Het is tijd voor internationale aanpak belastingontwijking

Met dank overgenomen van A.Z. (Arnold) Merkies i, gepubliceerd op dinsdag 4 november 2014, column.

Op uitnodiging van het parlement in Londen kwamen parlementariërs, wetenschappers en zakenlieden uit verschillende landen bij elkaar om te spreken over de aanpak van belastingontwijking. Hoog nodig, want de besluitvorming over de aanpak van belastingontwijking onttrekt zich vaak aan de invloed van nationale parlementen. Terwijl de gevolgen van deze ontwijking voor de samenleving enorm zijn.

De internationale ‘race to the bottom’ op belastinggebied is al enige tijd gaande. Landen beconcurreren elkaar niet alleen met steeds lagere tarieven voor de winstbelasting, maar ook met fiscale hoogstandjes, waarmee het internationale bedrijfsleven wordt gelokt. Wanneer deze ten koste gaan van belastinginning in andere landen worden ze ook wel ‘harmful tax practices’ genoemd. Vaak kopiëren landen dit van elkaar in de strijd om de gunst van de multinationals. Het eindresultaat is dat geen van de nationale overheden voldoende belasting binnenhaalt en dit compenseert door andere belastingen te verhogen of door te bezuinigen. Door belastingontwijking van grote bedrijven moeten mensen dus meer belastingen betalen.

De ‘harmful tax practices’ en de internationale belastingconcurrentie werden besproken op de conferentie. Dagvoorzitter Margaret Hodge bekritiseerde ook de rol van Engelse overheid, die volop aan de ‘race to the bottom’ meedoet, maar ook de Amerikaanse multinationals, die in Engeland zo succesvol zijn met het ontwijken van de belasting dat Engeland jaarlijks tientallen miljarden misloopt.

Wat me opviel was dat het onderwerp meer leeft in de landen waar aan belastingontwijking wordt gedaan, dan in de landen die er het meest de dupe van zijn. In Engeland wordt het debat van beide kanten zeer fel gevoerd. Met haar kroonkoloniën, waaronder veel belastingparadijzen, en haar fiscale klimaat, dat het multinationals en zeer vermogende mensen wel erg makkelijk maakt om de belasting te ontwijken, speelt het land een twijfelachtige rol in internationaal verband. Anderzijds is het land de dupe van belastingontwijking. Zo staat Engeland vol met de drukbezochte koffiezaken van Starbucks, terwijl Starbucks op papier geen winst leek te maken en dus ook nauwelijks belasting betaalde. Het leidde tot een storm van protest, met als hoogtepunt de publieke verhoren in het Engelse parlement, waar commissievoorzitter Margaret Hodge Starbucks, Google en Amazon het vuur aan de schenen legde. Bekend is haar uitspraak:

We’re not accusing you of being illegal, we are accusing you of being immoral

De bedrijven dachten er namelijk mee weg te komen door er op te wijzen dat ze zich aan de wet hielden. Het probleem van belastingontwijking is nu juist dat het blijkbaar binnen legale grenzen mogelijk blijkt te zijn om belastingbetaling te ontlopen. Belastingontduiking is illegaal, belastingontwijking niet. Waar juristen en fiscalisten op de conferentie een zeer scherp onderscheid maakten tussen belastingontwijking en belastingontduiking, werd er door sommige critici vanuit de pers de relativerende opmerking gemaakt: "The difference is the thickness of a prison wall."

De moeilijkheid bij al deze discussies is dat de feiten vaak ontbreken. Openheid over hoeveel belasting bedrijven betalen in ieder land is dan ook van groot belang. Het valt niet uit te leggen waarom multinationals hun belastingafdracht per land geheim kunnen houden, terwijl het wel mogelijk is om in jaarverslagen alle informatie beschikbaar te maken die voor aandeelhouders van belang is. Toch is er een sterke lobby gaande om deze informatie niet volledig publiek te maken.

Deze week bleek uit een rapport van het Centraal Planbureau dat de huidige belastingafspraken de mogelijkheid bieden aan multinationals om door slim shoppen nog meer belasting te ontwijken. We zijn nog ver weg van oplossingen. Er wordt weliswaar in OESO-verband gesproken over mogelijke maatregelen in de toekomst, maar voorlopig staat de deur om internationale constructies op te zetten en grootschalig de belasting te ontwijken nog wagenwijd open. De internationale ‘race to the bottom’ op belastinggebied zet zich onverminderd voort. Het zet niet alleen overal de publieke voorzieningen onder druk, het zorgt ook voor een oneerlijke concurrentie tussen multinationals en het midden- en kleinbedrijf. Hoe blijf je met je eigen koffiezaak overeind, wanneer je moet concurreren met een bedrijf dat door internationale constructies de belasting kan ontwijken? Werken aan een internationale oplossing begint bij erkenning van de schadelijke effecten van belastingconcurrentie. Het betekent dat overheden ook kritisch durven kijken naar hun eigen rol daarin. Op dat terrein valt er nog heel wat vooruitgang te boeken.