Gewijzigde motie over onwenselijkheid uitschrijven raadplegend referendum door een bestuursorgaan niet m.b.t. eigen besluitvorming - Verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum - Hoofdinhoud
Deze gewijzigde motie is onder nr. 7 toegevoegd aan wetsvoorstel 26156 - Invoering van het correctief referendum (Grondwetswijziging, tweede lezing) i.
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum; Gewijzigde motie over onwenselijkheid uitschrijven raadplegend referendum door een bestuursorgaan niet m.b.t. eigen besluitvorming |
|---|---|
| Documentdatum | 10-02-1999 |
| Publicatiedatum | 12-03-2009 |
| Nummer | KST33655 |
| Kenmerk | 26156, nr. 7 |
| Van | Staten-Generaal (SG) |
| Originele document in PDF |  |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1998–1999
26 156
Verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum
Nr. 7
GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN REHWINKEL EN BROOD TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 6
Voorgesteld 10 februari 1999
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat het raadplegend referendum ertoe dient burgers in de gelegenheid te stellen hun mening kenbaar te maken ten aanzien van een voorgenomen besluit van het bestuur;
van mening, dat het uitschrijven van een raadplegend referendum door een bestuursorgaan niet met betrekking tot eigen besluitvorming onwenselijk is;
vraagt de regering een wettelijke regeling te treffen om het uitschrijven van dergelijke referenda onmogelijk te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Rehwinkel Brood