Memorie van toelichting - Verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 28515 - Invoering van het correctief referendum (Grondwetswijziging, tweede poging, tweede lezing) i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum; Memorie van toelichting  
Document­datum 16-09-2002
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST63324
Kenmerk 28515, nr. 3
Van Minister-President (MP)
Algemene Zaken (AZ)
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2001–2002

28 515

Verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum

Nr. 3

MEMORIE VAN TOELICHTING1

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).

Met dit voorstel van wet wordt in verband met het bepaalde in artikel 137 van de Grondwet het voorstel tot verandering in de Grondwet strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum, vastgesteld bij de wet van 16 juli 2001 (Stb. 585), met het oog op de tweede lezing daarvan opnieuw aanhangig gemaakt.

Voor de toelichting verwijzen wij naar de desbetreffende tussen de regering en de Staten-Generaal gewisselde stukken en de daarover in de beide kamers gevoerde beraadslagingen (Kamerstukken II 1999/2000, 2000/01, 27 033; Handelingen II 2000/01, blz. 3207–3252, 3278–3300, 3403–3440, 3551–3552 en 3555; Kamerstukken I 2000/01, 27 033 (263, 263a, 263b); Handelingen I 2000/01, blz. 1487–1506, 1552–1574, 1608–1612 en 1691).

Het kabinet is geen voorstander van het instrument referendum. Referenda berusten naar het oordeel van het kabinet op de onjuiste veronderstelling dat openbaar bestuur niet meer is dan de optelsom van afzonderlijke maatregelen die naar believen kunnen worden afgewezen. Het kabinet stelt zich veeleer het versterken van de representatieve democratie op basis van evenredige vertegenwoordiging en een goed functionerend bestuur ten doel. Dat biedt de burger vertrouwen dat zijn stem wordt gehoord en dat de complexe belangen in de maatschappij op een zorgvuldige wijze tegen elkaar worden afgewogen. Het bestuur zal daar steeds, maar in het bijzonder bij verkiezingen, verantwoording over moeten afleggen.

Het kabinet zal dit voorstel van wet, tot indiening waarvan het zich, gelet op het bepaalde in artikel 137 van de Grondwet gehouden acht, dan ook niet ondersteunen.

De Minister-President, Minister van algemene zaken, J. P. Balkenende

1 De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. Remkes

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.