Brief inzake een adviesaanvraag aan de Raad voor de rechtspraak over het wetsvoorstel en een verzoek aan de Hoge Raad ivm wijziging van haar standpunt - Voorstel van wet van het lid Halsema houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 4 toegevoegd aan wetsvoorstel 28331 - Initiatiefvoorstel Halsema - Toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter (Grondwetswijziging, eerste lezing).
Inhoudsopgave
Officiële titel | Voorstel van wet van het lid Halsema houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter; Brief inzake een adviesaanvraag aan de Raad voor de rechtspraak over het wetsvoorstel en een verzoek aan de Hoge Raad ivm wijziging van haar standpunt |
---|---|
Documentdatum | 25-04-2002 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST61914 |
Kenmerk | 28331, nr. 4 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2001–2002
28 331
Voorstel van wet van het lid Halsema houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter
Nr. 4
BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan het Presidium
Den Haag, 25 april 2002
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in haar procedurevergadering van vandaag beraadslaagd over het verzoek van mevrouw Halsema om over haar initiatiefwetsvoorstel houdende verklaring dat er grond bestaat een wetsvoorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter (28 331) advies te vragen.
Zij is tot het oordeel gekomen dat u moet worden verzocht ervoor te zorgen dat aan de Raad voor de rechtspraak ingevolge artikel 95 van de Wet op de rechterlijke organisatie over dit wetsvoorstel advies wordt gevraagd.
Vervolgens verzoekt zij u – door tussenkomst van de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie1 – aan de Hoge Raad te vragen of hij aanleiding ziet naar aanleiding van het initiatiefwetsvoorstel van mevrouw Halsema een ander standpunt in te nemen dan de HR in zijn adviezen van 1992 en van 1997 aan de regering heeft ingenomen over de constitutionele toetsing.
De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,
De Gier
1 Artikel 74 van de Wet op de rechterlijke organisatie luidt: «De Hoge Raad geeft advies of inlichtingen wanneer dat vanwege de regering wordt gevraagd.»