Antwoorden op vragen D66 over zijn uitspraken over de doodstraf voor Saddam Hoessein (2060702720)

publicatie datum 5 december 2006
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Algemene Zaken i
beantwoordende ministerie Algemene Zaken i
kamerleden B. (Boris) van der Ham i
partijen Democraten 66 i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2006–2007

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

380

Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de minister-president, minister van Algemene Zaken over zijn uitspraken over de doodstraf voor Saddam Hoessein.(Ingezonden 8 november 2006)

1

Wat is uw reactie op het bericht «Balkenende tevreden met doodvonnis Saddam»?1 Is het waar dat u de doodstraf een «terechte» en «passende» straf voor Saddam Hoessein vindt?2

2

Deelt u de mening van het Fins voorzitterschap, dat in een GBVB-verklaring over de (in eerste aanleg) aan Saddam Hoessein opgelegde doodstraf stelde: «The EU opposes capital punishment in all cases and under all circumstances and it should not be carried out in this case either.»?3

3

Hoe verhouden uw uitspraken over de aan Saddam Hoessein opgelegde doodstraf zich tot artikel 114 van de Nederlandse Grondwet: «De doodstraf kan niet worden opgelegd» en de daaraan ten grondslag liggende opvattingen?

1  Het Financieel Dagblad, 6 november 2006.

2  Buitenhof, 5 november 2006.

3 http://www.eu2006.fi/news_and_documents/ cfsp_statements/vko44/en_GB/1162738862464

Antwoord

Antwoord van minister-president Balkenende (Algemene Zaken). (Ontvangen 28 november 2006)

1

Ik heb in contacten met de media aangegeven dat ik bij het oordeel van de rechter in Irak heb moeten denken aan de slachtoffers van het schrikbewind dat Saddam Hussein heeft gevoerd. Bij dat schrikbewind past een zware straf. Vervolgens heb ik gezegd dat dit een proces is dat heeft geleid tot deze uitspraak, maar dat hoger beroep mogelijk is. Vervolgens heb ik aangegeven dat Nederland tegen de doodstraf en tegen de tenuitvoerlegging ervan is.

2 Ja.

3

Die zijn in lijn met elkaar.

KVR26821 2060702720 0607tkkvr380 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2006

Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, Aanhangsel

815