Governance van de energie-unie — Raad bereikt algemene oriëntatie

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op maandag 18 december 2017.

Infographic - Schone energie voor Europeanen: essentieel voor de energie-unie

Zie volledige infographic

Op 18 december is de Raad het eens geworden over een algemene oriëntatie (onderhandelingsstandpunt) over een voorstel voor een verordening tot vaststelling van het systeem voor de governance van de energie-unie, waarin klimaat en energieplanning in één enkel kader zijn ondergebracht.

De verordening, die deel uitmaakt van het pakket schone energie, stelt een samenwerkings- en controlemechanisme in om toe te zien op de uitvoering van de doelstellingen en streefcijfers in het EU-beleidskader voor klimaat en energie 2030, met name die op het gebied van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie, interconnecties en de uitstoot van broeikasgassen.

De nieuwe regels zullen vooral voor beleidscoherentie op lange termijn en stabiliteit in de klimaat- en energiesector zorgen, investeerders zekerheid bieden en de coördinatie tussen de lidstaten versterken.

In het debat in de Raad is gebleken dat alle lidstaten vastberaden zijn om een veerkrachtige energie-unie tot stand te brengen. Het akkoord van vandaag is de hoeksteen ervan: het biedt robuuste regels en een effectief uitvoeringskader, en het is toekomstbestendig. Energie- en klimaatdoelstellingen zijn zijden van dezelfde medaille, en het is van cruciaal belang deze samen te bekijken, om ervoor te zorgen dat ons beleid coherent is.

Kadri Simson, minister van Economische Zaken en Infrastructuur van Estland

Na diepgaande besprekingen over het voorstel van de Commissie nam de Raad de volgende belangrijke elementen in haar standpunt op:

Nationale energie- en klimaatplannen

De lidstaten dienen geïntegreerde nationale energie- en klimaatplannen in, met hun doelstellingen, beleidslijnen en maatregelen voor alle 5 gebieden van de energie-unie, met inbegrip van de streefcijfers voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Deze plannen bestrijken de periode 2021-2030 en worden elke 10 jaar vernieuwd.

Toezien op de verwezenlijking van het streefcijfer inzake hernieuwbare energie

In het indicatief traject voor hernieuwbare energie werden 3 benchmarks vastgesteld voor de lidstaten, om ervoor te zorgen dat de EU haar streefcijfer van 27% hernieuwbare energie in 2030 haalt. Deze mijlpalen zijn 24% in 2023, 40% in 2025 en 60% in 2027, en zijn toepasselijk op het niveau van de EU en van de lidstaten. Deze waarden worden berekend op grond van het streefcijfer van 20% hernieuwbare energie voor 2020 als uitgangspunt ("0%") en het streefcijfer voor 2030 van 27% als eindpunt ("100%"). Dit zal garanderen dat alle EU-landen een constante en groeiende bijdrage aan het uiteindelijke doel leveren.

Een "iteratief proces" tussen de lidstaten en de Commissie vormt de hoeksteen van het governanceproces. Bij dit proces dienen de lidstaten ontwerpplannen, definitieve plannen en voortgangsverslagen in, en de Commissie kan daarop reageren. Het "mechanisme voor het aanvullen van tekorten" zoals voorgesteld door de Commissie, wordt in de tekst van de Raad gehandhaafd om eventuele tekorten in de prestaties van de lidstaten aan te pakken en op te vullen. De oorzaak van deze tekorten zou kunnen zijn dat de geplande nationale bijdragen van de EU-landen niet tot de geplande streefcijfers voor de EU leiden, of dat de door de lidstaten geplande bijdragen onvoldoende verwezenlijkt zijn.

Een lijst van objectieve criteria is opgenomen om het oorspronkelijke ambitieniveau van de lidstaten in hun geplande bijdrage voor 2030 te beoordelen. De Commissie zal deze criteria gebruiken om na te gaan in welke EU-landen van een tekort aan ambitie sprake is. Op grond van die analyse kan zij niet-bindende aanbevelingen doen voor een verhoging van de vrijwillige bijdrage van de lidstaten om het EU-streefcijfer te bereiken.

De lidstaten moeten blijven voldoen en zich houden aan hun bindende streefcijfer voor hernieuwbare energie voor 2020, in 2020 en daarna. Indien een land onder zijn referentiecijfer voor 2020 zakt, wordt het verplicht binnen één jaar bijkomende maatregelen te nemen om dat tekort aan te vullen.

Interne energiemarkt

De Raad verscherpte de maatregelen ter bevordering van de verwezenlijking van het interconnectiestreefcijfer voor alle lidstaten en legde de belangrijkste criteria vast voor het beoordelen van de behoefte aan grotere interconnectiecapaciteit.

Verslaglegging

De lidstaten dienen om de 2 jaar geïntegreerde nationale voortgangsverslagen over energie en klimaat in. De Commissie zal de voortgang monitoren en de behoefte aan aanbevelingen beoordelen, hetgeen aanleiding kan geven tot aanvullende maatregelen op nationaal of EU-niveau.

Tijdlijn en volgende stappen

De Commissie diende op 30 november 2016 het pakket schone energie in. De 8 wetgevingsvoorstellen, met inbegrip van de governance van de energie-unie, zijn gericht op de implementatie van de strategie voor een energie-unie uit 2015 met een toekomstgericht klimaatbeleid.

Het pakket als geheel werd in de zitting van december 2016 aan de Raad Energie voorgelegd. De EU-ministers hielden in februari 2017 een eerste gedachtewisseling over het pakket als geheel en beoordeelden in juni 2017 de gemaakte vorderingen wat betreft governance, hernieuwbare energie en de opzet van de elektriciteitsmarkt.

In het Europees Parlement namen de Commissies ITRE en ENVI op 7 december 2017 het verslag betreffende governance aan. Er zal tijdens de plenaire vergadering van het Parlement in januari 2018 over worden gestemd.

Na het akkoord van vandaag is de Raad klaar om in het nieuwe jaar een begin te maken met de onderhandelingen met de medewetgever.

Naar de bladzijde "Vergaderingen" Download als PDF


1.

Relevante EU dossiers