Antwoorden op vragen D66 over leeftijdsdiscriminatie bij het verstrekken van de verklaring omtrent gedrag (2050601430)

publicatie datum 27 december 2005
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Justitie i
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties i
beantwoordende ministerie Justitie i
kamerleden L.W.S.A.L.B. (Lousewies) van der Laan i
partijen Democraten 66 i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2005–2006

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

553

Vragen van het lid Van der Laan (D66) aan de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over leeftijdsdiscriminatie bij het verstrekken van de verklaring omtrent gedrag.(Ingezonden 13 oktober 2005)

5

Herinnert u zich uw antwoord van 26 september 2005 op schriftelijke vragen van 19 april 20051 waarin u stelde dat u bij constatering van problemen ten gevolge van de onderscheiden behandeling van mensen boven de leeftijdsgrens van 80 jaar bereid bent te overwegen de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens te wijzigen? Herinnert u zich tevens dat u daarbij aangaf dat u geen geval bekend was waarbij dit probleem speelt?

6

Vormen de problemen van een vrijwilligster bij het ministerie van Justitie bij het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag2, een voorbeeld van «problemen ten gevolge van de onderscheiden behandeling van mensen boven de leeftijdsgrens van 80 jaar» waar u in uw antwoord aan refereert?

7

Vindt u dat het feit dat mensen boven de leeftijdsgrens van 80 jaar niet in staat zijn een verklaring omtrent gedrag te verkrijgen, betekent dat zij bijvoorbeeld geen stagiaire op een ministerie, bij de Tweede Kamer of bij het Europees Parlement kunnen zijn, koninklijke onderscheidingen kunnen ontvangen of visa voor bepaalde landen kunnen aanvragen?

8

Hoe verhoudt uw opstelling in deze kwestie zich tot de positie van het kabinet dat het wenselijk is dat mensen zo lang mogelijk actief zijn op de arbeidsmarkt?

9

Bent u bereid om de relevante passages uit de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens te wijzigen, die het afgeven van een verklaring omtrent gedrag onmogelijk maken nu is gebleken dat er zich wel degelijk problemen voordoen bij mensen boven de leeftijdsgrens van 80 jaar?

1  Aanhangsel Handelingen nr. 26, vergaderjaar 2005–2006.

2  RTL nieuws, 4 oktober jl.

Antwoord

Antwoord van minister Donner (Justitie), mede namens de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. (Ontvangen 16 december 2005)

11 en 5 Ja.

21 en 6

Tussen 1 april 2004 en 1 augustus

2005 zijn er 277.872 Verklaringen omtrent gedrag (VOG) aangevraagd. In twaalf gevallen kon de VOG niet worden verstrekt, omdat de aanvrager ouder dan tachtig jaar was. Deze twaalf aanvragers hebben van mij een brief ontvangen, waarin werd uitgelegd waarom het niet mogelijk is om een VOG af te geven. De relevante passage in deze brief luidt: «Uit uw aanvraag is mij gebleken dat u de leeftijd van tachtig jaren hebt bereikt. Dit betekent dat aan u geen Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) kan worden verstrekt, omdat COVOG het Justitieel Documentatieregister met betrekking tot uw persoon niet meer kan raadplegen. Teneinde te kunnen beoordelen of een VOG kan worden afgegeven, bevraagt COVOG de Justitiële Documentatie. In artikel 5, derde lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens is de bepaling opgenomen dat de gegevens uit de justitiële documentatie worden verwijderd indien sedert de geboortedag van de betrokken persoon tachtig jaren zijn verstreken».

Deze aanvragen worden dus niet afgewezen, maar aangegeven wordt waarom het niet mogelijk is om een VOG te verstrekken. Tot nu toe hebben mij geen signalen bereikt dat de aanvragers van tachtig jaar en ouder problemen hebben ondervonden in hun beroepsuitoefening of bewegingsvrijheid, aangezien er in

KVR24534 2050601430 0506tkkvr553 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2005

Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, Aanhangsel

1181

deze gevallen naar individuele oplossingen is gezocht.

31

Gebruikers en aanvragers van een VOG dienen de zekerheid te hebben dat voor de afgifte van een VOG een toetsing en weging van strafrechtelijke gegevens heeft plaatsgevonden. Een VOG verstrekken zonder dat deze toetsing en weging heeft plaatsgevonden is een onjuiste handelwijze.

7 en 8

Vanzelfsprekend moeten ook mensen ouder dan 80 jaar een koninklijke onderscheiding kunnen ontvangen, of een visum voor een bepaald land kunnen verkrijgen, of lid kunnen worden van een schietvereniging. Tot nu toe heeft dat geen problemen opgeleverd.

De kans dat iemand ouder dan 80 jaar bij een ministerie, de Tweede Kamer of het Europees parlement als stagiaire aan de slag wil acht ik gering.

Het kabinet streeft ernaar om de arbeidsparticipatie van mensen tot 65

jaar te bevorderen. Het kabinet streeft er niet naar de arbeidsparticipatie van mensen ouder dan 80 jaar te verhogen.

41 en 9

In het antwoord op de eerder gestelde vragen van 19 april 2005 over dit onderwerp, heb ik mij bereid getoond om de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens aan te passen, mocht blijken dat zich problemen voordoen. Voor de 12 gevallen waarin iemand van 80 jaar of ouder een VOG heeft aangevraagd, zijn steeds individuele oplossingen gevonden. Na de beantwoording van de vragen over dit onderwerp die op 19 april 2005 gesteld zijn, is mij gebleken dat gemeenten aanvragen van tachtigplussers niet altijd in behandeling nemen. Dat is een relevant nieuw gegeven, omdat het kan betekenen dat het aantal aanvragen voor een VOG door tachtigplussers feitelijk groter is dan de twaalf aanvragen die mij bekend zijn. Om die reden ben ik bereid om de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens op dit punt te herzien, opdat de gegevens langer dan thans het geval is kunnen worden bewaard. Totdat deze wet is aangepast blijf ik voor aanvragen voor een VOG door tachtigplussers zoeken naar individuele oplossingen, waarbij maatwerk als uitgangspunt geldt.

1 De vragen 1 t/m 4 zijn de vragen van

27 september 2005, nr. 2050600420 van het lid

Van der Laan (D66).

Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, Aanhangsel

1182