Antwoorden op vragen GL over de aanpak van discriminatie

publicatie datum 4 juni 2008
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer i
Justitie i
beantwoordende ministerie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer i
kamerleden T. (Tofik) Dibi i
partijen GroenLinks i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2007–2008

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2487

Vragen van het lid Dibi (GroenLinks) aan de ministers voor Wonen, Wijken en Integratie en van Justitie over de aanpak van discriminatie. (Ingezonden 25 maart 2008)

1

Deelt u de mening dat het belangrijk is dat mensen die te maken hebben gehad met discriminatie hier melding van maken? Zo ja, wat gaat u doen om mensen er toe te bewegen melding te maken van discriminatie? Zo neen, waarom niet?

2

Deelt u de mening dat het weinig motiveert om melding te maken van discriminatie als blijkt dat het maanden duurt – of langer, danwel helemaal niet – voordat er vervolg aan wordt gegeven?

3

Bent u bereid maatregelen te nemen, zodat mensen die melding hebben gemaakt van discriminatie binnen drie maanden gehoor krijgen over welke stappen zijn en worden ondernomen? Zo ja, welke maatregelen? Zo neen, waarom niet?

4

Kunt u al explicieter aangeven wanneer in 2008 de landelijke voorlichtingscampagne over het melden van discriminatie, zoals uitgesproken in de motie-Dibi1, gelanceerd zal worden?

5

Is het project «Hate Crimes», dat van

start is gegaan in Amsterdam en

Nijmegen te beschouwen als een

aanloop naar de landelijke

campagne?

6

Hoe staat het met het landelijk dekkend netwerk van antidiscriminatie voorzieningen (ADV’s) welke per 1 januari 2009 gerealiseerd dient te zijn?

7

Kunnen we ervan uitgaan dat als de realisatie van het landelijk dekkend netwerk van ADV’s nog niet in 2008 is voltooid, dit het lanceren van de voorlichtingscampagne in 2008 niet in de weg zal staan? Zo neen, waarom niet?

1 Kamerstuk 30 950 i, nr. 7 i.

Antwoord

Antwoord van minister Volgelaar (Wonen, Wijken en Integratie), mede namens de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. (Ontvangen 21 mei 2008), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 2090, vergaderjaar 2007–2008

1

Ja, het is belangrijk dat slachtoffers van discriminatie hier melding van maken of aangifte doen bij de politie. Deze meldingen zijn van belang om inzicht te krijgen in de aard en

omvang van discriminatie opdat passende maatregelen kunnen worden getroffen. Bovendien is het belangrijk dat slachtoffers van discriminatie bijstand ontvangen. Daarom wordt er bij inwerkingtreding van het wetsvoorstel «gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen» een landelijke publiekscampagne gehouden om mensen te wijzen op de mogelijkheden van melding bij een antidiscriminatie-voorziening (adv) in de eigen leefomgeving (zoals uitgesproken in de motie Dibi, Kamerstuk 30 950 i, nr. 7 i). Vooruitlopend hierop is op 20 maart 2008 op regionaal niveau het project Hate Crimes van start is gegaan bij de politiekorpsen Amsterdam-Amstelland en Gelderland-Zuid, dat erop is gericht de bereidheid van slachtoffers van discriminatie te vergroten om melding en/of aangifte te doen bij de politie.

2

Ja. Slachtoffers van discriminatie kunnen een melding maken of aangifte doen bij de politie of een melding maken bij een adv. Uit de Monitor Rassendiscriminatie 2005 blijkt dat het nodig is om mensen te overtuigen van het nut van melding om de meldingsbereidheid te verhogen. Een goede terugkoppeling aan slachtoffers van discriminatie over hun melding of aangifte draagt bij aan het vergroten van de meldingsbereidheid. Het is in die

KVR32121 2070815490 0708tkkvr2487 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2008

Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, Aanhangsel

5101

context ook belangrijk dat er tijdig vervolg wordt gegeven aan de aangiften en meldingen en dat slachtoffers gehoor krijgen over welke stappen zijn en worden ondernomen, zowel ten aanzien van juridische procedures als in het geval dat andere vervolgstappen worden genomen.

3

De landelijke vereniging van antidiscriminatievoorzieningen hanteert in haar protocollen termijnen om slachtoffers tijdig te informeren over de voortgang van de procedures omtrent hun melding en te nemen vervolgstappen. In algemene maatregel van bestuur bij het wetsvoorstel «gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen» waarin de kwaliteitseisen worden vastgelegd waaraan de adv’s moeten voldoen, zal een termijn van drie maanden worden opgenomen voor het informeren van slachtoffers. De huidige doorlooptijden zouden voor slachtoffers van discriminatie geen belemmering moeten vormen voor het doen van aangifte van discriminatie bij de politie. Volgens de Aanwijzing Discriminatie, die op 1 december 2007 in werking is getreden, worden aangevers/benadeelden benaderd zoals voorgeschreven door de zogenoemde Wet Terwee en de Aanwijzing slachtofferzorg. Indien voor de behandeling van een aangifte door het OM langer dan drie maanden benodigd is, zullen aangevers/benadeelden hierover periodiek middels een tussenbericht worden geïnformeerd. De komende tijd blijft onze aandacht gevestigd op de verwerking van meldingen en aangiften van discriminatie. De politie, OM en adv’s zijn op 20 maart 2008 met een registratie gestart waarmee eind 2008 inzichtelijk moet worden wat de doorlooptijden zijn van commune strafzaken met discriminatoire achtergrond. Met de oprichting van het Regionaal Discriminatie Overleg (RDO), waarin politie, het openbaar ministerie en de adv’s viermaal per jaar bijeenkomen, is een duidelijke taak toegedeeld om meldingen en aangiftes van discriminatie adequaat te verwerken.

4 t/m 7

Deze landelijke

voorlichtingscampagne wordt

gelanceerd zodra de wet

«gemeentelijke

antidiscriminatievoorzieningen» in werking treedt. In de Integratienota 2007–2011 (Kamerstuk 31 268 i) is eerder richting uw Kamer aangegeven dat de ontwikkeling van het wetsvoorstel enige vertraging heeft opgelopen en naar verwachting op 1 januari 2009 inwerking kan treden. Het wetsvoorstel is op 25 april jl. aan uw Kamer toegezonden (Kamerstuk 31 439 i) en inwerkingtreding wordt nu per 1 januari 2009 beoogd. De campagne zal erop zijn gericht om burgers te wijzen op de mogelijkheden om discriminatie in de eigen leefomgeving te melden. Het is pas zinvol om de landelijke voorlichtingscampagne te starten zodra de landelijke dekking gerealiseerd is, omdat alle burgers dan daadwerkelijk in de eigen leefomgeving bij een adv terecht kunnen. Met behulp van de rijksmiddelen uit de overbruggingsmaatregel inzake antidiscriminatievoorzieningen zijn vooruitlopend op de landelijke campagne reeds verschillende regionale voorlichtingscampagnes gestart in gebieden waar burgers al wel terecht kunnen bij een adv, zoals bijvoorbeeld in de regio Noord-Holland Noord. In de politieregio’s Amsterdam-Amstelland en Gelderland-Zuid is het project Hate Crimes van start gegaan, waarbij wordt samengewerkt met de LECD-politie en de adv’s. Dit project heeft een looptijd van drie jaar, en wordt bij succes landelijk uitgerold over alle politiekorpsen. Bij het vormgeven van de landelijke voorlichtingscampagne over adv’s wordt aansluiting gezocht bij het project Hate Crimes. Ook de ervaringen van regionale voorlichtingscampagnes zullen verwerkt worden bij het vormgeven van de landelijke campagne begin 2009.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, Aanhangsel

5102