Steden,

Door den Landelijken Stand.

1840: art 127, 1848: art 123
1887

De leden der Provinciale Staten worden voor zes jaren regtstreeks gekozen door de mannelijke ingezetenen der provincie, tevens Nederlanders, die de door de wet te bepalen kenteekenen van geschiktheid en maatschappelijken welstand bezitten en den door die wet te bepalen leeftijd, welke niet beneden drie en twintig jaren mag zijn, hebben bereikt. Het tweede en derde lid van artikel 80 i zijn hierbij van toepassing.

De helft dier leden treedt om de drie jaren af.

Om lid der Provinciale Staten te kunnen zijn wordt vereischt, dat men mannelijk Nederlander en ingezeten der provincie zij, niet bij regterlijke uitspraak de beschikking of het beheer over zijne goederen hebbe verloren, noch van de verkiesbaarheid ontzet zij en den ouderdom van vijf en twintig jaren vervuld hebbe.

De verkiezing van de leden der Provinciale Staten heeft plaats op de wijze door de wet te regelen.

1917

De leden der Provinciale Staten worden voor vier jaren rechtstreeks gekozen door de mannelijke ingezetenen der provincie, tevens Nederlanders of door de wet als Nederlandsche onderdanen erkend, die den door de wet te bepalen leeftijd, welke niet beneden drie en twintig jaren mag zijn, hebben bereikt en door de vrouwelijke ingezetenen der provincie, die aan gelijke voorwaarden voldoen, indien en voor zoover de wet haar, niet uit hoofde van aan het bezit van maatschappelijken welstand ontleende redenen, kiesbevoegd verklaart. De verkiezing geschiedt op den grondslag van evenredige vertegenwoordiging.

De laatste zinsnede van het eerste lid, het tweede, derde en vierde lid van artikel 80 i zijn van toepassing.

Zij treden te gelijk af en zijn dadelijk herkiesbaar.

Om lid der Provinciale Staten te kunnen zijn wordt vereischt, dat men Nederlander of door de wet als Nederlandsch onderdaan erkend en ingezeten der provincie zij, niet krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens krankzinnigheid of zwakheid van vermogens, de beschikking of het beheer over zijne goederen hebbe verloren, noch van de verkiesbaarheid ontzet zij en den ouderdom van vijf en twintig jaren vervuld hebbe.

De verkiezing van de leden der Provinciale Staten heeft plaats op de wijze door de wet te regelen.

1922

De leden der Provinciale Staten worden voor vier jaren rechtstreeks gekozen door de ingezetenen der provincie, tevens Nederlanders, of door de wet als Nederlandsche onderdanen erkend, die den door de wet te bepalen leeftijd, welke niet beneden drie en twintig jaren mag zijn, hebben bereikt. De verkiezing geschiedt op den grondslag van evenredige vertegenwoordiging.

De laatste zinsnede van het eerste lid, het tweede, en het derde lid van artikel 81 i zijn van toepassing.

Zij treden te gelijk af en zijn dadelijk herkiesbaar.

Om lid der Provinciale Staten te kunnen zijn wordt vereischt, dat men Nederlander of door de wet als Nederlandsch onderdaan erkend en ingezeten der provincie zij, den ouderdom van vijf en twintig jaren vervuld hebbe, niet van de verkiesbaarheid ontzet zij, noch van de uitoefening van het kiesrecht zij uitgesloten krachtens de daaromtrent ingevolge artikel 81, derde lid, getroffen regeling, met uitzondering van gerechtelijke vrijheidsberooving en veroordeeling tot eene vrijheidsstraf anders dan wegens bedelarij of landlooperij of wegens een feit, waaruit openbare dronkenschap blijkt.

De verkiezing van de leden der Provinciale Staten heeft plaats op de wijze door de wet te regelen.

1938

De leden der Provinciale Staten worden voor vier jaren rechtstreeks gekozen door de ingezetenen der provincie, tevens Nederlanders, of door de wet als Nederlandsche onderdanen erkend, die den door de wet te bepalen leeftijd, welke niet beneden drie en twintig jaren mag zijn, hebben bereikt. De verkiezing geschiedt op de grondslag van evenredige vertegenwoordiging binnen door de wet te stellen grenzen.

De laatste zinsnede van het eerste lid, het tweede, en het derde lid van artikel 83 i zijn van toepassing.

Zij treden te gelijk af en zijn dadelijk herkiesbaar.

Om lid der Provinciale Staten te kunnen zijn wordt vereischt, dat men Nederlander of door de wet als Nederlandsch onderdaan erkend en ingezeten der provincie zij, den ouderdom van vijf en twintig jaren vervuld hebbe, niet van de verkiesbaarheid ontzet zij, noch van de uitoefening van het kiesrecht zij uitgesloten krachtens de daaromtrent ingevolge artikel 83, derde lid, getroffen regeling, met uitzondering van gerechtelijke vrijheidsberooving en veroordeeling tot eene vrijheidsstraf anders dan wegens bedelarij of landlooperij of wegens een feit, waaruit openbare dronkenschap blijkt.

De verkiezing van de leden der Provinciale Staten heeft plaats op de wijze door de wet te regelen.

1948: art 130, 1953: art 137
1956

De leden der Provinciale Staten worden een bij wet te bepalen aantal jaren rechtstreeks gekozen door de ingezetenen der provincie, tevens Nederlanders, of door de wet als Nederlandse onderdanen erkend, die de door de wet te bepalen leeftijd, welke niet beneden drie en twintig jaren mag zijn, hebben bereikt. De verkiezing geschiedt op de grondslag van evenredige vertegenwoordiging binnen door de wet te stellen grenzen.

De laatste zinsnede van het eerste lid, het tweede, en het derde lid van artikel 90 i zijn van toepassing.

Zij treden te gelijk af en zijn dadelijk herkiesbaar.

Om lid der Provinciale Staten te kunnen zijn wordt vereist, dat men Nederlander of door de wet als Nederlands onderdaan erkend en ingezeten der provincie zij, de ouderdom van vijf en twintig jaren vervuld hebbe, niet van de verkiesbaarheid ontzet zij, noch van de uitoefening van het kiesrecht zij uitgesloten krachtens de daaromtrent ingevolge artikel 90, derde lid, getroffen regeling, met uitzondering van gerechtelijke vrijheidsberoving en veroordeling tot een vrijheidsstraf anders dan wegens bedelarij of landloperij of wegens een feit, waaruit openbare dronkenschap blijkt.

De verkiezing van de leden der Provinciale Staten heeft plaats op de wijze door de wet te regelen.

1963

De leden der Provinciale Staten worden voor een bij wet te bepalen aantal jaren rechtstreeks gekozen door de ingezetenen der provincie, tevens Nederlanders, of door de wet als Nederlandse onderdanen erkend, die de door de wet te bepalen leeftijd, welke niet beneden een en twintig jaren mag zijn, hebben bereikt. De verkiezing geschiedt op de grondslag van evenredige vertegenwoordiging binnen door de wet te stellen grenzen.

De laatste zinsnede van het eerste lid, het tweede, en het derde lid van artikel 90 i zijn van toepassing.

Zij treden te gelijk af en zijn dadelijk herkiesbaar.

Om lid der Provinciale Staten te kunnen zijn wordt vereist, dat men Nederlander of door de wet als Nederlands onderdaan erkend en ingezeten der provincie zij, de ouderdom van vijf en twintig jaren vervuld hebbe, niet van de verkiesbaarheid ontzet zij, noch van de uitoefening van het kiesrecht zij uitgesloten krachtens de daaromtrent ingevolge artikel 90, derde lid, getroffen regeling, met uitzondering van gerechtelijke vrijheidsberoving en veroordeling tot een vrijheidsstraf anders dan wegens bedelarij of landloperij of wegens een feit, waaruit openbare dronkenschap blijkt.

De verkiezing van de leden der Provinciale Staten heeft plaats op de wijze door de wet te regelen.

1972

De leden der Provinciale Staten worden voor een bij wet te bepalen aantal jaren rechtstreeks gekozen door de ingezetenen der provincie, tevens Nederlanders, of door de wet als Nederlandse onderdanen erkend, die de door de wet te bepalen leeftijd, welke niet beneden achttien jaren mag zijn, hebben bereikt. De verkiezing geschiedt op de grondslag van evenredige vertegenwoordiging binnen door de wet te stellen grenzen.

De laatste zinsnede van het eerste lid, het tweede, en het derde lid van artikel 90 i zijn van toepassing.

Zij treden te gelijk af en zijn dadelijk herkiesbaar.

Om lid der Provinciale Staten te kunnen zijn wordt vereist, dat men Nederlander of door de wet als Nederlands onderdaan erkend en ingezeten der provincie zij, de ouderdom van vijf en twintig jaren vervuld hebbe, niet van de verkiesbaarheid ontzet zij, noch van de uitoefening van het kiesrecht zij uitgesloten krachtens de daaromtrent ingevolge artikel 90, derde lid, getroffen regeling, met uitzondering van gerechtelijke vrijheidsberoving en veroordeling tot een vrijheidsstraf anders dan wegens bedelarij of landloperij of wegens een feit, waaruit openbare dronkenschap blijkt.

De verkiezing van de leden der Provinciale Staten heeft plaats op de wijze door de wet te regelen.

1983
  • 1. 
    De leden van provinciale staten en van de gemeenteraad worden rechtstreeks gekozen door de Nederlanders, tevens ingezetenen van de provincie onderscheidenlijk de gemeente, die voldoen aan de vereisten die gelden voor de verkiezing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Voor het lidmaatschap gelden dezelfde vereisten.
  • 2. 
    De leden worden gekozen op de grondslag van evenredige vertegenwoordiging binnen door de wet te stellen grenzen.
  • 4. 
    De zittingsduur van provinciale staten en de gemeenteraad is vier jaren, behoudens bij de wet te bepalen uitzonderingen.
  • 5. 
    De wet bepaalt welke betrekkingen niet gelijktijdig met het lidmaatschap kunnen worden uitgeoefend. De wet kan bepalen, dat beletselen voor het lidmaatschap voortvloeien uit verwantschap of huwelijk en dat het verrichten van bij de wet aangewezen handelingen tot het verlies van het lidmaatschap kan leiden.
  • 6. 
    De leden stemmen zonder last.
1987: art 129, 1995: art 129, 1999: art 129, 2000: art 129, 2002: art 129
2005
  • 1. 
    De leden van provinciale staten en van de gemeenteraad worden rechtstreeks gekozen door de Nederlanders, tevens ingezetenen van de provincie onderscheidenlijk de gemeente, die voldoen aan de vereisten die gelden voor de verkiezing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Voor het lidmaatschap gelden dezelfde vereisten.
  • 2. 
    De leden worden gekozen op de grondslag van evenredige vertegenwoordiging binnen door de wet te stellen grenzen.
  • 4. 
    De zittingsduur van provinciale staten en de gemeenteraad is vier jaren, behoudens bij de wet te bepalen uitzonderingen.
  • 5. 
    De wet bepaalt welke betrekkingen niet gelijktijdig met het lidmaatschap kunnen worden uitgeoefend. De wet kan bepalen, dat beletselen voor het lidmaatschap voortvloeien uit verwantschap of huwelijk en dat het verrichten van bij de wet aangewezen handelingen tot het verlies van het lidmaatschap kan leiden.
  • 6. 
    De leden stemmen zonder last.
2006: art 129, 2008: art 129, 2017: art 129, 2018: art 129, 2022: art 129