Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden - Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1997 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Dit verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 25793 - Wijziging begroting Defensie 1997 (Najaarsnota).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1997 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota); Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden  
Document­datum 12-12-1997
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST26386
Kenmerk 25793, nr. 3
Van Defensie
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1997–1998

25 793

Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1997 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 3

VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 12 december 1997

De vaste commissie voor Defensie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen. De vragen en de daarop gegeven antwoorden zijn hieronder afgedrukt.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Korthals

De griffier van de commissie, De Lange

1 Samenstelling:

Leden: Mateman (CDA), Wolters (CDA), Korthals (VVD), voorzitter, Weisglas (VVD), H. Vos (PvdA), Van den Berg (SGP), Van Gelder (PvdA), Van de Camp (CDA), Zijlstra (PvdA), Hillen (CDA), Valk (PvdA), Sipkes (GroenLinks), Van Hoof (VVD), Hoekema (D66), ondervoorzitter, Leerkes (U55+), De Koning (D66), Hessing (VVD), Van den Bos (D66), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Verkerk (AOV), Van Waning (D66), Sterk (PvdA), Van den Doel (VVD), vacature CD, Koenders (PvdA).

Plv. leden: Terpstra (CDA), Beinema (CDA), Van Rey (VVD), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), Huys (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Middel (PvdA), Mulder-van Dam (CDA) , Van Gijzel (PvdA), Verhagen (CDA), Woltjer (PvdA), Rosenmöller (GroenLinks), Hoogervorst (VVD), Ter Veer (D66), Stellingwerf (RPF), Visser-van Doorn (CDA), Blaauw (VVD), Scheltema-de Nie (D66), Van der Hoeven (CDA), Van Wingerden (AOV), Roethof (D66), Rehwinkel (PvdA), Keur (VVD), Marijnissen (SP), vacature PvdA.

1

Betekent de verlaging van het bedrag voor in 1997 aan te gane verplichtingen met bijnaf700 miljoen ten opzichte van de eerste suppletore begroting een boekhoudkundige schuif of een reële verlaging? Is dit een omschrijving van prijscompensatie?

De per saldo verlaging ten opzichte van de eerste suppletore begroting betreft voornamelijk herfaseringen of vertragingen van groot materieelprojecten en/of aanvullende investeringen bij de krijgsmachtdelen en het beleidsterrein «Multi-service projecten en activiteiten». Eén en ander leidt niet tot een reële verlaging van de investeringsplannen. Betreffende verlaagde verplichtingen zullen in de jaren 1998 en verder weer terugkomen. In de tweede suppletore begroting is tevens de – op het beleidsterrein «Algemeen» gestalde – prijscompensatie over de beleidsterreinen verdeeld. Ten opzichte van de eerste suppletore begroting heeft dit – defensiebreed – geen effect op de verplichtingenstand.

2

Waardoor wordt de lagere realisatie van uitgaven van de Navo Veiligheids

Investeringsprojecten inNederland veroorzaakt?

De lagere realisatie van de uitgaven van de Navo Veiligheids Investeringsprojecten is grotendeels veroorzaakt door het achterblijven van autorisaties door de Navo aangezien de goedkeuringsprocedure van deze projecten meer tijd in beslag neemt.

3

Waardoor is het aantal vte’n veel hoger dan begroot in de ontwerpbegroting?

Het aantal vte’n (burgerpersoneel) genoemd in de tweede suppletore begroting is hoger dan geraamd in de ontwerpbegroting omdat in het kader van de centralisatie van de Militaire Inlichtingendienst (MID) een overheveling van vte’n heeft plaatsgevonden vanuit de krijgsmachtdelen naar de Centrale organisatie.

Daarnaast is er sprake van een tijdelijke ophoging van de begrotingssterkte ten behoeve van de uitvoering van het wetsvoorstel Uitkeringswet tegemoetkoming twee- tot vijfjarige diensttijd (uitvoering motie Zijlstra, kamerstuk II, 1994/95, 21 490X, nr. 18).

4

a.   Waarom wordt personeel (relatief duur) naar de HGIS overgeheveld?

b.  Valt onder de post vredesoperaties van de HGIS ook personeelskosten in relatie tot vredesoperaties?

  • a. 
    Van bepaalde groepen Defensiepersoneel, met name attachés, worden de uitgaven, die voorheen ten laste van de Defensiebegroting kwamen, in het vervolg ten laste van de HGIS-begroting gebracht. Dit heeft als doel samenhangende uitgaven overzichtelijk weer te geven in de rijksbegroting.
  • b. 
    Ten laste van de post vredesoperaties worden de additionele uitgaven gebracht. Onder additionele personeelsuitgaven worden verstaan de personele vergoedingen en toelagen die specifiek voor vredesoperaties gelden. De overige «vaste» personeelsuitgaven blijven ten laste komen van de Defensiebegroting.

5

Welke extra voorlichtingskosten en frankeerkosten hebben geleid tot een

bijtelling van 500 000 gulden?

De extra voorlichtingskosten betreffen de periodiek «perspectief». Daarbij gaat het om een herplaatsingsperiodiek dat wordt toegevoegd aan de reguliere maandelijkse periodieken. De verhoging van de frankeerkosten betreft de verspreiding van «perspectief» en een te lage raming van deze kosten.

6

Op welke schadevergoedingen als gevolg van onvoorziene tegenvallers

wordt gedoeld?

Ten laste van deze post komt de vergoeding aan derden van schade die is aangericht bij de taakuitoefening door de drie krijgsmachtdelen. Gezien het schadeverloop gedurende de eerste maanden van 1997, werd op het moment dat het tweede suppletore wetsvoorstel voor 1997 werd voorbereid rekening gehouden met een stijging van deze uitgaven.

7

Wordt het onderdeel 02.02 Militaire pensioenen en uitkeringen nog verder bijgesteld voor wat betreft de post veteranenbeleid (minf27 miljoen) gezien de behandeling van de Uitkeringswet2tot 5-jarige dienstplicht?

Uitvoering van de Uitkeringswet 2 tot 5-jarige dienstplichtigen zal in 1997 niet tot uitgaven leiden. Het voor 1997 geraamde budget wordt in de tweede suppletore begroting in zijn geheel overgeheveld naar 1998. De budgettaire effecten van de uitbreiding van de werkingssfeer van het wetsvoorstel met de weduwen van de dienstplichtigen zullen worden aangegeven in de Slotwet 1997 en de eerste suppletore begroting 1998.

8

Waardoor is het aantal vte’n veel hoger dan begroot in zowel de ontwerpbegroting als in de eerste suppletore begroting?

De personele reductie voor de Koninklijke marine uit de Defensie- en Prioriteitennota is indertijd lineair verwerkt in de begrotingssterkte gedurende de reductieperiode. Invulling geschiedt door reorganisaties, die een wisselende voorbereidings- en uitvoeringstijd vergen. Hierdoor ontstaat de noodzaak tot aanpassingen van de begrotingssterkte zoals opgenomen in de ontwerpbegroting en de eerste suppletore begroting.

9

Waarom is de verplichtingenraming voor het artikel onderdeel Onderwijs

en Opleidingen metf8,317 miljoen verlaagd?

De verplichtingen voor het artikelonderdeel Onderwijs en Opleidingen zijn bijgesteld als gevolg van een actualisering van de ramingen. Het betreft hier wijzigingen in de geprognosticeerde aanbestedingsmomenten. Dit heeft nagenoeg geen gevolgen voor de uitgavenramingen voor 1997.

10

Is het gebruikelijk een extra post op te geven voor het verkoop-gereedmaken van verkochte fregatten naast de al gebudgetteerde kosten van meerjarig onderhoud en overdracht?

De mutatie betreft zowel het verkoopgereedmaken van twee overtollige fregatten voor de marine van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) als het verkoopgereedmaken van een overtollig fregat voor de Griekse marine. Voor het verkoopgereedmaken van de twee fregatten voor de VAE is contractueel onder meer overeengekomen dat beide schepen vóór overdracht een meerjarig onderhoud zullen ondergaan. Voor het verkoopgereedmaken van het fregat voor de Griekse marine is geen meerjarig onderhoud uitgevoerd. Wel is een aantal werkzaamheden uitgevoerd teneinde het fregat vóór de overdracht in de contractueel afgesproken staat te brengen. Uitsluitend de extra uitgaven die noodzakelijk zijn voor het verkoopgereedmaken worden gedekt uit de opbrengst van de verkopen.

11

Waardoor worden de extra uitgaven vanf3,2 miljoen en de noodzaak voor hogere verplichtingen vanf5,0 miljoen voor de verplaatsing van het MEOB veroorzaakt?

Een nieuw project is de vorming van één marinebedrijf. Hiertoe is in het kader van de doelmatigheidsoperatie besloten. Een onderdeel hiervan betreft de verplaatsing van MEOB Oegstgeest naar Den Helder. De opgenomen mutatie betreft de raming voor 1997 voor deze verplaatsing. In de ontwerpbegroting 1998 is het overige deel van de raming voor de verhuizing van het MEOB opgenomen.

12

Waarom is de uitstroom van vte’n lager dan begroot?

De lagere uitstroom dan begroot, met als consequenties een hogere gemiddelde begrotingssterkte, is onder andere het gevolg van het langer open houden van kazernes en een vertraging in de herstructurering.

13

Welke definitie hanteert Defensie voor tijdelijk personeel?

Onder het begrip tijdelijk personeel, zoals dat wordt gehanteerd in het artikel uitgaven burgerpersoneel, wordt verstaan het ambtelijk burgerpersoneel aangesteld voor bepaalde tijd (arbeidscontractanten) en het extern personeel zonder ambtelijk dienstverband dat wordt ingehuurd voor de uitvoering van werkzaamheden die onder de directe verantwoordelijkheid van Defensie worden verricht (uitzendkrachten).

14

Waardoor wordt de toename van het aantal langdurig zieken veroorzaakt?

Waarom blijkt deze toename niet uit de ramingskengetallen voor sociale

zorg?

De raming van langdurig zieken wordt grotendeels op basis van realisatiegegevens van voorgaande jaren gebaseerd. Indien in het lopende jaar sprake is van meer dan gemiddeld langdurig zieken dan leidt dit tot een stijging waarvoor niet direct een oorzaak is aan te geven. De toename in de ramingskengetallen voor sociale zorg blijkt uit het verschil tussen de eerste en de tweede suppletore begroting 1997 (respectievelijk 125 en 145); een stijging derhalve van 20 langdurig zieken.

15

Zouden de uitgaven op 04.05 m.b.t. communicatiesystemen niet moeten stijgen in plaats van dalen, wanneer er sprake is van meer onderhoud door Dico?

Uitgaven voor het onderhoud van bepaalde communicatiesystemen (met name satellietcommunicatie) die in gebruik zijn bij vredesoperaties worden beschouwd als additionele uitgaven voor vredesoperaties

(beleidsterrein 08, begrotingsartikel 08.02). Door de overheveling van deze uitgaven naar het begrotingsartikel 08.02 dalen de in de begroting van de Koninklijke landmacht geraamde uitgaven.

16

Geven de tegenvallende resultaten bij het afstoten van militaire objecten

en kazernes reden om het meerjarenbeleid te herzien?

Er is geen sprake van tegenvallende resultaten bij het afstoten van militaire objecten en kazernes. Wel is er sprake van een vertraging in het verkoopproces als gevolg van wijzigingen in bestemmingsplannen, bodemsaneringen e.d., hetgeen tot tijdelijke hogere exploitatielasten leidt. Deze vertraging heeft overigens geen gevolgen voor de ramings-systematiek voor de begroting die gebaseerd is op afgesloten contracten. Er is geen aanleiding de meerjaren(opbrengst)raming aan te passen.

17

Waarom zal voor de opleidingsmiddelen voor het project

Gevechtswaarde-instandhouding PRTL meer worden uitgegeven? Hoeveel

meer?

De meeruitgaven voor de opleidingsmiddelen voor het project Gevechtswaarde-instandhouding PRTL bedragen f 6,8 miljoen. De oorzaak hiervan is dat bij de start van het project geen rekening is gehouden met het feit dat verbetering van de bestaande opleidingsmiddelen niet meer mogelijk is. Deze opleidingsmiddelen dienen nu te worden vervangen.

18

Op welke wijze is de taakstelling van de KL veranderd zodat in 1997 de omvang van de verschillende projecten bijgesteld dient te worden? Om welke projecten m.b.t. gevechtssteun gaat het?

Met de verandering wordt onder andere bedoeld het optreden in vredesoperaties. Dit vindt zijn weerslag in met name het project materieel ten behoeve van vredesoperaties (bijvoorbeeld verbindingsapparatuur en geniematerieel). Bij de aanvang van een operatie is in vele gevallen niet bekend, over welk materieel de eenheid dient te beschikken. Overigens heeft de in de algemene tekst opgenomen verwijzing naar de (in de loop der jaren) veranderde taakstelling van de Koninklijke landmacht geen betrekking op de projecten genoemd onder de rubriek «Gevechtssteun».

19

Waardoor is het aantal vte’n veel hoger dan begroot in de ontwerpbegroting?

De personeelssterkte burgerpersoneel uitgedrukt in vte’n is gelijk aan de omvang van het functiebestand. In 1997 is vastgesteld dat, als gevolg van de uitvoering van een aantal reorganisaties (zoals aangegeven in de memorie van toelichting bij de Defensiebegroting 1998) de afbouw van het functiebestand, en dus van de burgerpersoneelssterkte, vertraging ondervindt.

20

Kan een specificatie worden gegeven van het aantal benodigde F-16

vliegers per jaar? Wat waren de uitvalpercentages met betrekking tot F-16

vliegers in 1995, 1996 en 1997? Hoe hoog zijn de opleidingskosten per

contractplaats?

Voor 1997 is een aanstellingsopdracht vastgesteld van 35 jachtvliegers (9 BOT en 26 BBT). Bij aftest-percentage (aanname) van 30% blijven er gemiddeld 25 operationele jachtvliegers over. Voor de komende jaren (tot en met 2002) zal de aanstellingsopdracht ook op 35 moeten blijven.

Uitvalpercentages tijdens initiële jachtvliegopleiding

Jaar                                  Opleidingsplaatsen Jachtvliegers                                 Percentage afvallers

1995                                                                                     16                                                          31,25

1996                                                                                     21                                                          33,33 1997* 32                                                          28,13

  • Opleidingsresultaten voor 1997 zijn nog niet geheel beschikbaar.

De opleidingskosten per student bedragen ongeveer f 2,5 miljoen.

21

Waardoor wordt het tegenvallende aantal contractverlengingen en de

lagere instroom van BBT-ers veroorzaakt?

De lagere instroom van marechaussees-BBT en het tegenvallende aantal contractverlengingen worden verklaard door de voorkeur van dit personeel voor een vaste baan en het feit, dat de aantrekkende arbeidsmarkt hiertoe in toenemende mate mogelijkheden biedt. Inmiddels zijn maatregelen genomen om de opleiding van BBT-personeel te certificeren, waardoor de aantrekkelijkheid van een BBT-contract bij de Koninklijke marechaussee verder wordt vergroot.

22

Waaruit bestaan de uitgaven verbonden aan de constatering van strafbare

feiten? Om wat voor strafbare feiten gaat het?

De uitgaven ten bedrage van f 1,2 miljoen verbonden aan de constatering van strafbare feiten bestaan onder meer uit voeding en medische hulp voor arrestanten (met name ten behoeve van de zogenoemde bolletjesslikkers), sleepkosten bij parkeerovertredingen en kosten voor tolken.

23

Kan een nadere specificatie worden gegeven van de kostenoverschrijding bij «nieuwbouw Clingendael»? Waarom betaalt Defensie mee aan de nieuwbouw Clingendael? Worden deze kosten met andere departementen, bijvoorbeeld BuitenlandseZaken,gedeeld?

De overschrijding van f 11,6 miljoen bij de nieuwbouw te Den Haag ten behoeve van de generale staf en andere eenheden van de Koninklijke marechaussee, kort aangeduid als «Nieuwbouw Clingendael», kan als volgt worden gespecificeerd:

– tegenvallers als gevolg van te nemen milieumaatregelen, technische aanpassingen van de bouweisen en kosten die samenhangen met de uitloop vandebouwtijd:                                                       f 4,8 miljoen

– extern opgelegde, aanvullende beveiligingseisen:            f 1,6 miljoen

– aanpassingen op basis van interne, aanvullende eisen f 3,65 miljoen – prijsbijstelling van loon- en materiaalkosten                      f 1,35 miljoen

– negatief aanbestedingsresultaat                                          f 0,2 miljoen

De kosten worden niet met andere departementen gedeeld, doch worden binnen het aan de Koninklijke marechaussee toebedeelde budget geaccommodeerd.

24

Waarom vallen de uitgaven voor de Kustwacht Nederlandse Antillen en Arubaf3miljoen hoger uit voor Defensie? Waarop is de verdeling van de kosten van de Kustwacht over Defensie/Justitie gebaseerd? Welke criteria liggen hieraan ten grondslag?

De uitgaven voor de Kustwacht Nederlandse Antillen en Aruba worden gedragen door Defensie, KABNA, Justitie en de Nederlandse Antillen en Aruba. De totale uitgaven voor 1997 zullen, met name als gevolg van vertragingen in de investeringen, lager uitvallen. Als gevolg van een aanpassing van de verdeling van de uitgaven tussen Defensie en KABNA komt de defensiebijdrage in 1997 f 3 miljoen hoger uit. Deze overschrijding zal in 1998 in de financiële verhouding Defensie/KABNA worden gecorrigeerd.

De bijdrage van Justitie aan de Kustwacht is in de Rijksministerraad vastgesteld op een vast bedrag van f 1 miljoen per jaar, structureel vanaf 1997. Dit bedrag is door middel van een budgetoverheveling toegevoegd aan de begroting van Defensie.

25

Wat is de oorzaak van het veel lager dan begrote aantal vte’n? Welke

gevolgen heeft dit voor de bedrijfsvoering?

De ontwerpbegroting 1997 is gebaseerd op de planmatige sterktes ten tijde van onder andere de oprichting van de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie (DVVO). De definitieve vaststelling van de DVVO-organisatie, kleiner dan gepland, heeft in 1996 plaatsgevonden en is verwerkt in de eerste suppletore begroting 1997. Daarnaast is het aantal overtolligen lager dan voorzien, mede door een goed herplaatsingsbeleid en heeft met name de DVVO-organisatie veel vacatures gekend.

26

Waarom is het gemiddelde salaris voor het militair personeel MGFB

zoveel hoger dan begroot?

Na vaststelling van de ontwerpbegroting 1997 is geconstateerd dat de personele sterkte militair personeel bij de formatie-overheveling vanuit de overige beleidsterreinen naar de Dico-organisatie te hoog was vastgesteld. Eerst met de eerste suppletore begroting 1997 is de correctie op het aantal vte’n doorgevoerd en het gemiddeld salaris op een juiste wijze gepresenteerd. Daarbij is nu met de tweede suppletore begroting 1997 tevens rekening gehouden met het binnen het Militair Geneeskundig Facilitair Bedrijf (MGFB) voorkomen van artsen- en specialistentoelagen, hetgeen in de bij de ontwerpbegroting 1997 gehanteerde middensom onvoldoende tot uiting is gekomen.

27

Hoeveel mijnenopruimers worden door de twee Nederlandse mijnenruim-instructeurs opgeleid in Angola?

In 1997 zijn door instructeurs uit Nederland en andere landen 400 man opgeleid. Voor 1998 wordt het aantal op te leiden personen geschat op 350.

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.