Antwoorden op vragen PVV over het Iraanse Revolutionaire Garde Korps (IRGC) (2010Z10226)

publicatie datum 24 augustus 2010
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Buitenlandse Zaken i
beantwoordende ministerie Buitenlandse Zaken i
kamerleden R.A. (Roland) van Vliet i
W.R.F. (Wim) Kortenoeven i
partijen Partij voor de Vrijheid i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2009–2010

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3038

Vragen van de leden Kortenoeven en Van Vliet (beiden PVV) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Economische Zaken over het Iraanse Revolutionaire Garde Korps (IRGC) (ingezonden 30 juni 2010).

Antwoord van minister Verhagen (Buitenlandse Zaken), mede namens de minister van Economische Zaken (ontvangen 9 augustus 2010).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikelen «CIA’s Panetta: Iran has enough uranium for

2 bombs»?1 en «Mullen: Iran to continue with nukes»?2

Antwoord 1 Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het misdadige islamitische regime in Teheran voortdurend toont dat het maling heeft aan de internationale rechtsorde in het algemeen en aan het regime van het non-proliferatieverdrag in het bijzonder? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

De regering betreurt het ten zeerste dat Iran nog steeds niet voldoet aan zijn verplichtingen onder de VNVR- en IAEA-resoluties inzake het nucleaire programma.

Vraag 3 en 4

Onderschrijft u de analyse, dat het Iraanse Revolutionaire Garde Korps (IRGC)

onder andere een cruciale rol speelt in de Iraanse nucleaire programma’s en de Iraanse (niet-conventionele) bewapeningsprogramma’s?3 Zo nee, waarom niet?

The Washington Post, 27 juni 2010

http://www.washingtonpost.com/wp-dyn/content/article/2010/06/27/

AR2010062701524.html?wprss=rss_nation/wires

The Jerusalem Post, 29 juni 2010

http://www.jpost.com/IranianThreat/News/Article.aspx?id=179862

ABC News, 10 juni 2010

http://abcnews.go.com/US/wireStory?id=10872884

ah-tk-20092010-3038 ISSN 0921 - 7398 ’s-Gravenhage 2010

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, Aanhangsel

3

1

Deelt u de mening dat het IRGC, vanwege zijn controle op vrijwel alle onderdelen van de Iraanse staat en samenleving, moet worden getypeerd als een van de belangrijkste levenslijnen van het misdadige islamitische regime in Teheran? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3 en 4

De militaire, economische en politieke macht van het IRGC binnen het Iraanse regime groeit en dit baart Nederland zorgen. De regering is tevreden dat onderdelen van het IRGC expliciet zijn opgenomen in de laatste VN-Veiligheidsraad sanctieresolutie (UNSCRES 1929). Mede op aandringen van Nederland is in de aanvullende Europese sanctiemaatregelen expliciet aandacht besteed aan het treffen van de belangen van het IRGC.

Vraag 5

Deelt u de mening dat economische sancties alléén het misdadige islamitische regime in Teheran niet zullen kunnen weerhouden van het ontwikkelen van kernwapens, maar dat daarvoor de levenslijnen van dat regime zullen moeten worden doorgesneden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Nederland heeft altijd een tweesporenbeleid gevoerd ten aanzien van Iran. Het eerste doel blijft om via dialoog te komen tot een oplossing en zo de zorgen van de internationale gemeenschap over het Iraanse nucleaire programma weg te nemen. Blijft voortgang op het dialoogspoor evenwel achter, zoals nu het geval is, dan moet door middel van sancties de druk op de Iraanse regering opgevoerd worden. De laatste VN-Veiligheidsraad sanctieresolutie en het besluit van de Europese Raad van 26 juli jl. zijn belangrijke signalen aan de Iraanse regering dat zij zich niet aan haar internationale verplichtingen kan en mag onttrekken.

Vraag 6

Op welke wijze heeft u uitvoering gegeven aan de motie-Van der Staaij c.s. van 24 november 2009 inzake het bevorderen dat het IRGC op de Europese lijst met terroristische organisaties wordt geplaatst?

Antwoord 6

In de discussies over aanvullende maatregelen tegen Iran heeft Nederland, gesteund door andere Lidstaten, altijd bijzondere aandacht gevraagd voor het IRGC. De aanvullende EU-maatregelen die op 26 juli jl. zijn aangenomen raken specifiek de belangen van het IRGC. Het sanctiebesluit specificeert een aantal IRGC-kopstukken voor wie maatregelen gelden zoals een visumverbod en bevriezing van tegoeden.

Vraag 7

Bent u bereid een onderzoek te laten verrichten naar de banden tussen

(onderdelen van) het IRGC en het Nederlandse bedrijfsleven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Waar nodig worden, in het kader van het geldende sanctiebeleid jegens Iran, uitvoertransacties reeds onderworpen aan nader onderzoek. Uitvoertransac-ties naar Iran van Nederlandse bedrijven zijn vanwege de sancties vaak onderworpen aan een vergunningplicht. Tijdens het beoordelen van vergunningaanvragen worden de goederen, de eindgebruiker en het eindgebruik van de goederen onderzocht. Daarbij wordt ook gebruik gemaakt van vertrouwelijke informatie van de inlichtingendiensten over banden met proliferatiegevoelige activiteiten.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, Aanhangsel

2