Antwoorden op vragen CDA over de vrijheidsbeperking van een Rwandese presidentskandidaat die na 16 jaar in Nederland gewoond te hebben teruggekeerd is naar haar vaderland (2010Z07577)

publicatie datum 8 juni 2010
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Buitenlandse Zaken i
beantwoordende ministerie Buitenlandse Zaken i
kamerleden K.G. (Kathleen) Ferrier i
partijen Christen-Democratisch Appèl i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2009–2010

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2502

Vragen van het lid Ferrier (CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de vrijheidsbeperking van een Rwandese presidentskandidaat die na 16 jaar in Nederland gewoond te hebben teruggekeerd is naar haar vaderland (ingezonden 28 april 2010).

Antwoord van minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 18 mei 2010).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht van vrijheidsbeperking van de Rwandese presidentskandidaat mevrouw Victoire Ingabire Umuhoza, die na zestien jaar in Nederland gewoond te hebben teruggekeerd is naar haar vaderland?1

Antwoord 1 Ja.

Vraag 2

Bent u bereid om opheldering hierover te vragen bij de Rwandese autoriteiten? Is het waar dat ze inmiddels weer is vrijgelaten, maar dat ze zich nog wel om de twee weken moet melden? Wat vindt u hiervan?

Antwoord 2

De ambassade in Kigali volgt deze kwestie op de voet en onderhoudt hierover ook contact met de Rwandese autoriteiten. Mevrouw Ingabire werd donderdag 22 april op borgtocht vrijgelaten en zij moet zich om de week melden. Ze wordt verdacht van serieuze misdrijven: het overtreden van de wet op genocide-ideologie; het overtreden van de wet op divisionisme en het hebben van banden met de FDLR. De meldingsplicht maakt onderdeel uit van het justitieel onderzoek.

Vraag 3

Deelt u de mening van Rwandese mensenrechtenorganisaties die stellen dat dit de zoveelste inperking van politiek speelruimte in Rwanda is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties wilt u daaraan verbinden?

NRC, 22 april 2010 en Trouw, 23 april 2010.

ah-tk-20092010-2502 ISSN 0921 - 7398 ’s-Gravenhage 2010

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, Aanhangsel

1

Antwoord 3

De oppositiepartijen in Rwanda, waarvan de partij van mevrouw Ingabire er één is, ondervinden momenteel diverse, deels administratieve, problemen bij hun voorbereiding op de presidentsverkiezingen in augustus 2010. Men kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de Rwandese autoriteiten in de aanloop naar deze verkiezingen bereid zijn om zonodig beperkingen op te leggen op het terrein van de vrijheid van meningsuiting en om de registratie van politieke partijen sterk te controleren, met het oogmerk de algemene veiligheid te dienen.

De vrijheid van mevrouw Ingabire wordt momenteel beperkt omdat ze verdacht wordt van overtreding van de wet op genocide-ideologie; het overtreden van de wet op divisionisme en het hebben van banden met de FDLR. Of de aanhouding van mevrouw Ingabire al dan niet terecht is kan ik thans niet beoordelen. Onafhankelijk gerechtelijk onderzoek zal dat moeten uitwijzen. De cruciale vraag is of de hierboven genoemde wetgeving mogelijk misbruikt wordt om politieke tegenstanders de mond te snoeren. Dit vraagstuk volgt de ambassade nauwkeurig en stelt dit met de overige donoren regelmatig aan de orde bij de Rwandese overheid.

Vraag 4 en 5

Deelt u de mening dat schending van mensenrechten een belangrijke reden is om geen (algemene) begrotingssteun toe te kennen aan een land? Is het waar dat de beoogde toekenning van begrotingssteun aan Rwanda voor 2010, zoals uit uw brief van 6 april jl. inzake begrotingssteun valt op te maken2, sectorale begrotingssteun betreft? Zo nee, kunt u dan de Kamer de nodige informatie verschaffen?

Wat zouden naar uw idee de minimale verbeteringen op het gebied van mensenrechten in Rwanda moeten zijn om (algemene) begrotingssteun te overwegen? Hoe beoordeelt u daarin de ruimte voor politieke oppositie? Op welke wijze kunt u Rwanda bijstaan in het bewerkstelligen van een dergelijke verbetering?

Antwoord 4 en 5

Ja. Of een land in aanmerking komt voor de hulpmodaliteit begrotingssteun wordt bepaald op basis van een grondige analyse van het bestuur en beleid, waaronder de mensenrechtensituatie.

De begrotingssteun aan Rwanda in 2010 betreft inderdaad sectorale begrotingssteun aan de justitiesector. Daarnaast geven we via DFID sectorale begrotingssteun aan de onderwijssector.

De basisvoorwaarden om begrotingssteun te geven in Rwanda zijn aanwezig aangezien Rwanda reeds geruime tijd goed beleid formuleert en implementeert op het gebied van armoedebestrijding, macro-economische stabiliteit, private sector ontwikkeling en op het terrein van justitie. Daarom is ook besloten tot sectorale begrotingssteun in de sector justitie. Dat laat onverlet dat er altijd zaken voor verbetering vatbaar zijn, zoals ruimte voor politieke pluriformiteit en vrijheid van meningsuiting. Het beleidsoverleg in de diverse sectorwerkgroepen, alsmede de intensieve politieke dialoog van donoren, inclusief Nederland, met de Rwandese overheid gelden als belangrijke fora waar politiek gevoelige kwesties aan de orde worden gesteld. In oktober van dit jaar wordt in Rwanda door donoren en overheid gezamenlijk beoordeeld welke resultaten er zijn geboekt in het kader van de (algemene) begrotingssteun (Joint Review). Op dat moment zal ook het verloop van de Rwandese presidentsverkiezingen kunnen worden geëvalueerd. Een logisch moment voor een formeel besluit over eventuele verlening van algemene begrotingssteun in 2011 ligt na deze Joint Review.

Vraag 6

Kunt u bevestigen dat deze Rwandese presidentskandidate de Nederlandse nationaliteit bezit? Wordt haar in dat geval als Nederlandse steun geboden vanuit de Nederlandse ambassade te Kigali? Zo ja, op wat voor manier? Zo nee, waarom niet?

Brief minister van Buitenlandse Zaken aan Tweede Kamer d.d. 6 april 2010, Kamerstuk 29 237 i, nr. 117 i.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, Aanhangsel

2

Antwoord 6

Nee, mevrouw Ingabire bezit niet de Nederlandse nationaliteit. Zij heeft de Rwandese nationaliteit en bezit een Rwandees paspoort. De steun van de Nederlandse ambassade in Kigali is derhalve maar zeer beperkt mogelijk.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, Aanhangsel

3