Antwoorden op vragen PVV over salarisverhoging Keniaanse parlementsleden (2010Z10522)

publicatie datum 29 juli 2010
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Buitenlandse Zaken i
beantwoordende ministerie Buitenlandse Zaken i
kamerleden J.H.A. (Johan) Driessen i
partijen Partij voor de Vrijheid i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2009–2010

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2944

Vragen van het lid Driessen (PVV) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat Keniaanse parlementariërs hun eigen salaris met 25 procent verhoogden en nu 11.000 euro per maand verdienen (ingezonden 5 juli 2010).

Antwoord van minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 20 juli 2010).

Vraag 1

Kent u het bericht «Parlementariërs Kenia verhogen eigen loon»?1

Antwoord 1 Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het van de gekke is dat Keniaanse parlementariërs hun eigen salaris met 25 procent verhogen en zichzelf verrijken met een maandsalaris van 11.000 euro, terwijl de Keniaanse bevolking moet rondkomen van gemiddeld 1.300 euro per jaar? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

De voorgestelde verhoging acht ik exorbitant. Conform de huidige regelgeving in Kenia is het bepalen van de hoogte van het salaris van parlementsleden een zaak van het Keniaanse parlement zelf. Vervolgens is het aan de Keniaanse President Kibaki om het voorstel al dan niet goed te keuren. Hij heeft nog geen uitsluitsel gegeven. Premier Odinga heeft zich reeds tegen het voorstel gekeerd en de Minister van Financiën heeft aangegeven dat de financiële middelen voor een verhoging ontbreken.

Vraag 3

Deelt u de mening dat zeker nu Keniaanse parlementariërs zichzelf verrijken met een maandsalaris van 11.000 euro, er geen cent aan Nederlands ontwikkelingsgeld naar Kenia dient te gaan? Bent u bereid de ontwikkelingshulp aan Kenia te stoppen? Zo nee, waarom niet?

http://www.telegraaf.nl/buitenland/7087289/

__Verhoging_eigen_loon_in_Kenia__.html?sn=binnenland,buitenland ah-tk-20092010-2944 ISSN 0921 - 7398 ’s-Gravenhage 2010

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, Aanhangsel

1

Antwoord 3

Ik ben vooralsnog niet bereid de hulp aan Kenia te staken. De Nederlandse hulp wordt niet via de Keniaanse regering geleid. De bilaterale OS-inspanningen zijn gericht op uitvoering van de Nationale Akkoorden die aan de basis van de huidige regering van nationale eenheid liggen en onder leiding van Kofi Annan zijn uitonderhandeld. Uitvoering van deze akkoorden moet leiden tot duurzame stabilisering van de binnenlandse politieke situatie in Kenia. Dat is, gezien Kenia’s rol in de regio, ook voor de buurlanden van belang. Ik acht het daarom belangrijk dat Nederland met de internationale gemeenschap actief bij Kenia betrokken blijft.

Ik constateer dat de bevolking van Kenia steeds mondiger en kritischer wordt en zijn politici steeds vaker democratisch ter verantwoording roept. Ten gevolge van de nationale en internationale kritiek op de hoogte van de salarissen van politici is in de nieuwe ontwerpgrondwet vastgelegd dat er een breed samengestelde onafhankelijke commissie zal komen die belast wordt met het bepalen van de salarissen van ambtsdragers, inclusief parlementsleden. Dat is belangrijke vooruitgang. Op 4 augustus vindt er een volksraadpleging plaats over de nieuwe grondwet.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, Aanhangsel

2