Gewijzigd voorstel van wet - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepaling inzake de voogdij en het ouderlijk gezag over de minderjarige Koning - Hoofdinhoud
Dit gewijzigd voorstel van wet is onder nr. 225 toegevoegd aan wetsvoorstel 25338 - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepaling inzake de voogdij en het ouderlijk gezag over de minderjarige Koning i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepaling inzake de voogdij en het ouderlijk gezag over de minderjarige Koning; Gewijzigd voorstel van wet |
---|---|
Documentdatum | 15-01-1998 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST27007 |
Kenmerk | 25338, nr. 225 |
Van | Algemene Zaken Binnenlandse Zaken Justitie |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1997–1998 Nr. 225
25 338
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepaling inzake de voogdij en het ouderlijk gezag over de minderjarige Koning
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
15 januari 1998
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepaling inzake de voogdij over de minderjarige Koning; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Er bestaat grond het hierna in artikel II omschreven voorstel tot verandering in de Grondwet in overweging te nemen.
ARTIKEL II
In de Grondwet wordt de eerste volzin van artikel 34 vervangen door: De wet regelt het ouderlijk gezag en de voogdij over de minderjarige Koning en het toezicht daarop.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister van Binnenlandse Zaken,
De Minister van Justitie,