PvdA: De internationale Drees

Met dank overgenomen van Partij van de Arbeid (PvdA) i, gepubliceerd op woensdag 6 mei 2009.

Marijke Drees (Groningen, 1950) staat op de twaalfde plaats van de PvdA i-lijst voor de Europese verkiezingen. De bioloog en ecoloog die via Den Haag en Washington weer in Groningen belandde, ziet haar politieke activiteit als vanzelfsprekend, als iets wat erbij hoort in het leven. Een interview.

Marijke Drees is kleindochter van de Grote Drees, de beroemde minister-president van na de oorlog. Willem Drees, die de verzorgingsstaat in Nederland opbouwde, en zijn zoon, oprichter van DS’70 en minister, hebben de politieke genen doorgegeven aan Marijke. Die werd statenlid in Noord-Holland en Groningen, was actief voor de waterschappen, en staat nu dus op de Europese lijst van de PvdA. Want dat een Drees niet internationaal zou zijn, ziet zij als een groot misverstand. 'Sociaal-democratie betekent per definitie over grenzen kijken. Dat vond mijn grootvader toen, en dat zou hij nu, in tijden van crisis, weer vinden.'

‘Vadertje Drees’, de minister-president van de wederopbouw, de premier van de soberheid en het kaakje bij de thee: het beeld dat we van hem hebben, is dat van de ‘wethouder van Nederland’. Marijke Drees benadrukt dat het een van de grote misverstanden van onze moderne geschiedenis is, nog onvoldoende ontkracht in biografieën en politieke geschiedschrijving. 'Mijn grootvader was een Europeaan. Na de oorlog gaf hij leiding aan de grootste onderneming die Nederland ooit gekend heeft: de wederopbouw. Dat was geen nationaal project. Op hetzelfde moment spraken Churchill en De Gaulle over het streven naar een vreedzaam en samenwerkend Europa. Het was de tijd van het federale ideaal. Mijn grootvader deelde dat ideaal.'

In september 1945, het land was nog maar een paar maanden bevrijd, sprak Drees tijdens het eerste naoorlogse partijcongres in een bomvol Frascati in Amsterdam over de toekomst van Nederland en Europa, 'een verenigd Europa, zoals velen van ons dat zich vaak hebben voorgesteld; de gedachte van een federatief verenigd werelddeel, dat door grotere eenheid sterker zijn positie in de wereld zou kunnen handhaven.'

Het federatieve ideaal is allang vervangen door moderner en realistischer idioom; de vrede is allang gewonnen, maar wat blijft is het idee dat we samen sterker staan in een wereld van economische crisis, onveiligheid en klimaatverandering. De Europese idealen van grootvader Drees vinden hun weg in de kandidatuur van kleindochter Marijke voor het Europees Parlement i: we kunnen als Nederland veel alleen, maar nog meer samen.

Drees heeft politiek altijd naast haar werk als bioloog en ecoloog gedaan. 'In onze familie was dat vanzelfsprekend. Mijn grootvader deed het, als beginnend raadslid voor de oorlog, en ik heb het ook altijd gedaan, als statenlid in Noord-Holland en in Groningen en in de waterschappen. En nu zet ik me in voor een sociaal beleid in Europa.'

Wat is dat beleid? 'Dat beleid betekent dat je, als de Europese Unie i besluiten neemt over de oplossing van de crisis of over onze werkgelegenheid of onze economie, je moet zorgen dat er een progressief parlement is dat die besluiten kan beïnvloeden. We hebben de afgelopen jaren gezien waartoe een conservatieve meerderheid in het Europees Parlement in staat is: geen controle van de banken, een doorgeschoten vrije markt, geen bescherming van onze eigen nationale publieke diensten, de instellingen waarvoor ook mijn grootvader zich sterk maakte. Daarom moeten we op 4 juni progressief stemmen, stemmen op de PvdA van Drees.'

In hoeverre klinkt Drees nog door in de PvdA? 'Mijn grootvader zou precies hetzelfde hebben gedaan als Bos i: het spaargeld van gewone mensen redden door de banken overeind te houden. Hij was een man van praktische oplossingen, verantwoordelijkheid nemen, solidariteit, en de PvdA is daarin geen spat veranderd. Mijn grootvader zou met instemming kijken naar de oplossingen die Bos en de PvdA nu zoeken voor de crisis: de terugkeer van morele waarden bij de banken, de herwaardering van wat publiek moet zijn, het terugkeren van de privatiseringsgolf uit de jaren negentig. In die periode hebben bankiers en speculanten regels die men na de crisis van de jaren dertig heeft afgesproken, gewoon in de prullenbak gegooid. Mijn opa zou geschokt zijn geweest door de bonussen en het onvoorstelbare kapitalisme. En net zoals toen zijn het nu weer de sociaal-democratische partijen die de verantwoordelijkheid nemen om de rotzooi op te ruimen.'

Maar altijd klinkt daar bij Drees senior en junior het internationale perspectief in door. 'Mijn grootvader wordt gezien als lokaal, werd ook zo neergezet door zijn rivalen Mansholt en Van der Goes van Naters, maar hij was internationaal en sprak zijn talen. Drees was als minister-president thuis in Europa. De sociaal-democratie was voor hem per definitie internationaal. In 1918, in 1945, en nu, in 2009. Ons lied heet niet voor niets ‘de Internationale’. Dat ideaal blijven we trouw.'