Bevordering van het gebruik van hernieuwbare energie - Raad bepaalt standpunt

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op maandag 18 december 2017.

Infographic - Schone energie voor Europeanen: essentieel voor de energie-unie

Zie volledige infographic

Op 18 december 2017 heeft de Raad zijn standpunt bepaald over een richtlijn ter bevordering van het gebruik van hernieuwbare energie in de hele EU. Dit akkoord effent de weg voor onder­handelingen met het Europees Parlement, zodra dat zijn onderhandelingsmandaat heeft vastgesteld.

De EU is vastbesloten om uiterlijk in 2030 te komen tot een streefcijfer van ten minste 27% hernieuwbare energie in het totale energieverbruik. Deze richtlijn, die spoort met de richt­snoeren van de Europese Raad van oktober 2014, bevestigt dit bindende streefcijfer en voorziet in het juiste kader en passende instrumenten om dat doel te bereiken.

De nieuwe wetgeving heeft betrekking op bio-energie, duurzaam­heid, vervoer, elektriciteit, verwarming en koeling, en in het bijzonder, meer zeggenschap en daadkracht voor consumenten. Het gebruik van hernieuwbare energie door de consument vergemakkelijken en bevorderen is een cruciaal element in het Raadsstandpunt.

Dit besluit heeft rechtstreekse positieve gevolgen voor alle Europeanen. Door meer hernieuwbare energie te gebruiken zullen onze steden, bedrijven en huizen schoner, gezonder en duurzamer worden. Ook zal de richtlijn het voor de consument gemakkelijker maken om initiatief te nemen en zelf producent te worden. Door een combinatie van activiteiten van overheden, bedrijven en consumenten, zullen we ons mondiaal leiderschap op het gebied van hernieuwbare energie kunnen handhaven.

Kadri Simson, minister van Economische Zaken en Infrastructuur van Estland

De belangrijkste elementen van de algemene oriëntatie van de Raad zijn:

De consumenten zullen profiteren van vereenvoudigde procedures voor kleinschalige installaties, en de rechten en plichten van "consumenten van zelfgeproduceerde hernieuwbare energie", alsook van gemeenschappen voor hernieuwbare energie, zijn nu duidelijk omschreven.

Met betrekking tot verwarming en koeling moeten de lidstaten maatregelen nemen om te komen tot een indicatieve jaarlijkse stijging met 1 procentpunt van het aandeel hernieuwbare energie.Aangezien bestaande nationale systemen en installaties in de EU sterk uiteenlopen op dit gebied, wordt hiermee rekening gehouden in de tekst van de Raad. Meer bepaald wordt ingegaan op de specifieke kenmerken van koelingsinstallaties in een warmer klimaat.

Wat de vervoerssector betreft, werd het streefcijfer voor hernieuwbare energie voor 2030 vastgesteld op 14% voor elke lidstaat, met een substreefcijfer van 3% voor "geavanceerde biobrandstoffen", waarvoor dubbel mag worden geteld. Dit streefcijfer voor geavanceerde biobrandstoffen heeft een tussentijds bindend streefcijfer van 1% in 2025, teneinde de investeringszekerheid te verhogen en de beschikbaarheid van brandstoffen gedurende de hele periode te waarborgen. Elektromobiliteit wordt sterk aangemoedigd door twee coëfficiënten van 5x voor hernieuwbare elektriciteit in het weg­vervoer, en van 2x voor het vervoer per spoor.

Het bestaande plafond van 7% voor biobrandstoffen van de eerste generatie wordt gehandhaafd om zekerheid te bieden aan investeerders. Als een lidstaat een lager plafond vaststelt, zal dat worden beloond met de mogelijkheid van verlaging van het algemene streefcijfer voor hernieuwbare energie in de vervoerssector.

De richtlijn verduidelijkt ook de regels betreffende de duurzaamheidscriteria en de criteria inzake broeikasgasemissiereductie voor biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen.

De lidstaten krijgen de mogelijkheid hun nationale grensoverschrijdende steunregelingen voor producenten van hernieuwbare energie in andere lidstaten open te stellen, maar de definitieve beslissing hierover blijven de lidstaten nemen. Met betrekking tot investeringen in hernieuwbare energie heeft de tekst van de Raad, net als het Commissievoorstel, betrekking op de stabiliteit van financiële steun door het voorkomen van ongerechtvaardigde retroactieve wijzigingen in de steunregelingen.

Tijdlijn en volgende stappen

Op 30 november 2016 heeft de Commissie het pakket schone energie ingediend. De acht wetgevingsvoorstellen, waar­onder de richtlijn hernieuwbare energie, zijn gericht op implementatie van de strategie van 2015 voor een energie-unie met een toekomstgericht klimaatbeleid.

Het pakket als geheel werd in de zitting van december 2016 aan de Raad Energie voorgelegd. De EU-ministers hielden een eerste gedachtewisseling over het gehele pakket in februari 2017, en analyseerden de gemaakte vorderingen betreffende de opzet van de elektriciteitsmarkt, governance van de energie-unie, en hernieuwbare energiebronnen in juni 2017.

Het Europees Parlement zal naar verwachting begin volgend jaar zijn onderhandelingsmandaat voor deze richtlijn goedkeuren. De Raad is klaar om onmiddellijk daarna onderhandelingen te starten.

Naar de bladzijde "Vergaderingen" Download als PDF