Artikel 8: Recht van petitie

7
Artikel 8
9

Ieder heeft het recht om verzoeken, mits schriftelijk, aan de bevoegde macht in te dienen.

Elk verzoek moet door de verzoeker ondertekend zijn. Ondertekening uit naam van anderen kan alleen geschieden krachtens schriftelijke bij het verzoek overgelegde volmacht.

Wettig bestaande lichamen kunnen aan de bevoegde macht verzoekschriften indienen, doch alleen over onderwerpen tot hun bepaalde werkkring behorende.

1.

Ontwikkeling artikel

1798

Elk ingezeten kan zig, bij Request, Addrès, of met anderen Vóórdragt, vervoegen bij zoodanige Magten, waar hij geraaden zal oordeelen. Alle vóórdragten zullen persoonlijk, en niet gezamenlijk, geschieden; tenzij door Lichamen, wettig zaamgesteld , en als zoodanigen erkend, en wel alsdan over onderwerpen, die tot derzelver erkende werkzaamheden behooren.

1801

Ieder Ingezeten heeft het recht om verzoeken of voordragten aan de daar toe bevoegde Magt schriftelyk in te dienen, mits die persoonlyk en niet uit naam van meerderen worden onderteekend, welk laatste alleen zal kunnen geschieden door of van wegen Lichamen, wettig samengesteld, en als zodanig erkend, mitsgaders over onderwerpen, tot derzelver bepaalde werkzaamheden behoorende.

1805

Ieder Burger heeft het regt, om verzoeken of voordragten aan de daartoe bevoegde Magt schriftelijk intedienen, mits die persoonlijk, en niet uit naam van meerdere, worden onderteekend, welk laatste alleen zal kunnen geschieden door of van wegens Ligchamen, wettig zamengesteld en als zoodanig erkend, en dan nog niet anders dan over onderwerpen, tot derzelver bepaalde werkzaamheden behoorende.

1806

Ieder Burger heeft het regt, om Verzoeken of Voordragten aan de daar toe bevoegde Magt schriftelijk in te dienen; mits die persoonlijk, en niet uit naam van meerderen worden onderteekend; welk laatste alleen zal kunnen geschieden door of van wegens Ligchamen, wettig zamengesteld, en als zoodanig erkend, en dan nog niet anders dan over onderwerpen, tot derzelver bepaalde werkzaamheden behoorende.

1815

Ieder ingezetene heeft het regt om verzoeken aan de bevoegde magt schriftelijk in te dienen, mits die persoonlijk en niet uit naam van meerderen worden onderteekend, welk laatste alleen zal kunnen geschieden door of van wege ligchamen, wettiglijk zamengesteld en als zoodanig erkend, en, in dat geval, niet anders dan over onderwerpen tot derzelver bepaalde werkzaamheden behoorende.

1840: art 159, 1848: art 9
1887

Ieder heeft het regt om verzoeken, mits schriftelijk, aan de bevoegde magt in te dienen.

Elk verzoek moet door den verzoeker onderteekend zijn. Onderteekening uit naam van anderen kan alleen geschieden krachtens schriftelijke bij het verzoek overgelegde volmagt.

Wettig bestaande lichamen kunnen aan de bevoegde magt verzoekschriften indienen, doch alleen over onderwerpen tot hun bepaalden werkkring behoorende.

1917: art 8, 1922: art 8, 1938: art 8, 1948: art 8, 1953: art 8, 1956: art 8, 1963: art 8, 1972: art 8
1983

Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen.

1987: art 5, 1995: art 5, 1999: art 5, 2000: art 5, 2002: art 5, 2005: art 5, 2006: art 5, 2008: art 5, 2017: art 5, 2018: art 5, 2022: art 5