Antwoorden op vragen PvdA over een website waarop homo's worden bedreigd (2040519070)

publicatie datum 30 september 2005
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Justitie i
beantwoordende ministerie Justitie i
kamerleden A.J. (Anja) Timmer i
partijen Partij van de Arbeid i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2005–2006

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

28

Vragen van het lid Timmer (PvdA) aan de minister van Justitie over een website waarop homo’s worden bedreigd.(Ingezonden 29 juli 2005)

1

Heeft u kennisgenomen van de tv-uitzending1 en het web-artikel

«Internetmeldpunt wil einde aan discriminerende site» op de website

Gaykrant.nl?

2

Welke mogelijkheden ziet u om bedreigingen via internet te voorkomen?

3

In hoeverre is het mogelijk de beheerder van een webforum aansprakelijk te stellen voor discriminerende opmerkingen en/of bedreigingen op een forum?

4

Hoe kunt u voorkomen dat via zogenaamde mirrorsites dezelfde inhoud op een andere locatie op internet terugkomt?

5

In hoeverre werken internetproviders mee om sites op verzoek van de politie of het meldpunt discriminatie internet uit de lucht te halen?

1 Editie.nl, 26 juli jl.

Antwoord

Antwoord van minister Donner (Justitie). (Ontvangen 26 september 2005), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 2237, vergaderjaar 2004–2005

1 Ja.

2

Het staat eenieder vrij mededelingen en informatie op het internet te zetten. Gezien het laagdrempelige karakter van het internet, de internationale dimensie (jurisdictie) en de snelle technologische ontwikkelingen, is het onmogelijk om kwetsende boodschappen te weren. Wel kan van bedreigingen als deze melding worden gemaakt bij het Meldpunt Discriminatie Internet. Dit meldpunt kan vervolgens de beheerder, indien deze te achterhalen is, of anders de internet service provider verzoeken de informatie te verwijderen c.q. ontoegankelijk te maken.

3

In de artikelen 132 en 137e van het Wetboek van Strafrecht is verspreiding van opruiende dan wel discriminerende uitlatingen strafbaar.

Gezien de uitzonderingen in de artikelen 53, 54, 54a Wetboek van Strafrecht en artikel 10EVRM kunnen internethosts en internetproviders niet zomaar worden vervolgd. Internetproviders en webhosts zijn niet anders dan straffeloze noodzakelijke deelnemers aan het verspreidingsdelict, zolang zij bereid zijn de identiteit (of de «whereabouts») van degenen die van hun service gebruik maakten te onthullen. De achterliggende gedachte bij deze artikelen is het voorkomen van censuur. Artikel 54a van het Wetboek van strafrecht bepaalt dat de facilitator bij opruiende uitlatingen (op bevel van de officier van justitie na machtiging van de rechter-commissaris) een plicht heeft tot het ontoegankelijk maken van de gegevens. Internethost en internetproviders kunnen derhalve gevraagd worden en zijn niet zelden verplicht – waar mogelijk – hulp te bieden bij het opsporen van degene die een strafbare uitlating heeft gedaan. In de artikelen 125i – 125nb van het Wetboek van Strafvordering zijn bijzondere stafvorderlijke bepalingen ten aanzien van telecommunicatie en internet neergelegd.

KVR23929 2040519070 0405tkkvr28 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2005

Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, Aanhangsel

63

4

Ik verwijs voor het antwoord op deze vraag naar mijn antwoord op vraag 2. De overheid kan niet voorkomen dat sites worden gekopieerd. De handelwijze van het Meldpunt Discriminatie Internet is er juist op gericht om bij gemelde klachten de discriminatoire uitingen te laten verwijderen.

5

De meeste internetproviders in Nederland werken desgevraagd mee aan het verwijderen van het materiaal. Zo ook in deze zaak. Na een verzoek tot verwijdering door het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI), heeft de provider de gewraakte site van het internet gehaald. Veel buitenlandse providers kennen ook zogenaamde «Terms of Service» (Algemene Voorwaarden) met bepalingen, waarin zij hun klanten verbieden discriminatoire of racistische berichten op hun website te plaatsen. In veel gevallen slaagt het MDI erin om dergelijke discriminatoire sites of fora te laten verwijderen.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, Aanhangsel                                 64