De voortzetting van de behandeling van het ontwerp van rijkswet Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grond wet van de bepalingen inzake de toelatin... - Handelingen Tweede Kamer 1976-1977 02 februari 1977 orde 2 - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Handelingen Tweede Kamer 1976-1977 02 februari 1977 |
|---|---|
| Documentdatum | 02-02-1977 |
| Publicatiedatum | 26-01-2016 |
| Nummer | 020277 2 2 |
| Aantal pagina's inclusief bijlagen/index/etc | 36 |
| Kenmerk | 14200, Blz. 2917 - 2952 |
| Originele document in PDF |  |
Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van het ontwerp van rijkswet Verklaring dat er grond be-
Ingekomen stukken Grondwet
Woensdag 2 februari 1977 Aanvang 13.00 uur staat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de toelating, uitzetting en uitlevering, het Nederlanderschap en het ingezetenschap (14200. R 1048).
De Voorzitter: Naar mij blijkt, bestaat er behoefte aan heropening van de beraadslaging. Ik stel voor daartoe de gelegenheidte bieden.
Daartoe wordt besloten.
DeheerVanderLek(PSP): Mijnheer de Voorzitter! Ik heb een amendement ingediend, voorkomend op stuk nr. 12, om in dit artikel van de Grondwet ook de bewegingsvrijheid voor Nederlanders te regelen. Ik ben van mening dat dit een onderwerp is dat beslist thuishoort in de Grondwet en dat regeling behoeft. Het zou prettig geweest zijn als wij daarover nu een beslissing hadden kunnen nemen, maar mij is gebleken dat het gevoelen van de Kamer is dat over de formulering, met name de wijze van inperken en de daarbij gebruikte limitatieve opsomming, toch nog te veel twijfels bestaan. Naar aan-2917
Van der Lek leiding daarvan is aan de Staatssecretaris gevraagd, of hij het onderwerp van de bewegingsvrijheid in studie wil nemen op niet al te lange termijn, uitgaande van de gedachte dat dit inderdaad geregeld behoort te worden. De Staatssecretaris heeft dit toegezegd. Daarom lijkt het mij beter de resultaten van de studie af te wachten en dit amendement nu niet in stemming te brengen.
De Voorzitter: Aangezien het amendement-Van der Lek c.s. (stuk nr. 12) is in-getrokken, maakt het geen onderwerp van beraadslaging meer uit. De beraadslaging wordt gesloten. De Voorzitter: Naar mij blijkt worden de op het ontwerp van rijkswet ingediende amendementen voldoende ondersteund. Artikel I wordt zonder stemming aangenomen. Het gewijzigde amendement-Waltmans c.s. (stuk nr. 15) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PPR, de PSP en de CPN vóór dit amendement hebben gestemd. Het amendement-Van der Lek c.s. (stuk nr. 13) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PSP en de PPR vóór dit amendement hebben gestemd. Artikel II wordt zonder stemming aangenomen. De artikelen III, IV en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen. Het wetsontwerp wordt zonder stemming aangenomen. De Voorzitter: De aanwezige leden van de factie van de BP wordt aantekening verleend dat zij geacht wensen te worden tegen dit wetsontwerp te hebben gestemd.