Antwoorden op vragen PvdA over schending van het bankgeheim door Interpay (2040500480)

publicatie datum 10 november 2004
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Financiën i
beantwoordende ministerie Financiën i
kamerleden F.J.M. (Ferd) Crone i
partijen Partij van de Arbeid i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2004–2005

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

296

Vragen van het lid Crone (PvdA) aan de minister van Financiën over schending van het bankgeheim door Interpay.(Ingezonden 27 september 2004)

1

Kent u de berichtgeving over Interpay, dat als monopolist verantwoordelijk is voor het

Nederlandse betalingsverkeer?1

2

Is het bankgeheim geschonden?

3

Is het waar dat vooral liefdadigheidsinstellingen gebruik maken van de mogelijkheid om adresinformatie te kopen? Is het waar dat de prijs 4 cent per adres bedraagt? Zijn er ook andere kopers van deze informatie? Zo ja, welke zijn dat?

4

In hoeverre is de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) overtreden? Welke maatregelen gaat u nemen?

5

In hoeverre kan het College bescherming persoonsgegevens (Cbp) bindende aanwijzingen geven en boetes opleggen? Welke sancties staan er op overtreding van de Wpb?

6

Waarom worden gedragscodes ten aanzien van persoonsgegevens, en alle wijzigingen daarvan, niet per definitie ter goedkeuring voorgelegd aan het Cpb? In hoeverre zijn deze gedragscodes bindend in een sector?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen van de leden Koomen en Omtzigt (beiden CDA), ingezonden 27 september 2004 (vraagnummer 2040500410).

1 NOS-teletekst, 23 september jl.

Antwoord

Antwoord van minister Zalm (Financiën). (Ontvangen 1 november 2004)

1

Ja, de genoemde berichtgeving is bekend.

2

Nederland kent geen (wettelijk geregeld) bankgeheim. Wel is op de bancaire sector onverkort de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) van toepassing. Banken en verzekeraars hebben deze uitgewerkt in de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen. De aangesloten banken verplichten zich daarmee om cliëntgegevens zorgvuldig te behandelen. Ook Interpay is gebonden aan deze verplichting.

3

Interpay biedt liefdadigheidsinstellingen een verificatieservice aan (zie het antwoord op de vragen van de leden

Koomen en Omtzigt (Aanhangsel Handelingen nr. 295, vergaderjaar 2004–2005). Daarvoor worden per bank verschillende tarieven in rekening gebracht. Naast liefdadigheidsinstellingen kunnen ook instellingen als de Belastingdienst en het Centraal Justitieel Incassobureau gebruik maken van deze gegevens.

4

De beoordeling of sprake is van een overtreding van de Wbp ligt bij het College bescherming persoonsgegevens. Naar het oordeel van dit College behoort de systematische schoning van adressenbestanden van betaalrelaties in ieder geval niet tot de normale afwikkeling van het betalingsverkeer, zoals bedoeld in voornoemde privacycode. De banken bezien daarom momenteel welke maatregelen noodzakelijk zijn om te komen tot een verbetering in de situatie. Tot die tijd is de service opgeschort voor zover hieraan geen wettelijke verplichtingen ten grondslag liggen. Aanvullende maatregelen zijn op dit moment dan ook niet nodig.

5

Het College kan in het kader van een onderzoek naar overtreding van de Wbp bestuursdwang uitoefenen, zoals het innemen van administraties en het betreden van woningen. In bepaalde gevallen kan het College ook boetes opleggen. De Wbp voorziet in bepaalde gevallen in strafrechtelijke sancties voor

KVR21518 2040500480 0405tkkvr296 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2004

Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, Aanhangsel

617

overtreding van de wet. Of het College gebruik kan maken van deze bevoegdheden is afhankelijk van het oordeel of sprake is van een overtreding van de wet. Tot dusverre heeft het College daarvan nog geen melding gemaakt.

6

De Wbp bevat geen verplichting tot het vaststellen van een gedragscode. Indien een organisatie of organisaties voornemens zijn een gedragscode vast te stellen, kunnen zij het Cbp verzoeken te verklaren dat de daarin opgenomen regels een juiste uitwerking vormen van de Wbp. Een gedragscode treedt niet in de plaats van de Wbp. De mate van bindendheid van een gedragscode kan per sector verschillen. De Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen van de Nederlandse Vereniging van Banken en het Verbond van Verzekeraars is goedgekeurd en bindend voor diegenen die lid zijn van één beider brancheorganisaties. Bij niet naleving van de onderhavige gedragscode door banken kunnen betrokkenen zich wenden tot de Geschillencommissie Bankzaken of tot de rechter.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, Aanhangsel                               618