Brief van De Minister van Binnenlandse Zaken - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepaling inzake het geven van inlichtingen door de ministers en de staatssecretarissen - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Officiële titel | Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepaling inzake het geven van inlichtingen door de ministers en de staatssecretarissen |
---|---|
Documentdatum | 22-01-1986 |
Publicatiedatum | 26-01-2016 |
Nummer | KST19014N8K2 |
Aantal pagina's inclusief bijlagen/index/etc | 2 |
Kenmerk | 19014, nr. 8 |
Externe link | origineel bericht |
Nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 22 januari 1986
Hierbij zend ik u een afschrift van mijn telexbericht van 21 januari 1986 aan de voorzitter van de Staten van de Nederlandse Antillen over bovengenoemde voorstellen. Met dit bericht heeft de Koninkrijksregering gebruik gemaakt van de haar in artikel 16 van het Statuut voor het Koninkrijk toegekende bevoegdheid om de Staten van de Nederlandse Antillen een termijn te stellen. De termijn is gesteld op 27 januari 1986.
De Ministervan Binnenlandse Zaken, J. G. Rietkerk MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Staten van de Nederlandse Antillen Van de Minister van Binnenlandse Zaken 's-Gravenhage, 21 januari 1986
Op 5 en 6 juni 1985 zijn u toegezonden de voorstellen van rijkswet tot grondwetsherziening inzake het geven van inlichtingen door ministers en staatssecretarissen (19014 (R 1284)) en inzake de verdediging (19017 (R1285)). Met het oog op de parlementaire behandeling, en onder verwijzing naar artikel 16 van het Statuut, bericht ik u dat, indien op 27 januari a.s. geen verslag van de Staten over deze voorstellen is ontvangen, er van wordt uitgegaan dat de Staten geen verslag zullen uitbrengen.