Memorie van toelichting - Wijziging van de Wet van 1 oktober 1992, houdende bijzondere regels met betrekking tot het recht op uitkering als bedoeld in Uitkeringswet gewezen militairen - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 25744 - Wijziging van de Wet van 1 oktober 1992, houdende bijzondere regels met betrekking tot het recht op uitkering als bedoeld in Uitkeringswet gewezen militairen i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Wet van 1 oktober 1992, houdende bijzondere regels met betrekking tot het recht op uitkering als bedoeld in Uitkeringswet gewezen militairen; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 14-11-1997 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST25377 |
Kenmerk | 25744, nr. 3 |
Van | Defensie (DEF) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1997–1998
25 744
Wijziging van de Wet van 1 oktober 1992, houdende bijzondere regels met betrekking tot het recht op uitkering als bedoeld in de Uitkeringswet gewezen militairen
Nr. 3
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
MEMORIE VAN TOELICHTING
Bij de Wet van 1 oktober 1992 houdende bijzondere regels met betrekking tot het recht op uitkering als bedoeld in de Uitkeringswet gewezen militairen alsmede wijziging van die wet (Stb. 573) is in het kader van de reductiemaatregelen voor militairen tot 1 januari 1995 de mogelijkheid tot leeftijdsontslag opengesteld voor de gewezen militair die in dat verband voortijdig de dienst met een recht op wachtgeld moest verlaten. Deze termijn is bij de Wet van 30 november 1994 (Stb. 853) verlengd tot 1 januari 1998.
Met voorliggend wetsvoorstel wordt uitvoering gegeven aan de afspraak in het arbeidsvoorwaardenakkoord 1997–1999 voor de sector Defensie om het sociaal beleidskader defensie in het kader van de reductiemaatregelen in de periode tot 1 januari 2001 te continueren. Aan de verlenging van het sociaal beleidskader defensie zijn geen meerkosten verbonden.
De Staatssecretaris van Defensie, J. C. Gmelich Meijling