Nota n.a.v. het verslag - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het doen vervallen van additionele artikelen die zijn uitgewerkt - Hoofdinhoud
Deze nota naar aanleiding van het verslag i is onder nr. 5 toegevoegd aan wetsvoorstel 25314 - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het doen vervallen van additionele artikelen die zijn uitgewerkt i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het doen vervallen van additionele artikelen die zijn uitgewerkt; Nota n.a.v. het verslag |
---|---|
Documentdatum | 25-08-1997 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST22945 |
Kenmerk | 25314, nr. 5 |
Van | Binnenlandse Zaken |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1996–1997
25 314
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het doen vervallen van additionele artikelen die zijn uitgewerkt
Nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 25 augustus 1997
De leden van de CDA-fractie en de VVD-fractie vroegen waarom nog geen wettelijke regeling is getroffen voor het formulier van afkondiging en de formulieren van verzending en kennisgeving. De formulieren, zoals die thans gelden, voldoen. Er is dus geen dringende aanleiding om tot wetgeving terzake over te gaan. Daar komt bij dat andere wetgevingsprojecten, zowel betreffende constitutionele als gewone wetgeving, veel werk met zich hebben gebracht en nog met zich brengen. Gelet op het beperkte belang van wetgeving terzake de formulieren en de grote werkdruk in verband met noodzakelijke andere wetgeving is een wettelijke regeling van de formulieren posterioriteit. Een wetsvoorstel is daarom nog niet in voorbereiding, noch is het in de planning opgenomen.
Zoals de leden van de VVD-fractie terecht opmerkten, is het jaartal «1979» in de laatste alinea van de memorie van toelichting inderdaad een typefout en dient dit te worden vervangen door 1972.
De Minister van Binnenlandse Zaken, H. F. Dijkstal