Antwoorden op vragen VVD over rechts-extremistische internetfora (2040513930)

publicatie datum 22 juni 2005
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Justitie i
beantwoordende ministerie Justitie i
kamerleden L.J. (Laetitia) Griffith i
R. (Ruud) Luchtenveld i
partijen Volkspartij voor Vrijheid en Democratie i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2004–2005

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1858

Vragen van de leden Griffith en Luchtenveld (beiden VVD) aan de minister van Justitie over rechts-extremistische internetfora. (Ingezonden 28 april 2005)

1

Is het waar dat het aantal racistische uitingen op webfora toeneemt?1 Wat is de aard en de omvang van de uitingen? Hoe ontwikkelen deze zich?

2

Zijn er personen die al actief waren op extremistische fora, overgegaan tot het plegen van strafbare feiten die verband houden met hun activiteiten op het internet?

3

Op welke wijze wordt er toezicht gehouden op extremistische uitingen op webfora? Welke capaciteit is hiervoor beschikbaar? Is dit afdoende?

4

Op welke wijze treedt het Openbaar Ministerie op tegen extremistische uitingen? In hoeveel gevallen is tot vervolging overgegaan?

5

Welke mogelijkheden zijn er om op te treden tegen extremistische uitingen op fora die worden gehost via buitenlandse providers?

1 Trouw, 25 april jl.

Antwoord

Antwoord van minister Donner (Justitie). (Ontvangen 14 juni 2005), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 1729, vergaderjaar 2004–2005

1

Het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI) ontving in 2004 575 meldingen over discriminatie op webfora; dit is een lichte stijging ten opzichte van 2003 (555). In totaal ontving het MDI 1812 meldingen over discriminatie op internet (2003: 1242 meldingen); het totale aantal gemelde uitingen steeg van 1496 naar 2939. Het MDI maakt de volgende onderverdeling van racistische uitingen op internet: discriminatie van asielzoekers/vluchtelingen/illegalen 100; Roma en Sinti 9; Aziaten 9; autochtone Nederlanders 266; Surinamers, Antillianen, Afrikanen 232; Marokkanen 268; Turken 309; overige afkomst of nationaliteit 257. Daarnaast registreerde het MDI 531 antisemitische en 409 anti-islam uitingen. (Noot: Jaarverslag 2004 Meldpunt Discriminatie Internet)

2

Er is geen statistische informatie beschikbaar over de aantallen zaken waarbij eerst een strafbare uiting op internet is gedaan, waarna door degene die de uiting heeft gedaan,

een daarmee samenhangend strafbaar feit is gepleegd.

3

Extremistische webfora worden gemonitord door overheidsorganisaties zoals opsporings- en inlichtingendiensten. Het is niet mogelijk om aan te geven hoeveel capaciteit hiermee precies is gemoeid. Ten aanzien van de ingezette capaciteit door overheidsdiensten kan worden aangegeven dat deze lastig is te bepalen, omdat het monitoren plaatsvindt door zowel inzet van technische hulpmiddelen als door inzet van menskracht. Bij het Korps landelijke politiediensten houden zich binnen de dienst Nationale Recherche 12 personen bezig met taken op dit terrein. Er wordt momenteel bezien of de huidige capaciteit afdoende is en of er extra inspanningen noodzakelijk zijn

Het Meldpunt Discriminatie Internet neemt enkel gemelde discriminatoire uitingen op internet in behandeling en doet geen onderzoek op eigen initiatief. Wanneer discriminatoire uitingen bij het MDI gemeld worden, doet het MDI een verzoek tot verwijdering, hetzij bij de plaatser, hetzij bij de provider. In 2004 leidde 97% van de verzoeken tot verwijdering van de uitingen. Ten

KVR23249 2040513930 0405tkkvr1858 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2005

Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, Aanhangsel

3953

aanzien van de overige 3% is in 2004 in totaal zes keer aangifte gedaan.

4

Extremistische uitingen zijn strafbaar indien zij kunnen worden gebracht onder opruiing (artikelen 131 en 132 Sr), discriminatie (artikelen 137c t/m g en 429quater Sr), godslastering (artikel 147 en 429bis Sr), belediging (artikelen 261, 262 en 266 Sr) en bedreiging (artikel 285 Sr). Het OM kan tot strafrechtelijke vervolging over gaan als voldaan is aan de toepasselijke strafrechtelijke en strafvorderlijke regels. Er moet in ieder geval sprake zijn van een bewijsbaar strafbare uiting, en de vervolging dient opportuun te zijn. Het OM hecht een groot belang aan de bestrijding van racisme, discriminatie, aanzetten tot haat, geweld en agressie. In discriminatiezaken is de opportuniteit van de vervolging in beginsel gegeven, zodat bij overtreding van de discriminatiebepalingen een strafrechtelijke reactie volgt, indien de zaak zich daarvoor redelijkerwijs technisch leent. In 2004 zijn 214 discriminatiezaken bij het OM binnengekomen. Daarvan betreffen 13 gevallen discriminatie op internet. Ondanks dit relatief kleine aantal zaken, heeft een verdrievoudiging plaatsgevonden ten opzichte van 2003. Toen zijn 4 zaken binnengekomen betreffende discriminatie op internet.

5

De Nederlandse justitiële autoriteiten zijn gebonden aan het formele territorialiteitsbeginsel. Dit brengt met zich met dat Nederland niet eigenstandig strafvorderlijke bevoegdheden buiten de landsgrenzen mag aanwenden. Wel kan in die gevallen waarin wordt vastgesteld dat extremistische uitingen via providers in het buitenland worden gedaan, via een rechtshulpverzoek worden gevraagd om persoonsgegevens te verstrekken in verband met een strafrechtelijk onderzoek, ofwel sites te blokkeren of bestanden ontoegankelijk te maken. Indien bijvoorbeeld strafbare uitingen worden gedaan in een MSN-groep, kan Microsoft verzocht worden deze groep te verwijderen. Veel buitenlandse providers kennen ook zogenaamde «Terms of Service» (Algemene Voorwaarden) met bepalingen, waarin zij hun klanten verbieden discriminatoire of racistische berichten op hun website te plaatsen. In veel gevallen slaagt het Meldpunt Discriminatie Internet er in om dergelijke discriminatoire sites of fora te laten verwijderen.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, Aanhangsel

3954