Antwoorden op vragen PvdA, VVD over de «Mars tegen Corruptie» op de Antillen (2030408810)


Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2003–2004

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1083

Vragen van de leden Leerdam (PvdA) en Rijpstra (VVD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de «Mars tegen Corruptie» op de Antillen. (Ingezonden 20 februari 2004)

1

Heeft u kennisgenomen van de «Mars tegen corruptie, intimidatie en discriminatie», die op zaterdag

14 februari jl. simultaan heeft plaatsgevonden op Curac¸ao, Bonaire en Sint Maarten?

2

Welke conclusie trekt u uit deze protestmars, die gezien het aantal deelnemers één van de grootste in de geschiedenis van de Nederlandse Antillen is geweest?

3

Wat is uw mening over de uitslag van een enquête1 van de Universiteit Nederlandse Antillen (UNA) onder 281 kiesgerechtigden, waaruit blijkt dat 59,8 procent van de geënquêteerden van mening is dat interventie van Nederland in de huidige situatie gewenst is?

4

Hebben deze manifestatie en de uitslag van de enquête gevolgen voor uw beoordeling van de ernst van de politieke situatie in de Nederlandse

Antillen?

1 Amigoe, 13 februari jl.

Antwoord

Antwoord van minister De Graaf (Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties). (Ontvangen 16 maart 2004)

1 Ja.

2

Corruptie, intimidatie en discriminatie vinden in de ogen van de deelnemers aan de protestmars blijkbaar op ruime schaal plaats. Naar mijn mening kan uit de grote opkomst bij de mars worden geconcludeerd dat er onder de bevolking van de Antillen de wil bestaat om positieve veranderingen tot stand te brengen. Dit vind ik hoopgevend.

3

Het bevestigt voor mij dat er binnen het Koninkrijk behoefte bestaat tot herbezinning op het huidige Koninkrijksverband. De Koninkrijksregering is verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de Koninkrijkstaken en de waarborging van de fundamentele menselijke rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van het bestuur. Hierover zal de komende tijd een discussie plaatsvinden en besluitvorming worden voorbereid, onder andere door de inzet van de werkgroep Bestuurlijke en Financiële Verhoudingen en in het kader van de evaluatie van het Statuut, zoals aangekondigd in de Rijksbegroting

2004. De werkgroep zal een inventarisatie maken van de bestaande problemen op bestuurlijk en financieel gebied en bezien in hoeverre de problemen kunnen worden opgelost, onder meer door uitvoering van bestaande adviezen en reeds genomen besluiten. Naast de adviezen die de werkgroep zal geven, zal ook de mogelijkheid van een grotere en actievere rol van de Koninkrijksregering op het terrein van de waarborgtaken en de toedeling van cruciale functies aan het Koninkrijk onderwerp van bespreking tussen de Koninkrijkspartners vormen. «Integriteit van bestuur» is overigens onderwerp van overleg in de Rijksministerraad en van tripartiet politiek overleg met de regeringen van de Nederlandse Antillen en Aruba. Nederland zet zich onder meer via een samenwerkingsprogramma «rechtshandhaving» ervoor in dat de rechtshandhavinginstituties in de Nederlandse Antillen hun taken in voldoende mate kunnen uitvoeren. Naast de justitiële en bestuurlijke aanpak van de problemen worden Nederlandse middelen ingezet om sociaal-maatschappelijk het welvaartspeil en de stabiliteit van de Antilliaanse samenleving te bevorderen door de uitvoering van samenwerkingsprogramma’s om het onderwijs meer te laten aansluiten op de arbeidsmarkt en de economie te ontwikkelen via bevordering van marktwerking, gezonde overheidsfinanciën en een schoon

KVR19768 2030408810 0304tkkvr1083 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2004

Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, Aanhangsel

2289

milieu, alsmede door een gerichte aanpak van de armoede via de nieuwe uitvoeringskanalen van het NGO-beleid en met behulp van de inzet van de expertise van de Wereldbank en de UNDP.

4

Deze manifestatie en de uitslag van de enquête bevestigen mijn beeld over de situatie op de Nederlandse Antillen. Ik deel de zorgen die onder de Antilliaanse bevolking leven. Dit sterkt mij in mijn streven om de deugdelijkheid van het bestuur – één van de belangrijkste huisregels van het Koninkrijk – hoog op de agenda te houden en veranderingen door te voeren.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, Aanhangsel                             2290