Antwoorden op vragen D66 over het toepassen van het opt-in beginsel door de KPN (2030421550)

publicatie datum 3 november 2004
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Financiën i
kamerleden L.W.S.A.L.B. (Lousewies) van der Laan i
partijen Democraten 66 i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2004–2005

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

228

Vragen van het lid Van der Laan (D66) aan de ministers van Economische Zaken en van Financiën overhet toepassen van het opt-in beginsel door de KPN.(Ingezonden 17 september 2004)

1

Bent u op de hoogte van het feit dat KPN gegevens van klanten aan derden ter beschikking stellen, o.a. voor direct marketing doeleinden, tenzij de klanten hiertegen bezwaar aantekenen?1

2

In hoeverre is dit in overeenstemming met de privacywetgeving? Hoe verhoudt het gedrag van KPN zich met de geest van Europese anti-spam wetgeving, die stelt dat het vrijgeven van gegevens alleen mag als je er zelf toestemming voor hebt gegeven (opt-in beginsel)? Bent u bereid het opt-in beginsel toe te passen op het vrijgeven van persoonsgegevens voor commerciële doeleinden? Zo neen, waarom niet?

3

Wat zijn de voorwaarden waaronder bedrijven gegevens van klanten mogen vrijgeven voor commerciële doeleinden? Mag een bedrijf bijvoorbeeld in de algemene voorwaarden van een product opnemen dat de gegevens zullen worden gebruikt voor commerciële doeleinden? Zo neen, hoe komt het dat deze praktijken toch voorkomen? Wie ziet erop toe dat bedrijven zich aan de voorwaarden houden? Deelt u de mening dat hier strenger op moet worden toegezien en welke stappen bent u bereid te ondernemen?

4

Welke mogelijkheden heeft de Nederlandse staat als (mede) aandeelhouder om het opt-in beginsel bij de KPN af te dwingen? Bent u ook bereid dit te doen?

5

Bent u op de hoogte van de klachten van consumenten over het niet functioneren van de Infofilter van de Stichting Zelfregulering Direct Marketing? Bent u bereid de sector hierop aan te spreken? Bent u bereid zelf maatregelen te nemen in het geval deze vorm van zelfregulering niet verbetert? Zo ja, welke? Zo neen, waarom niet?

1 Zie informatiebrochure KPN «informatie voor houders van geheime nummers» die meegestuurd wordt bij de telefoonrekening.

Antwoord

Antwoord van minister Brinkhorst (Economische Zaken), mede namens de minister van Financiën. (Ontvangen 26 oktober 2004)

1 Ja.

2

De Europese anti-spamwetgeving ziet niet op het verstrekken van persoonsgegevens.Het Europese opt-in regime, dat in Nederland in de Telecommunicatiewet is geïmplementeerd, heeft slechts betrekking op ongevraagde communicatie door middel van een elektronisch communicatienetwerk of een elektronische communicatiedienst. Het verwerken van persoonsgegevens is geregeld in de Wet Bescherming Persoonsgegevens (Wbp).Het verstrekken van persoonsgegevens aan derden moet voldoen aan de vereisten van artikelen 8, 9 en 41 van de Wbp. Volgens deze bepalingen moet het verwerken of verder verwerken van de persoonsgegevens verenigbaar zijn met de doeleinden waarvoor ze zijn verkregen.Daarnaast moet bij overdracht van deze gegevens aan een derde ten behoeve van direct marketingdoeleinden de betrokkene op een geschikte wijze worden geïnformeerd dat hij verzet kan aantekenen tegen een dergelijk gebruik van zijn gegevens.Dit kan door bekendmaking in dag-, nieuws-of huisbladen dan wel bijvoorbeeld door middel van een bijsluiter bij de afrekennota.

Op de juiste naleving van deze bepalingen wordt toegezien door het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP).Volgens het CBP handelt KPN inmiddels in overeenstemming met de wettelijke vereisten1.

Met de regels zoals neergelegd in de Wbp is de algemene Europese privacywetgeving in de Nederlandse

KVR21444 2030421550 0405tkkvr228 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2004

Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, Aanhangsel

477

regelgeving geïmplementeerd.Naar mijn opvatting bieden deze regels aan de consument in voldoende mate de mogelijkheid zich te verzetten tegen het gebruik van zijn persoonsgegevens voor direct marketingsdoeleinden indien hij dit gebruik niet wenst.

3

Bedrijven mogen persoonsgegevens ter beschikking stellen aan derden voor commerciële doeleinden als daarbij wordt voldaan aan de vereisten van de Wbp.Deze vereisten staan beschreven in het antwoord op vraag 2.Een bedrijf mag inderdaad in de algemene leveringsvoorwaarden opnemen dat het gerechtigd is de persoonsgegevens te gebruiken voor commerciële doeleinden.Dit laat onverlet de verplichting voor het bedrijf de betrokkenen te informeren over de mogelijkheid verzet aan te tekenen tegen de overdracht van hun persoonsgegevens aan derden voor direct marketingactiviteiten.Het is het CBP dat toeziet op de naleving van de Wbp.Naar mijn oordeel voert het College deze toezichthoudende taak naar volle tevredenheid uit.

4

Het aandeelhouderschap leent zich niet voor het opleggen en handhaven van verplichtingen zoals de toepasselijkheid van een opt-in regime of opt-out regime.Dit dient – conform de nota Deelnemingenbeleid [TK-stuk 28 165 i, nr.2 i] – te gebeuren via de publiekrechtelijke weg, bijvoorbeeld door middel van wetgeving of bestuursrechtelijke handhaving.

5

Bij mij zijn geen concrete klachten bekend over het functioneren van het Infofilter.Bij OPTA, CBP en de Reclame Code Commissie is sinds de vorige Kamervragen die D66 hierover in 2003 gesteld heeft (Aanhangsel Handelingen nr.37, vergaderjaar 2003–2004) geen noemenswaardige toename in het aantal klachten. Indien hierover bij D66 wel concrete klachten bekend zijn, adviseer ik dringend dat deze klachten ook worden ingediend bij daartoe geëigende instanties. Wel merk ik op dat niet alle bedrijven zijn aangesloten bij de zelfreguleringsinitiatieven zoals de Code Telemarketing en het Infofilter. Het kan dus zijn dat consumenten rechtstreeks worden gebeld door een bedrijf dat zich niet houdt aan de

Code of het Infofilter en geen gebruik maakt van een call-center.In die gevallen kan het derhalve gebeuren dat een consument die zich reeds heeft laten registreren via het Infofilter, toch gebeld wordt.Artikel 11.7 vierde lid Telecommunicatiewet bepaalt dat aan de consument bij ieder telemarketinggesprek actief de mogelijkheid moet worden geboden om verzet aan te tekenen tegen verder gebruik van zijn elektronische contactgegevens door of namens adverteerder.Op dit moment zijn mij geen gegevens bekend over hoe aan deze verplichting uitvoering wordt gegeven door bedrijven die niet zijn aangesloten bij genoemde zelfreguleringsinitiatieven.OPTA is belast met de handhaving van artikel 11.7 en daarnaast is de Consumentenbond van plan om deze problematiek nader in kaart te brengen.Ik zal de Consumentenbond dan ook verzoeken, mij op de hoogte te houden van hun bevindingen hieromtrent.

1 Zie Mededeling CPB, d.d. 4 oktober 2004, ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, Aanhangsel

478