Verslag schriftelijk overleg - Voorstel van wet van het lid Halsema houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter

Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. H toegevoegd aan wetsvoorstel 28331 - Initiatiefvoorstel Halsema - Toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter (Grondwetswijziging, eerste lezing).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van het lid Halsema houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter; Verslag schriftelijk overleg  
Document­datum 06-04-2009
Publicatie­datum 08-04-2009
Nummer KST129642
Kenmerk 28331, nr. H
Van Staten-Generaal (SG)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2008–2009

28 331

Voorstel van wet van het lid Halsema houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter

H

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 6 april 2009

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin1 heeft bij brief van 18 maart jl. enkele vragen gesteld naar aanleiding van de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 februari 2009 inzake het voordragen voor bekrachtiging van het initiatiefwetsvoorstel, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter2.

De minister heeft op 2 april 2009 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin, H. Menninga

1  Samenstelling:

Holdijk (SGP), Meindertsma (PvdA), Bemelmans-Videc CDA), Dölle (CDA), Ten Hoeve (OSF), Kox (SP), Russell (CDA), Noten (PvdA), Putters (PvdA), vice-voorzitter, Engels (D66), Thissen (GL), Hendrikx (CDA), Van Kappen (VVD), De Boer (CU), Quik-Schuijt (SP), K.G. de Vries (PvdA), Schaap (VVD), Hermans (VVD), voorzitter, Ten Horn (SP), De Vries-Leggedoor (CDA), Koffeman (PvdD), Böhler (GroenLinks), Lagerwerf-Vergunst (CU), Rehwinkel (PvdA), Duthler (VVD), Vliegenthart (SP) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

2  Kamerstukken I 2008/09, 28 331, G).

BRIEF AAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Den Haag, 18 maart 2009

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin van de Eerste Kamer heeft in haar vergadering van dinsdag 17 maart gesproken over uw brief van 20 februari jl.1 inzake het voordragen voor bekrachtiging van het wetsvoorstel 28 331 Voorstel van wet van het lid Halsema houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter.

De commissie verstaat de brief in die zin dat de regering aankondigt het bovengenoemde wetsvoorstel te sanctioneren, maar bij haar standpunt, te weten dat de voordelen van het voorstel niet op voorhand zwaarder wegen dan de nadelen, blijft.

De commissie verzoekt u echter met dit schrijven aan te geven welke mogelijke gevolgen, zoals gesteld in de bovengenoemde brief, aan de bekrachtiging in eerste lezing van dit wetsvoorstel zijn verbonden met betrekking tot de wetgevingsprocedure en de rechterlijke organisatie. Ook vraagt zij een toelichting op de opmerking dat «dit kabinet» zijn standpunt ook na de verkiezingen blijft innemen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin, L. M. L. H. A. Hermans

1 Kamerstukken I, vergaderjaar 2008–2009, 28 331, letter G.

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 april 2009

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin van uw Kamer heeft bij brief van 18 maart jl. enkele vragen gesteld naar aanleiding van mijn brief van 20 februari jl. inzake het voordragen voor bekrachtiging van het initiatiefwetsvoorstel, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter (hierna: het initiatiefwetsvoorstel) (Kamerstukken I 2008/09, 28 331, G). Naar aanleiding hiervan bericht ik u als volgt.

Het initiatiefwetsvoorstel is op 25 februari jl. bekrachtigd en op 17 maart jl. bekendgemaakt (Stb. 2009, 120). Dit neemt niet weg dat het kabinet bij zijn standpunt blijft dat de voordelen van het voorstel niet op voorhand zwaarder wegen dan de nadelen. Indien de tweede lezing van het initiatiefwetsvoorstel nog tijdens de zittingsduur van dit kabinet wordt behandeld, zal het kabinet dit standpunt ook bij die gelegenheid blijven innemen. Dat het kabinet op dat moment uit de aard der zaak demissionair zal zijn, doet daaraan niet af.

In het licht van deze standpuntbepaling in tweede lezing moet ook de slotzin van mijn brief van 20 februari jl. worden begrepen. Met het oog op de behandeling van de tweede lezing van het initiatiefwetsvoorstel acht het kabinet het wenselijk zich te beraden op de vraag of en zo ja, welke consequenties verbonden zouden moeten worden aan de mogelijke aanvaarding van de tweede lezing door de beide Kamers der Staten-Generaal. In dat kader wordt meer in het bijzonder gekeken naar de wetgevingsprocedure en de rechterlijke organisatie.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, G. ter Horst

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.