Antwoorden op vragen SP over een verbod van de DTP-partij in Turkije

publicatie datum 12 januari 2010
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Buitenlandse Zaken i
beantwoordende ministerie Buitenlandse Zaken i
kamerleden H. (Harry) van Bommel i
partijen Socialistische Partij i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2009–2010

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1162

Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over een verbod van de DTP-partij in Turkije. (Ingezonden 15 december 2009)

1

Wat is uw appreciatie van het verbod van de DTP1 door het Turkse Hof? Deelt u de mening dat het verbod van een wettig verkozen politieke partij in strijd met de grondrechten van een democratische staat is? Indien nee, waarom niet?

2

Wat zijn naar uw opvatting de gevolgen voor de onderhandelingen over de Turkse toetreding tot de EU? Is het waar dat de EU Turkije gewaarschuwd heeft dat een verbod van de DTP de rechten van Koerden schendt?2 Op welke wijze heeft de EU dit aan Turkije gemeld en wat zijn de gevolgen?

3

Deelt u de mening dat de DTP een belangrijke speler is in de oplossing van de politieke problemen in Turkije?3 Indien nee, waarom niet? Zo ja, welke bilaterale politieke initiatieven onderneemt u jegens Turkije om dit verbod ongedaan te doen maken?

1  Koerdische Democratische Gemeenschapspartij.

2  Trouw, 11 december 2009 http://www.trouw.nl/nieuws/wereld/ article2938101.ece/Verbod_DTP_dwarsboomt_

verzoeningskoers_Erdogan.html 3 Zie bijvoorbeeld verklaring van de mensenrechtenorganisatie IHD http://www.bianet.org/english/freedom-of-expression/118734-ihd-democratic-society-party-essential-for-democratic-initiative

Antwoord

Antwoord van minister Verhagen (Buitenlandse Zaken), mede namens de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (ontvangen 8 januari 2010)

1

Nederland is bezorgd over het besluit van het Turkse Constitutionele Hof om de DTP te verbieden. Ontbinding van politieke partijen is een uitzonderlijke maatregel die slechts met de grootst mogelijke terughoudendheid zou mogen worden genomen. Turkije is, als vitale democratie, niet gebaat bij uitsluiting van democratisch gekozen parlementariërs zoals de leden van de DTP.

2

Het EU-onderhandelingsraamwerk uit 2005 ziet toe op het waarborgen van de rechten van etnische, religieuze en culturele minderheden in Turkije. Onderhavige uitspraak van het Turkse Constitutionele Hof draagt hieraan niet bij. Turkije zal geen lid van de EU kunnen worden wanneer de rechten van minderheden niet worden gerespecteerd. De Raad heeft op 7 december jl. het belang van de bovengenoemde waarborgen herbevestigd.

Namens de EU-lidstaten, heeft het Zweeds voorzitterschap op dezelfde dag van de Hofuitspraak (11 december jl.) een verklaring afgegeven, waarin het hierover zorg uitspreekt en kandidaat-lidstaat Turkije oproept de vereiste grondwetswijzigingen door te voeren, opdat de Turkse wet op de politieke partijen in overeenstemming kan worden gebracht met de aanbevelingen van de zogenaamde Venetië Commissie van de Raad van Europa en relevante artikelen van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens. Nederland en de EU zullen de ontwikkelingen ter zake op de voet blijven volgen.

3

Verbetering van de sociale, economische en culturele rechten van de Koerdische minderheid is gebaat bij een politieke stem in het Turkse parlement. Afgewacht moet worden hoe het verbod van de pro-Koerdische DTP in dit opzicht zal uitpakken. Ik stel in elk geval vast dat de Hofuitspraak de recentelijk ingezette toenadering door de Turkse regering ten aanzien van de Koerdische gemeenschap niet bevordert.

Ik zal in bilaterale contacten en in EU-verband nadrukkelijk aandacht blijven vragen voor de verbetering van de positie van Koerden in Turkije en voor het proces van gewenste constitutionele hervormingen.

KVR38911 2009Z24587 0910tkkvr1162 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2010

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, Aanhangsel

2463