Antwoorden op vragen D66 over leeftijdsdiscriminatie bij het verstrekken van een verklaring omtrent gedrag (2050600420)

publicatie datum 27 december 2005
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Justitie i
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties i
beantwoordende ministerie Justitie i
kamerleden L.W.S.A.L.B. (Lousewies) van der Laan i
partijen Democraten 66 i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2005–2006

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

552

Vragen van het lid Van der Laan (D66) aan de ministers van Justitie en voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties over leeftijdsdiscriminatie bij het verstrekken van een verklaring omtrent gedrag.(Ingezonden 27 september 2005)

1

Herinnert u zich uw antwoorden op de eerdere schriftelijke vragen over leeftijdsdiscriminatie bij het verstrekken van een verklaring omtrent gedrag (VOG)?1

2

Hoe verhoudt uw mededeling dat het niet-verstrekken van een VOG aan 80-plussers niet tot problemen zou leiden, zich tot uw mededeling dat u sinds 1 april 2004 reeds 12 aanvragen heeft afgewezen en dat zo’n afwijzing bijvoorbeeld kan betekenen dat mensen hun beroep niet kunnen uitoefenen of bepaalde visa niet kunnen krijgen? Is het feit dat bepaalde personen het beroep van tolk/vertaler om deze reden niet kunnen uitoefenen, niet reeds een indicatie dat zich in de praktijk wel degelijk problemen voordoen? Bent u bereid te bezien of in dergelijke situaties aan deze mensen alsnog een VOG kan worden verstrekt?

3

Is het feit dat mensen na het 80e

levensjaar niet of nauwelijks criminaliteit plegen, niet juist een reden om hen wél een VOG te verstrekken of om hen een «blanco» VOG te verstrekken?

4

Bent u alsnog bereid de wet zodanig aanpassen dat ook 80-plussers een VOG verstrekt kunnen krijgen? Zo neen, waarom niet?

1 Aanhangsel Handelingen nr. 26, vergaderjaar 2005–2006.

Antwoord

Antwoord van minister Donner (Justitie), mede namens de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. (Ontvangen 16 december 2005), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 261, vergaderjaar 2005–2006

1 en 51 Ja.

2 en 61

Tussen 1 april 2004 en 1 augustus 2005 zijn er 277.872 Verklaringen omtrent gedrag (VOG) aangevraagd. In twaalf gevallen kon de VOG niet worden verstrekt, omdat de aanvrager ouder dan tachtig jaar was. Deze twaalf aanvragers hebben van mij een brief ontvangen, waarin werd uitgelegd waarom het niet mogelijk is om een VOG af te geven. De relevante passage in deze brief luidt: «Uit uw aanvraag is mij gebleken dat u de leeftijd van tachtig jaren hebt bereikt. Dit betekent dat aan u geen Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) kan worden verstrekt, omdat COVOG het Justitieel Documentatieregister met betrekking tot uw persoon niet meer kan raadplegen. Teneinde te kunnen beoordelen of een VOG kan worden afgegeven, bevraagt COVOG de Justitiële Documentatie. In artikel 5, derde lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens is de bepaling opgenomen dat de gegevens uit de justitiële documentatie worden verwijderd indien sedert de geboortedag van de betrokken persoon tachtig jaren zijn verstreken».

Deze aanvragen worden dus niet afgewezen, maar aangegeven wordt waarom het niet mogelijk is om een VOG te verstrekken. Tot nu toe hebben mij geen signalen bereikt dat de aanvragers van tachtig jaar en ouder problemen hebben ondervonden in hun beroepsuitoefening of bewegingsvrijheid, aangezien er in deze gevallen naar individuele oplossingen is gezocht.

3

Gebruikers en aanvragers van een VOG dienen de zekerheid te hebben dat voor de afgifte van een VOG een toetsing en weging van strafrechtelijke gegevens heeft plaatsgevonden. Een VOG

KVR24533 2050600420 0506tkkvr552 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2005

Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, Aanhangsel

1179

verstrekken zonder dat deze toetsing en weging heeft plaatsgevonden is een onjuiste handelwijze.

71 en 81

Vanzelfsprekend moeten ook mensen ouder dan 80 jaar een koninklijke onderscheiding kunnen ontvangen, of een visum voor een bepaald land kunnen verkrijgen, of lid kunnen worden van een schietvereniging. Tot nu toe heeft dat geen problemen opgeleverd.

De kans dat iemand ouder dan 80 jaar bij een ministerie, de Tweede Kamer of het Europees parlement als stagiaire aan de slag wil acht ik gering.

Het kabinet streeft ernaar om de arbeidsparticipatie van mensen tot 65 jaar te bevorderen. Het kabinet streeft er niet naar de arbeidsparticipatie van mensen ouder dan 80 jaar te verhogen.

4 en 91

In het antwoord op de eerder gestelde vragen van 19 april 2005 over dit onderwerp, heb ik mij bereid getoond om de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens aan te passen, mocht blijken dat zich problemen voordoen. Voor de 12 gevallen waarin iemand van 80 jaar of ouder een VOG heeft aangevraagd, zijn steeds individuele oplossingen gevonden. Na de beantwoording van de vragen over dit onderwerp die op 19 april 2005 gesteld zijn, is mij gebleken dat gemeenten aanvragen van tachtigplussers niet altijd in behandeling nemen. Dat is een relevant nieuw gegeven, omdat het kan betekenen dat het aantal aanvragen voor een VOG door tachtigplussers feitelijk groter is dan de twaalf aanvragen die mij bekend zijn. Om die reden ben ik bereid om de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens op dit punt te herzien, opdat de gegevens langer dan thans het geval is kunnen worden bewaard. Totdat deze wet is aangepast blijf ik voor aanvragen voor een VOG door tachtigplussers zoeken naar individuele oplossingen, waarbij maatwerk als uitgangspunt geldt.

1 De vragen 5 tot en met 9 zijn de vernummerde vragen 1 t/m 5 van vragen van 13 oktober 2005, nr. 2050601430 van het lid Van der Laan (D66).

Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, Aanhangsel                             1180