Memorie van toelichting - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 27033 - Invoering van het correctief referendum (Grondwetswijziging, tweede poging, eerste lezing) i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum; Memorie van toelichting  
Document­datum 02-03-2000
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST44310
Kenmerk 27033, nr. 3
Van Algemene Zaken
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1999–2000

27 033

Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum

Nr. 3

MEMORIE VAN TOELICHTING

Het voorstel tot verandering in de Grondwet strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum, in eerste lezing vastgesteld bij de wet van 5 maart 1998 (Stb. 137), is in tweede lezing aangenomen door de Tweede Kamer maar vervolgens in tweede lezing verworpen door de Eerste Kamer op 19 mei 1999. Dit heeft geleid tot de ontslagaanvraag van het kabinet die na de informatie is ingetrokken. Tijdens de informatie zijn nieuwe afspraken gemaakt inzake het correctief referendum. De regering hecht aan de invoering van het correctief referendum op centraal en decentraal niveau en heeft besloten tot herindiening van het verworpen grondwetsherzieningsvoorstel.

Voor de toelichting op dit voorstel verwijzen wij naar de tussen de regering en de Staten-Generaal gewisselde stukken en de daarover in de beide kamers gevoerde beraadslagingen over het identieke voorstel dat in 1996 in eerste lezing is ingediend en in 1999 in tweede lezing is verworpen (kamerstukken II 1996/97, 25 153; handelingen II 1996/97, blz. 6234–6264, 6414–6429, 6800–6832 en 6975–6976; kamerstukken I 1996/97, 25 153 (312); kamerstukken I 1997/98, 25 153 (67, 67a, 67b, 67c, 67d); handelingen I 1997/98, blz. 905–919, 941–961, 1039; kamerstukken II 1997/98, 1998/99, 26 156; handelingen II 1998/99, blz. 3304–3327, 3341–3366, 3370; kamerstukken I 1998/99, 26 156 (221, 221a t/m 221c); handelingen I 1998/99, blz. 1339–1362, 1373–1407).

De tekst van artikel 89b van het voorstel is verduidelijkt door een beter leesbare rangschikking van de uitzonderingen. Daarbij is tevens de uitzondering voor de uitvoering van het Statuut en de daarop gemaakte uitzondering voor de goedkeuring van verdragen die binnen het Koninkrijk alleen voor Nederland gelden, vereenvoudigd tot de uitzondering voor rijkswetten, behoudens rijkswetten tot goedkeuring van verdragen die binnen het Koninkrijk alleen voor Nederland gelden. Aan de uitzondering van rijkswetten ligt de overweging ten grondslag dat het onjuist is de mogelijkheid te bieden om door middel van een in Nederland gehouden referendum volgens de bepalingen van het Statuut door de Staten-Generaal aanvaarde voorstellen van rijkswet die aangelegenheden van het Koninkrijk als geheel betreffen, alsnog ongedaan te maken. De aangepaste tekst van artikel 89b drukt dit uit op een meer directe en eenduidiger wijze. Dit houdt tevens in dat voorstellen tot wijziging van het Statuut niet aan een correctief referendum kunnen worden onderworpen.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, W. Kok

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A. Peper

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.