Antwoorden op vragen D66 over uitwisseling van gegevens tussen uitvoerders van WW en WAO

publicatie datum 23 juli 1998
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid i
beantwoordende ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid i
kamerleden A.D. (Bert) Bakker i
R.H.L.M. (Roger) van Boxtel i
partijen Democraten 66 i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1997–1998

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1546

Vragen van de leden Van Boxtel en Bakker (beiden D66) over uitwisseling van gegevens tussen uitvoerders van WW en WAO. (Ingezonden 26 februari 1998)

1

Hebt u een brief van de uitvoerders van WW en WAO ontvangen waarin zij vragen om uitwisseling van privé-gegevens van werknemers zodat zij onderling goed kunnen concurreren?1

2

Bent u voornemens het mogelijk te maken dat privé-gegevens van werknemers uitgewisseld mogen worden? Zo ja, is dit dan niet in strijd met de Wet op de

Persoonsregistratie?

3

Indien u de uitvoerders van de sociale wetgeving niet de privé-gegevens van werknemers laat uitwisselen,

kunnen de uitvoerders dan in staat worden geacht goed onderling te concurreren?

4

In hoeverre acht u het toelaatbaar dat databanken met gegevens van bijstandsgerechtigden aan een commercieel bedrijf worden overgedragen?

5

Op welke wijze denkt u te voorkomen dat verzekeraars de beschikking krijgen over de databanken van de uitvoerders van de sociale wetgeving?

1 De Volkskrant, «Privé-gegevens vrij voor commercie», 21 februari jl.

Antwoord

Antwoord van staatssecretaris De Grave (Sociale Zaken en Werkgelegenheid). (Ontvangen 17 juli 1998), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 915, vergaderjaar 1997–1998

1

Ik ga ervan uit dat in het artikel waarnaar wordt verwezen, wordt gedoeld op een brief van 4 december 1997, die ik heb ontvangen van de uitvoerders van de werknemersverzekeringen. In het afgelopen najaar is er met verschillende betrokken partijen gesproken over de toekomst van de uitvoeringsorganisatie sociale verzekeringen. Naar aanleiding hiervan hebben de uitvoerders van de werknemersverzekeringen mij een brief gestuurd, waarin zij hun visie weergeven. Zij zijn van oordeel dat het inzetten van administratieve processen voor meerdere doeleinden en opdrachtgevers, efficiencywinsten mogelijk maakt. In de betreffende brief wordt naar mijn mening geen verzoek gedaan om uitwisseling van persoonsgegevens mogelijk te maken voor commerciële doeleinden. Ik heb dat in ieder geval niet als zodanig opgevat.

2

De Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (Osv 1997) kent een gesloten gegevensregime, dat strikter is dan het verstrekkingenregime dat in de Wet persoonsregistraties is neergelegd. De uitvoeringsinstellingen mogen op grond van de geheimhoudings- en doelbindingsbepaling in de Osv 1997 de gegevens over werknemers, werkgevers en uitkeringsgerechtigden, die zij uit hoofde van hun publieke taak verkrijgen, alleen voor andere doeleinden gebruiken of aan derden verstrekken, als hiervoor een wettelijke grondslag bestaat. In de Osv 1997 is een aantal private organisaties expliciet genoemd, aan wie de uitvoeringsinstellingen onder bepaalde voorwaarden gegevens mogen verstrekken. Dit betreft onder andere uitvoerders van pensioenregelingen, vut-fondsen en arbodiensten. Gezien de bestaande uitvoeringsstructuur zie ik op dit moment geen reden om het huidige gegevensregime van de Osv 1997 op dit punt aan te passen. Ik neem aan dat u met uw vraag ook doelt op de voornemens in het kader van de toekomstige uitvoeringsorganisatie sociale verzekeringen, waarover het kabinet op 27 april 1998 aan de Sociaal-Economische Raad en de Stichting van de Arbeid advies heeft gevraagd. De adviesaanvrage is ter

Tweede Kamer, vergaderjaar 1997–1998, Aanhangsel

3173

informatie aan uw Kamer gezonden. De SER en de Stichting van de Arbeid hebben inmiddels geadviseerd. Eén van de aandachtspunten bij de verdere uitwerking van de kabinetsvoornemens, is het beheer en het gebruik van de gegevens over werknemers, uitkeringsgerechtigden en werkgevers, die de uitvoeringsinstellingen uit hoofde van hun publieke taak verkrijgen. Er zal nog bezien worden of het noodzakelijk is om, in aanvulling op de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) die in de plaats komt van de huidige Wpr en op dit moment bij de Tweede Kamer in behandeling is, in de sociale verzekeringswetgeving specifieke bepalingen ten aanzien van het gebruik en het beheer van de gegevens op te nemen. Hierbij zullen de opvattingen van de Registratiekamer worden betrokken, die in de gelegenheid is gesteld om, vanuit haar positie als toezichthouder op de naleving van de Wpr (binnenkort de Wbp), te adviseren over de toekomstige uitvoeringsorganisatie sociale verzekeringen.

3

Op dit moment is concurrentie tussen de uitvoeringsinstellingen nog niet aan de orde. De

administratieovereenkomsten met de vijf bestaande uitvoeringsinstellingen lopen nog op zijn minst tot 1 januari 2000. Concurrentie wordt pas voorzien na het jaar 2000, als de in de adviesaanvrage voorgestelde veranderingen van de uitvoeringsorganisatie aan de orde zijn.

Hierbij zij opgemerkt dat de vraag of er meer mogelijkheden zullen komen om persoonsgegevens voor private activiteiten te gebruiken, los gezien kan worden van de vraag of uitvoeringsinstellingen onderling goed kunnen concurreren. Concurrentie vereist dat de uitvoeringsinstellingen onder gelijke condities kunnen opereren. Dit zal het geval zijn, omdat de regels omtrent het beheer- en gebruiken van de gegevens voor alle uitvoeringsinstellingen gelijk zullen luiden.

4

Wanneer binnen de mogelijkheden van de Algemene bijstandswet taken worden uitbesteed aan een derde kunnen gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taken – binnen bepaalde randvoorwaarden – worden overgedragen aan die derde. De overdracht van die gegevens dient plaats te vinden binnen de voorschriften die de Algemene bijstandswet en de Wpr hiervoor geven. Op dit moment beraad ik mij over een beleidskader dat een uitwerking zal geven van aandachtspunten bij uitbesteding.

5

Op grond van de Osv 1997 is het niet geoorloofd dat de uitvoeringsinstellingen de gegevensbestanden ter beschikking stellen aan private organisaties, ook niet als deze onderdeel uitmaken van de holding waarin ook een uitvoeringsinstelling is opgenomen. Op de naleving van deze regels wordt toezicht gehouden door College van toezicht sociale verzekeringen en de Registratiekamer.

Tweede Kamer, vergaderjaar 1997–1998, Aanhangsel

3174