Nota van wijziging - Voorstel van wet van het lid Halsema houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter

Deze nota van wijziging is onder nr. 16 toegevoegd aan wetsvoorstel 28331 - Initiatiefvoorstel Halsema - Toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter (Grondwetswijziging, eerste lezing).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van het lid Halsema houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter; Nota van wijziging  
Document­datum 30-09-2004
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST79735
Kenmerk 28331, nr. 16
Van Staten-Generaal (SG)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2004–2005

28 331

Voorstel van wet van het lid Halsema houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter

Nr. 16

NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 30 september 2004

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: In artikel II, onderdeel B, vervalt: 20, derde lid,.

Toelichting

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel hebben de leden van de VVD-fractie aangegeven dat artikel 20, derde lid van de Grondwet als een sociaal grondrecht moet worden aangemerkt. Ook de regering is dat standpunt toegedaan. In het wetsvoorstel is de juridische werking als uitgangspunt genomen voor de limitatieve opsomming van grondwetsartikelen. Dit verschil in juridische werking valt gedeeltelijk samen met de thematische tweedeling in klassieke en sociale grondrechten. Ook bij sociale grondrechten is niet uitgesloten dat daarin tot op zekere hoogte aanspraken (subjectieve rechten) worden verleend.

Uit het advies van de Raad van State van 21 juni 2002 kan worden afgeleid dat artikel 20, derde lid, van de Grondwet, is opgezet als de erkenning van een subjectief recht, doch tevens als regelingsopdracht is aan te merken, aangezien de uitoefening van dat recht afhankelijk is gemaakt van het optreden van de wetgever. Gelet op het gewicht dat thans aan laatstgenoemd element wordt toegekend acht ik het opportuun om artikel 20, derde lid, van voor toetsing vatbare grondrechten uit te sluiten.

Halsema

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.