Antwoorden op vragen SP over Amerikaans-Israëlische overeenkomsten over Israëls kernwapenambiguïteit (2010Z10753)

publicatie datum 5 augustus 2010
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Buitenlandse Zaken i
beantwoordende ministerie Buitenlandse Zaken i
kamerleden H. (Harry) van Bommel i
partijen Socialistische Partij i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2009–2010

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3008

Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over Amerikaans-Israëlische overeenkomsten over Israëls kernwapenambiguïteit (ingezonden 9 juli 2010).

Antwoord van minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 4 augustus 2010).

Vraag 1

Hebt u kennis genomen van het bericht dat er sinds de jaren zestig van de 20ste eeuw overeenkomsten bestaan tussen de VS en Israël over de «kernwapenambiguïteit» van Israël? Is het waar dat deze overeenkomsten openbaar zullen worden gemaakt?1 Indien neen, is de Nederlandse regering op de hoogte van deze overeenkomsten? Sinds wanneer bent u op de hoogte? Zo ja, wat is de kern ervan?

Antwoord 1

Ja, ik heb kennisgenomen van deze berichtgeving. Mij is niet bekend of deze overeenkomsten openbaar gemaakt zullen worden, evenmin ben ik bekend met de inhoud ervan.

Vraag 2

Hebt u tevens kennisgenomen van de verklaring na het onderhoud tussen president Obama en premier Netanyahu op 6 juli jl., waarin gesteld wordt dat Israël het recht heeft zich tegen iedere dreiging te verdedigen en dat alleen Israël zijn eigen veiligheidsbehoefte kan bepalen?2

Antwoord 2 Ja.

Haaretz, 7 juli 2010 «Obama administration: Israel has right to nuclear capability for deterrence purposes», zie http://www.haaretz.com/print-edition/news/obama-administration-israel-has-right-to-nuclear-capability-for-deterrence-purposes-1.300652 The White House, 6 juli 2010. «Readout of the President’s Meeting with Prime Minister Netanyahu of Israel», zie http://www.whitehouse.gov/the-press-office/readout-presidents-meeting-with-prime-minister-netanyahu-israel-0

ah-tk-20092010-3008 ISSN 0921 - 7398 ’s-Gravenhage 2010

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, Aanhangsel

1

Vraag 3

Deelt u deze opvatting, ook indien dat in strijd met internationale verdragen, met name het Non-proliferatieverdrag, kan worden uitgelegd? Zo ja, waarom? Indien neen, op welke wijze wilt u bewerkstelligen dat ook Israël voldoet aan doelstellingen deel te nemen aan internationale ontspanning, controle op proliferatie en ontwapening?

Antwoord 3

Ik deel de opvatting dat een staat het recht heeft om zijn eigen veiligheidsbehoefte te bepalen en op basis van die beoordeling zich te bewapenen teneinde over het vermogen te kunnen beschikken zich tegen dreigingen te verdedigen. Een staat dient zich bij de uitoefening van dit recht vanzelfsprekend te houden aan de voor die staat geldende internationale verplichtingen met betrekking tot ontwapening. Dit geldt ook voor Israël dat partij is bij verschillende ontwapeningsverdragen. Israël is echter geen partij bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens en is aan dat verdrag dus niet gebonden. Nederland dringt er overigens regelmatig bij Israel op aan om toe te treden tot dit verdrag.

Vraag 4 en 5

Deelt u de opvatting van de Amerikaanse regering dat de door de recente toetsingsconferentie van het Non-proliferatieverdrag voorgenomen conferentie met als doel een kernwapenvrij Midden-Oosten na te streven alleen doorgang kan vinden als alle betrokken landen zich zeker voelen om deel te nemen en dat pogingen om Israël apart te nemen een dergelijke conferentie onzeker maken? Zo ja, waarom? Wat zou in uw ogen de juiste aanpak zijn om een dergelijke conferentie op succesvolle wijze te laten verlopen? Kunt u dat toelichten?

Deelt u de mening dat een conferentie over kernontwapening van het Midden-Oosten een belangrijke stap naar vertrouwenwekkende maatregelen in die regio kan zijn en dat ter aanvulling verdergaande vertrouwende wekkende stappen moeten worden ondernomen om alle betrokken landen te laten deelnemen? Indien neen, waarom niet? Zo ja, welke stappen denkt de Wederlandse regering te kunnen voorstellen om verdergaande vertrouwenwekkende maatregelen te nemen die de conferentie over een kernwapenvrije zone een kans op succes te geven?

Antwoord 4 en 5

De betrokkenheid van alle landen in de regio is de belangrijkste voorwaarde om de conferentie in 2012 tot een succes te maken. Om deelname van alle betrokken landen te realiseren zal er in de aanloop naar deze conferentie alles aan gedaan moeten worden om het vertrouwen van de landen in de regio op een succesvolle bijeenkomst zo groot mogelijk te laten zijn. Voorkomen moet worden dat de fragiele consensus uit New York al op korte termijn schipbreuk lijdt. Nederland stimuleert daartoe, o.a. in EU verband, initiatieven in de regio (voorbereidende seminars en conferenties) die een bijdrage kunnen leveren aan het vergroten van het noodzakelijke onderlinge vertrouwen.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, Aanhangsel

2